Plan: | Woonwijken Zevenbergen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1709.wonenzevenbergen15-0401 |
Toetsingskader
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:
Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen belastende en gevoelige functies met betrekking tot milieu mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is gebaseerd op de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009).
In dit bestemmingsplan wordt, vanwege de verschillende karakters van de gebieden waar bedrijven aanwezig zijn/mogelijk worden gemaakt, gebruikgemaakt van twee Staten van Bedrijfsactiviteiten:
Ad 1 SvB 'bedrijventerrein'
De SvB 'bedrijventerrein' is toegespitst op de milieuzonering van bedrijventerreinen en gebaseerd op de 'voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen'. Deze SvB gaat uit van het aanhouden van richtafstanden tussen bedrijfsactiviteiten en milieugevoelige functies. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'; voor andere omgevingstypen dan een rustige woonwijk kunnen kleinere richtafstanden worden gehanteerd3.
Ad 2 SvB 'functiemenging'
De SvB 'functiemenging' is gebaseerd op de 'voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging' uit de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (VNG 2009). De SvB 'functiemenging' wordt gehanteerd in gemengde gebieden. Om de toelaatbaarheid van milieubelastende activiteiten te bepalen wordt hierbij niet uitgegaan van aan te houden afstanden, maar van activiteiten die toelaatbaar zijn naast of onmiddellijk boven woonbebouwing.
Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de beide Staten van Bedrijfsactiviteiten wordt verwezen naar bijlage 2.
Toelaatbaarheid per gebied
Bedrijven langs de Huizersdijk
Het gebied langs de Huizersdijk, waar bedrijven gevestigd zijn, kan worden beschouwd als uitloper van het bestaande bedrijventerrein Huizersdijk. De bedrijven liggen langs de rand van de bestaande woonwijk. De afstand tussen de bestaande woningen (bouwvlak) en de betreffende bedrijfspercelen bedraagt 11 tot 26 m. Vanwege de aanwezigheid van deze bestaande woningen zijn ter plaatse van de betreffende bedrijfspercelen bedrijven uit maximaal categorie 2 van de SvB 'bedrijventerrein' in het algemeen toegestaan. Dit zijn bedrijven met een richtafstand van 10 m ten opzichte van een gemengd gebied. Het gebied wordt gelet op het karakter beschouwd als een gemengd gebied: de bedrijven vormen een uitloper van een bestaand bedrijventerrein, waarbij aan de noordzijde woningen in een gemengde setting met andere functies gevestigd zijn. Ter plaatse zijn naast woningen ook andere functies als kantoren, bedrijvigheid, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen planologisch mogelijk.
Overig deel plangebied waar bedrijven aanwezig zijn
Het overige deel van het plangebied bestaat voornamelijk uit woongebied waar grote en hinderlijke bedrijven niet gewenst zijn. Om echter de ruimte zo doelmatig mogelijk te benutten, is een beperkte mate van functiemenging wenselijk. Binnen het plangebied worden daarom bedrijven uit milieucategorie B1 algemeen toelaatbaar geacht. Dit zijn bedrijven die direct naast, onder of boven woningen toelaatbaar zijn en zodanig weinig milieubelastend zijn dat de eisen uit het bouwbesluit voldoende zijn om relevante milieuhinder te voorkomen. Met behulp van de SvB 'functiemenging' (bijlage 1 van de regels) wordt bepaald welke bedrijven binnen de algemene toelaatbaarheid vallen.
Inventarisatie bedrijven
In het plangebied voorkomende bedrijfsactiviteiten zijn geïnventariseerd en ingeschaald op basis van de categorieën uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' (zie bijlage 1). Een enkel bedrijf in het plangebied valt in een hogere categorie dan de algemeen toelaatbare categorie. Dit bedrijf wordt mogelijk gemaakt met een specifieke aanduiding. Bij bedrijfsbeëindiging of -verplaatsing kan zich op die locatie alleen nog een gelijksoortig bedrijf vestigen, of een bedrijf dat past binnen de algemene toelaatbaarheid. Op deze manier wordt onaanvaardbare hinder uitgesloten.
Conclusie
Het aspect milieuhinder en bedrijven levert geen belemmering op voor de uitvoering van het plan. Het voorliggend bestemmingsplan betreft een consoliderend plan. Nieuwe hinderveroorzakende en gevoelige functies worden niet mogelijk gemaakt. Door het toepassen van een milieuzonering worden hindersituaties voorkomen.