Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kom Eede
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1714.001bpede10-VG01

Artikel 13 Wonen-2

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, op voormalige agrarische bedrijfslocaties;
  2. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water.

13.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de verbeelding en de volgende regels:
  1. op deze gronden mogen hoofdgebouwen (woningen) met bijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. per bestemmingsvlak is ten hoogste één woning toegestaan;
  3. op bestemmingsvlakken waar tevens een bouwvlak is aangegeven worden gebouwen en overkappingen binnen bouwvlakken gebouwd;
  4. op de gronden met de aanduiding 'erf' mogen uitsluitend bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  5. bijgebouwen op de gronden met de aanduiding 'erf' mogen niet worden vergroot;
  6. per woning is ten hoogste één paardenbak en/of stapmolen toegestaan;
  7. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m;
  8. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m;
  9. De goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van en gebouwen of bouwwerk, geen gebouw zijnde bedragen ten hoogste:
bouwwerk goothoogte  bouwhoogteoppervakte / inhoud
hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen)  6 m  10 mten hoogste 40% van het bouwperceel met een maximum van 750 m3
bijgebouwen en overkappingen  4 m  8 mten hoogste 40% van het zij- en achtererf met een maximum van 60 m2
paardenbak en/ of stapmolen  2 m ten hoogste 1.200 m2
erfafscheidingen voor de voorgevel   1 m 
erfafscheidingen elders   2 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   3 m  
  
  1. bijgebouwen mogen uitsluitend achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd;
  2. de goothoogte van woningen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;
    3. de breedte van dakkapellen aan de voor- en /of zijkant van de woning ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van de woningen ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt.

13.3 Afwijken van de bouwregels

13.3.1 Nieuwbouw NED

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 13 lid 2 voor het vervangend nieuw bouwen van een gebouw ten behoeve van één NED per woning, met inachtneming van het volgende:
  1. de omgevingsvergunning wordt verleend voor het bouwen van een gebouw ten behoeve van één NED waarbij het vloeroppervlak niet meer bedraagt dan ten minste 250m2;
  2. de omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien ten minste eenzelfde oppervlakte bestaande gebouwen op het betreffende bouwvlak wordt gesloopt;
  3. nieuwe gebouwen worden binnen het bestemmingsvlak gebouwd;
  4. de omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien ook toepassing is of wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 13 lid 5.1.

13.3.2 Bouwen tot perceelsgrens

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 13 lid 2 sub g voor de bouw van een aan- of uitbouw of bijgebouw op een kleinere afstand tot of in de zijdelingse perceelsgrens, mits verlening van de omgevingsvergunning niet leidt tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
 

13.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:  
  1. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 50 m2;
  2. het aanbieden van meer dan 3 kamers ten behoeve van logies met ontbijt per woning is niet toegestaan;
  3. het gebruiken van een deel van de woning, of een aan- of uitbouw van de woning ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is toegestaan;
  4. de opslag van agrarische producten, caravans, boten en inboedels is uitsluitend binnen de bestaande gebouwen toegestaan;
  5. bij een paardenbak en / of stapmolen is het gebruik van een geluidsinstallatie, of verlichting door middel van lichtmasten die niet zijn voorzien van bovenafdekking, niet toegestaan.

13.5 Afwijken van de gebruiksregels

13.5.1 Nieuwe Economische Dragers (NED's)

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 13 lid 1 voor een NED, met inachtneming van het volgende:
  1. de omgevingsvergunning wordt verleend voor:
    1. een NED die voorkomt in de positieve lijst Nieuwe Economische Dragers zoals opgenomen in bijlage 3, met dien verstande dat een manege uitsluitend in de nabijheid van woonkernen is toegestaan;
    2. overige bedrijfsactiviteiten, die naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de NED's zoals vermeld in bijlage 3;
  2. de oppervlakte van een NED bedraagt ten hoogste de in bijlage 3 genoemde omvang;
  3. tenzij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 13 lid 3.2 of, vindt de NED plaats in bestaande gebouwen op het bestemmingsvlak;
  4. de NED, of alle NED's tezamen op een bestemmingsvlak, wordt of worden uitgeoefend in een kleinschalige omvang, hetgeen blijkt uit:
    1. de ruimtelijke uitstraling;
    2. de verkeersaantrekkende werking, waarbij verlening van de omgevingsvergunning niet tot een onevenredige toename leidt van de automobiliteit;
    3. de categorie uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten waartoe de activiteit behoort, waarbij geldt dat:
      1. de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort;
      2. de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 3 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten  behoort, mits is aangetoond dat daardoor geen milieuhinder voor aangrenzende percelen ontstaat; alvorens de omgevingsvergunning te verlenen vraagt het bevoegd gezag hierover schriftelijk advies van de milieudeskundige;
    4. de omvang van verblijfsrecreatie waarbij geldt dat maximaal 10 verblijfseenheden (appartementen, hotelkamers) binnen het gebouw gerealiseerd mogen worden;
  5. de verkeersveiligheid wordt niet negatief beïnvloed;
  6. op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  7. opslag van goederen ten behoeve van de NED buiten gebouwen is niet toegestaan;
  8. nieuwe bouwwerken, geen gebouwen zijnde, lichtmasten en lichtbakken voor reclamedoeleinden daaronder begrepen zijn niet toegestaan;
  9. ter plaatse wordt voorzien in een adequate landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een gemiddelde breedte van ten minste 10 m; op basis van een landschapsplan, opgesteld door een gecertificeerde landschapsarchitect, kan volstaan worden met een landschappelijke inpassing met een gemiddelde breedte van 5 m;
  10. verlening van de omgevingsvergunning leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  11. de omgevingsvergunning wordt slechts verleend als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm van landschaps- of natuurontwikkeling of het verbeteren van de inrichting van het erf;
  12. medewerking wordt slechts verleend indien een privaatrechtelijke overeenkomst wordt  gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst.