Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kom Eede
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1714.001bpede10-VG01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bedrijfsmatige activiteiten behorende tot de categorie 1 of 2 van de ‘Staat van Bedrijfsactiviteiten’.
  2. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losruimten, groenvoorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding in het plangebied, zoals waterinfiltratie en transportvoorzieningen en ondergrondse bergbezinkbassins.

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de verbeelding en de volgende regels:
  1. op de gronden zijn de volgende bouwwerken toegestaan:
    1. binnen een bouwvlak: niet voor bewoning bestemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde en overkappingen;
    2. buiten een bouwvlak: uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    3. ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ (bw): tevens één bedrijfswoning;
  2. het bouwvlak mag voor maximaal 50% met gebouwen en overkappingen worden bebouwd, tenzij op de verbeelding anders is bepaald;
  3. de afstand van:
    1. niet aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel mag niet minder bedragen dan 3 m;
    2. gebouwen tot de perceelsgrens mag niet minder dan 3 m bedragen, tenzij gebouwen in de perceelsgrens worden gebouwd;
  4. de goothoogte van gebouwen mag maximaal de op de verbeelding aangegeven hoogte bedragen;
  5. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen mag ten hoogste 4 m meer bedragen dan maximum toelaatbare goothoogte, tenzij op de verbeelding anders is bepaald;
  6. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
    1. van muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen 2 m;
    2. van pergola's en overkappingen 3 m;
    3. van lichtmasten, vlaggenmasten en overige masten 10 m;
    4. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1 m.

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.3.1 Afwijken bouwhoogte

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 4 lid 2 sub f:
  1. tot een hoogte die ten hoogste gelijk is aan de in een bouwvlak toelaatbare bouwhoogte;
  2. tot een maximum van 6 m op gronden waar geen gebouwen zijn toegestaan.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik als bedoelt in  2.1 lid 1 onder c van de Wabo wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of te laten gebruiken van gebouwen en/of gronden als: 
  1. gronden, die zowel liggen buiten een bouwvlak als langs de openbare weg, te gebruiken voor de opslag van goederen, puin, bagger en grondspecie;
  2. overige onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen, met dien  verstande dat dergelijke opslag is toegestaan tot een hoogte van ten hoogste:
    1. 2 m op de gronden die zijn gelegen op zij- en achtererven van bedrijfsgebouwen, voor zover en indien de afstand van de opslaglocatie tot de rand van de openbare weg minder dan 10 m bedraagt;
    2. 6 m op de overige gronden;
  3. ten behoeve van geluidshinderlijke inrichtingen;
  4. ten behoeve van risicovolle inrichtingen;
  5. ten behoeve van de verkoop van LPG;
  6. ten behoeve van de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
  7. ten behoeve van detailhandelsbedrijven, met uitzondering van detailhandel, voor zover die een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, zoals in artikel 4 lid 4 sub a is toegestaan.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

4.5.1 Beëindiging bedrijven en omzetting naar burgerwoningen

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de verbeelding te wijzigen in die zin, dat de bestemming Bedrijf mag worden gewijzigd in de bestemming Wonen met dien verstande dat:
  1. Woningen uitsluitend mogen worden opgericht binnen het met ‘bedrijfswoning’ aangeduide gedeelte van het bouwvlak;

    en met dien verstande dat wijziging niet mag leiden tot:
  2. een toename van het aantal woningen;
  3. een andere situering van eventueel aanwezige woningen;
  4. een verhoging van de maximaal toelaatbare goothoogte van hoofdgebouwen.

4.5.2 Wijzigingsregels

De wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in de artikel 4 lid 5.1 mag slechts worden toegepast voor zover het belang dat met de wijziging wordt gediend, geen onevenredige afbreuk doet aande gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels (Staat van Bedrijfsactiviteiten)

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 4 lid 1 om bedrijven toe te laten:
  1. in één categorie hoger dan in artikel 4 lid 1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de in artikel 4 lid 1 genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals in artikel 4 lid 1 genoemd;
    met dien verstande dat niet zijn toegestaan:
    • geluidshinderlijke inrichtingen;
    • risicovolle inrichtingen.