direct naar inhoud van 4.3 Gebiedsvisie
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.001bpbui10-VG01

4.3 Gebiedsvisie

De figuren 4.1 tot en met 4.5 bevatten een weergave van de gebiedsvisie voor het buitengebied van Sluis.

De gebiedsvisie gaat uit van een gebiedsdekkende basiszonering op basis van de inventarisatie van landschaps-, cultuurhistorische en natuurwaarden (figuur 4.1). In de basiszonering vindt onder andere afstemming plaats tussen de agrarische ontwikkelingsmogelijkheden en de waarden van natuur en landschap.

Voorts is in de gebiedsvisie een ontwikkelingslaag opgenomen en beschreven van concrete projecten die van belang zijn voor de realisering van de doelstellingen voor natuur, landschap, water, kustverdediging, wonen en recreatie. Deze toekomstige ontwikkelingen worden in samenhang met elkaar als een streefbeeld beschreven en verbeeld (figuren 4.2 tot en met 4.5).

Door middel van een aantal legenda - eenheden worden specifieke ontwikkelingsrichtingen met betrekking tot deze basiszonering van het gebied en de streefbeelden benoemd. In de volgende paragrafen worden de verschillende legenda - eenheden beschreven en toegelicht. In hoofdstuk 5 wordt het gemeentelijk beleid voor het plangebied verder thematisch uitgewerkt.

De basiszonering

De verschillende deelgebieden op de kaart geven de ontwikkelingsrichting weer voor de natuurgebieden en het agrarische gebied in relatie tot de waarden van natuur, landschap en cultuurhistorie. Deze koers is gebaseerd op de in hoofdstuk 2 beschreven waarden.

De bestaande natuurgebiedjes in het plangebied zijn in de gebiedsvisie opgenomen met de aanduiding natuur en natuurontwikkeling . Het gaat hier om relatief kleine natuurgebiedjes nabij de Westerschelde, kreken en dijken. Het beleid voor deze gebiedjes is primair gericht op behoud van de bestaande natuurwaarden. Ook de Westerschelde heeft naast de transportfunctie een belangrijke natuurfunctie als onderdeel van Natura - 2000.

Het patroon van (geulpolder-, kernpolder- en overige) dijken vormt als het ware de kapstok waaraan het landschap is opgehangen en verwijst naar de ontstaansgeschiedenis. Het beleid is gericht op handhaving van het dijkenpatroon uit het oogpunt van cultuurhistorie en landschap met daarop toegesneden bestemmingen (afhankelijk van het gebruik een agrarische, natuur-, of verkeersbestemming).

In het geulengebied, het dekzandgebied en de gebieden grenzend aan kreken en waardevolle elementen zoals de forten en wallen (zie voor de beschrijving van de landschappelijk waardevolle gebieden paragraaf 2.2.3) is sprake van agrarisch gebied met bijzondere cultuurhistorische en landschapswaarden die verband houden met de ontstaansgeschiedenis en het patroon van dijken en polders. Deze gebieden zijn aangeduid als agrarisch gebied met landschapswaarden. Deze gebieden vergen in relatie tot het agrarische gebruik een bijzondere bestemmingsregeling, afgestemd op de landschappelijke kwaliteiten en cultuurhistorische waarden. Het beleid voor deze gebieden is gericht op het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor de grondgebonden agrarische bedrijven, met inachtneming van de kenmerkende landschapswaarden. Een aantal agrarische ontwikkelingen wordt in dat licht gekoppeld aan een nadere afweging.

De agrarische gebieden waar in de huidige situatie sprake is van aanwezige natuurwaarden zijn aangeduid als agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden . Ook deze gebieden vergen een bestemmingsregeling voor het agrarische gebruik die is afgestemd op de natuur- en landschapswaarden. Het beleid is gericht op het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor grondgebonden agrarische bedrijven.

In het kustgebied is het voorts gewenst bij niet - grondgebonden agrarische ontwikkelingen en recreatieve ontwikkelingen rekening te houden met de aanwezige en potentiële recreatieve waarden. Het beleid is gericht op het bieden van ruimte voor maximaal 20 locaties voor kleinschalig kamperen (aantal wordt geregeld in de Verordening kleinschalig kamperen Sluis) en het uitsluiten van ontwikkelingsmogelijkheden voor (hoofd- en nevenberoeps) intensieve veehouderijen en co - vergistingsinstallaties.

Ontwikkelingslaag

Op basis van de Gebiedsvisie West Zeeuws - Vlaanderen, Natuurlijk Vitaal worden voor Sluis een aantal ontwikkelingen wenselijk geacht waarvoor concrete projecten ten uitvoer worden gebracht. Deze projecten zijn in samenhang met elkaar ontwikkeld: herstel van de natuurlijke afwatering wordt gecombineerd met de ontwikkeling van natuurwaarden en ingericht op een wijze dat de landschapsstructuur wordt versterkt, versterking van de kustverdediging wordt zodanig vormgegeven dat ook de landschapsstructuur wordt versterkt, aandacht voor landschap en cultuurhistorie versterken de recreatieve potentie en de woonfunctie.

Deze projecten worden in onderlinge samenhang als streefbeelden beschreven.

Bij de realisering van deze projecten kan sprake zijn van een verandering van de functie en het gebruik van gronden. Voor zover de uitvoering binnen de plantermijn van het bestemmingsplan is te verwachten, kan het bestemmingsplan voorzien in de noodzakelijke gebruiks- en bestemmingswijzigingen. In het algemeen zullen deze projecten echter met een aparte planologische procedure worden gerealiseerd.

