direct naar inhoud van 4.2 Doelstelling voor het bestemmingsplan
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.001bpbui10-VG01

4.2 Doelstelling voor het bestemmingsplan

Naar een bredere functionaliteit

Het ruimtelijk beleid voor het buitengebied zal moeten inspelen op de veranderende positie en functie van het landelijk gebied. Hoewel de positie van de landbouw daarbij verandert, in de zin dat het buitengebied behalve voor de landbouw ook voor andere functies een steeds grotere maatschappelijke betekenis krijgt, blijft de landbouw de belangrijkste grondgebruiker en een belangrijke economische factor. Dat betekent dat in het ruimtelijk beleid mogelijkheden moeten worden geboden voor economische ontwikkeling van de landbouw. Deze ontwikkelingsruimte heeft belangrijke ruimtelijke effecten. Parallel aan de afname van het aantal agrarische bedrijven, worden de overblijvende agrarische bedrijven steeds groter en vindt een verdergaande intensivering en specialisatie plaats. Daarnaast kiest een aantal bedrijfshoofden juist voor verbreding van de landbouw met niet - agarische nevenactiviteiten.

Naast de landbouw is in het buitengebied van Sluis sprake van een steeds sterkere invloed van andere gebruiksfuncties, zoals bedrijvigheid en dienstverlening.

Daarnaast is sprake van een toenemende waardering / beleving van het landelijk gebied als omgevingsfactor (natuur, landschap, rust, ruimte), met als gevolg een toenemend belang van de woonfunctie en recreatief medegebruik. Verder spelen in het buitengebied nieuwe ruimtelijke claims ten behoeve van waterbeheer (waterberging).

Overigens profiteert ook de landbouw van deze nieuwe gebruiksfuncties, in de vorm van verbreding van de landbouw, waarbij op de agrarische bedrijven verschillende niet - agrarische nevenactiviteiten worden ontplooid, waardoor extra inkomsten worden gegenereerd.

Kortom, hoewel de (grondgebonden) landbouw nog steeds een belangrijke sociaal - economische drager en een verschaffer van werkgelegenheid is, neemt de betekenis van het landelijk gebied voor de samenleving en andere niet - agrarische economische sectoren verder toe.

Hoofddoelstelling

Het ruimtelijk beleid zal moeten inspelen op deze verandering van positie en functie van het landelijk gebied. Dit vraagt om een andere benadering van de ruimtelijke ordening en een andere sturing van ontwikkelingen, waarbij ontwikkelingen worden getoetst op hun ruimtelijke en economische bijdrage aan het landelijk gebied. De specifieke kwaliteiten, kansen en ontwikkelingsrichtingen voor de gemeente Sluis staan daarbij centraal. Gelet op het bovenstaande luidt de hoofddoelstelling voor het bestemmingsplan Buitengebied als volgt:

Behoud en ontwikkeling van de economische vitaliteit en de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied.

Het gaat daarbij nadrukkelijk om de combinatie en de onderlinge wisselwerking en versterking van economische vitaliteit en ruimtelijke kwaliteit: zoeken naar een breder sociaal - economisch draagvlak dat tevens bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied, ruimtelijke kwaliteit als vliegwiel voor economische activiteit.

De hiervoor beschreven hoofddoelstelling, de nadere concretisering daarvan en de afweging tussen de sectorale wensbeelden zijn verder uitgewerkt tot een gebiedsvisie voor het plangebied. Deze visie is weergegeven op de figuren 4.1 (Basiszonering gebiedsvisie) tot en met 4.5 (Streefbeelden). Op deze kaarten is het beleid gevisualiseerd om voor de komende jaren sturing te geven aan behoud en ontwikkeling van zowel de economische vitaliteit als de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied van Sluis.