Voor een aantal van de genoemde projecten is de uitvoering reeds van start gegaan, anderen zullen naar verwachting niet binnen de plantermijn van het bestemmingsplan worden gerealiseerd of wellicht uiteindelijk geen of in een gewijzigde vorm doorgang vinden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1714.001bpbui10-VG01_0008.jpg"

Figuur 4.1. Basiszonering gebiedsvisie

Streefbeeld natuur en water

In het plangebied wordt gestreefd naar:

  • het herstel van de natuurlijke afwatering : de oorspronkelijke afwatering via een sluis bij de Verdronken Zwarte Polder (Nieuwvliet - Bad) wordt hersteld, De Killa wordt de natte verbindingszone tussen deze sluis en de Zwinpolder door de watergang te verbreden en natuurlijker in te richten; ook de oorspronkelijke afwatering via Nummer Een wordt opgewaardeerd en verbreed; met deze maatregelen wordt de waterbergingscapaciteit in het gebied vergroot;
  • de ontwikkeling van nieuwe natuurgebieden ; deze gebieden zijn opgenomen in de EHS als reservaats- of natuurontwikkelingsgebied; de veelal agrarische gronden worden aangemerkt als agrarisch gebied met uit te werken natuurwaarden;
  • de ontwikkeling van natte natuur en het tegengaan van verdroging van natuurgebieden ; verspreid in het plangebied komen gebieden voor die geschikt zijn voor de ontwikkeling van (natte) natuur;
  • ontwikkeling van een robuuste natte as (natte ecologische verbindingszone); het tracé Uitwateringskanaal naar de Wielingen - Linie - Passageule maakt onderdeel uit van de provinciale robuuste, natte verbinding van Zijpe tot Het Zwin (onderdeel van de landelijke as Lauwersmeer - Het Zwin); het gebied wordt ingericht met onder andere moerasgebieden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1714.001bpbui10-VG01_0009.jpg"

Figuur 4.2. Streefbeeld natuur en water

Streefbeeld landschap en kustverdediging

De versterking van de kustverdediging is noodzakelijk aangezien West Zeeuws - Vlaanderen aangemerkt is als een zwakke schakel. De versterking kan gecombineerd worden met een versterking van de landschappelijke structuur van het gebied. In het plangebied wordt gestreefd naar:

  • versterking van de kustverdediging in het gebied tussen Cadzand - Bad en Breskens;
  • herstel van het dijkenpatroon als drager van de landschapsstructuur door versterking van de huidige dijken (verbreding en accentuering met beplantingen) en herstel van ontbrekende dijken (nabij Lapscheursche Gat, ten zuiden van Draaiburg.

afbeelding "i_NL.IMRO.1714.001bpbui10-VG01_0010.jpg"

Figuur 4.3. Streefbeeld landschap en kustverdediging

Streefbeeld cultuurhistorie

De Staats - Spaanse linies vormen een cultuurhistorisch waardevol element waarbij het beleid gericht is op behoud door ontwikkeling. Met de valorisering van de linie worden de forten, schansen en linies, alsmede de stadswallen van Sluis, Retranchement, Aardenburg en IJzendijke hersteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.1714.001bpbui10-VG01_0011.jpg"

Figuur 4.4. Streefbeeld cultuurhistorie.

Streefbeeld recreatie, wonen en landschap

Ter versterking van het aantrekkelijke woonklimaat en de recreatieve betekenis van het buitengebied worden de volgende ontwikkelingen nagestreefd:

  • de aanleg van duinstruweel en recreatienatuur in het zoekgebied duinstruweel en recreatienatuur ; omgeving Tienhonderdpolder bij Cadzand en omgeving Gerard de Moor polder bij Breskens;
  • de ontwikkeling van landschapscampings in het zoekgebied landschapscampings en, meer bijzonder, in het voorkeursgebied landschapscampings ; er is ruimte voor de ontwikkeling van landschapscampings bij agrarische bedrijven; ontwikkeling in het voorkeursgebied betekent dat de gemeente geen extra provinciale toestemming meer nodig heeft om medewerking te kunnen verlenen aan initiatieven;
  • de ontwikkeling van landgoederen in het zoekgebied landgoederen nieuwe stijl ; het betreft de omgeving Gerard de Moorpolder bij Breskens, Tienhonderdpolder, Rondom Cadzand, St. Janspolder, Strijdersgatpolder, de gebieden gelegen op de dekzandrug St. Kruis – Aardenburg en het gebied ten oosten van Eede; er is ruimte voor in totaal 20 landgoederen nieuwe stijl; elk landgoed is minimaal 5 ha groot, heeft een bouwvlak van 1 ha en 4 ha is publiek toegankelijk;
  • de vermindering van recreatieve druk door het verplaatsen van een camping naar het zoekgebied te verplaatsen campings bij Nieuwvliet - Bad;
  • de bouw van recreatieve en permanent te bewonen woningen (het project Cavelot (450 recreatiewoningen) bij Cadzand - Bad en de verblijfsrecreatieve ontwikkeling in de Baanstpolder en Nieuwehovepolder bij Nieuwvliet - Bad).

Het project Waterdunen is een voorbeeld van een integrale aanpak waarbij een voorstel is gemaakt om in de Oud Breskenspolder zowel de zeewaartse kustverdediging, de ontwikkeling van een binnendijkse duinenrij, de ontwikkeling van natuur en recreatief gebruik mogelijk te maken en te realiseren. Voor dit project wordt een Provinciaal Inpassingsplan gemaakt, op initiatief en onder verantwoordelijkheid van de Provincie Zeeland.

afbeelding "i_NL.IMRO.1714.001bpbui10-VG01_0012.jpg"

Figuur 4.5. Streefbeeld recreatie, wonen en landschap