direct naar inhoud van 4.3 Nieuwe ontwikkelingen
Plan: Buitengebied, 3e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1709.Buitengebied3eherz-0401

4.3 Nieuwe ontwikkelingen

Met het bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening wordt een aantal nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt.

Per locatie wordt allereerst de beoogde ontwikkeling kort beschreven. Vervolgens worden de overwegingen benoemd die de gemeente aanleiding geven aan de ontwikkeling medewerking te verlenen. Waar dat aan de orde is worden de uitkomsten van onderzoek dat verricht is vermeld. Bij enkele ontwikkelingen wordt verwezen naar een reeds opgestelde Ruimtelijke Onderbouwing (RO). Deze RO's zijn gebundeld in een bijlagenboek, welke separaat bij het bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd. In bijlage 2 is de inhoudsopgave van dit bijlagenboek opgenomen. Ten slotte wordt de inhoud van de nieuwe regeling beschreven. Daarbij is aangesloten bij de regelingen die gelden op basis van de bestemmingsplannen Buitengebied, Buitengebied 1e herziening en Buitengebied 2e herziening.

C.1 Kraaiendijk 25, Heijningen (kaartblad 4)

Gewenste ontwikkeling

Het positief bestemmen van een bestaande bed & breakfastvoorziening.

Overwegingen gemeente

Op de locatie Kraaiendijk 25 is een woning aanwezig die in het bestemmingsplan Buitengebied voorzien is van de bestemming Woondoeleinden. Hier is sinds 2007 een bed & breakfast gevestigd. Voor de realisatie van deze bed & breakfast is bij brief van 16 juni 2010 vrijstelling van het bestemmingsplan Buitengebied verleend. Daarbij is vastgesteld dat ter plaatse voldaan wordt aan de voorwaarden die genoemd zijn in artikel 34 van de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied 1e herziening. Het betreft een kleinschalige voorziening. Op de locatie is circa 250 m² aan bestaande bebouwing aanwezig zijnde het woonhuis en de voormalige stallen. In de stallen zijn twee gastenslaapkamers ingericht. De bed & breakfast heeft maximaal 4 slaapplaatsen gesitueerd binnen de bestaande bebouwing. Ter zake van het verstrekken van dranken en maaltijden is van belang dat het te allen tijde om een kleinschalige voorziening moet blijven gaan en dat doorgroei naar een restaurant niet aan de orde kan zijn.

Naar aanleiding van een ingediende inspraakreactie op het voorontwerpbestemmingsplan, wordt het kadastrale perceel M13 opgenomen in het bestemmingsplan. De eigenaar heeft verzocht de bestemming te wijzigen van Verkeer, dijk naar Tuin+, in verband met het huidige gebruik als moestuin. Zoals beschreven in de Nota van beantwoording inspraak en overleg heeft de gemeente ingestemd met deze wijziging.

Nieuwe regeling

De locatie wordt bestemd voor Wonen - 1 (W - 1) met de aanduiding 'bed & breakfast' (bb). Op grond hiervan mag de bestaande bebouwing worden gebruikt voor bed & breakfast. Het kadastrale perceel M13 wordt bestemd voor Tuin - 2.

C.2 Oude Heijningseweg 3, Heijningen (kaartblad 4)

Gewenste ontwikkeling

Het perceel heeft in het bestemmingsplan Buitengebied de bestemming 'Agrarische aanverwante doeleinden' met een subbestemming 'groothandel in en/of opslag van agrarische producten' met een maximale milieucategorie van 2. De activiteiten die Breure Grondwerken B.V. op deze locatie uitvoert zijn dienstverlening ten behoeve van de landbouw (loonbedrijf), grondverzet en de verhuur en verkoop van stalen rijplaten. Door de gemeente is vastgesteld dat het bedrijf valt in milieucategorie 3.1. Gezien de activiteiten en de milieucategorie waarin het bedrijf valt, past het niet binnen het vigerende bestemmingsplan.

Overwegingen gemeente

Breure is sinds 2005 gevestigd op de locatie aan de Oude Heijningseweg. De gemeente is van mening dat het agrarisch aanverwant bedrijf past op deze huidige locatie. De bedrijfsvoering past binnen de omgeving en ondersteund de agrarische functie in het gebied. De gemeente is dan ook voornemens mee te werken aan de legalisatie van het bedrijf indien sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Overigens wordt, met betrekking tot het wijzigen van de bestemming Agrarische doeleinden in de bestemming Agrarisch aanverwante doeleinden/loonbedrijf, vastgesteld dat voldaan wordt aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid (artikel 35) van het bestemmingsplan Buitengebied 2e herziening. Gegeven de situering van het bedrijf wordt de bedrijfsvoering van nabijgelegen agrarische bedrijven niet belemmerd en bestaande waarden van natuur en landschap worden niet aangetast.

In opdracht van het bedrijf is door RBOI Rotterdam een ruimtelijke onderbouwing opgesteld d.d. 10 mei 2012 (zie separaat bijlagenboek). Hierin is de volgende conclusie opgenomen.

'In de wijzigingsbevoegdheid is als voorwaarde opgenomen dat door toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen onevenredige milieuhinder mag ontstaan. Uit de in deze onderbouwing onderzochte aspecten blijkt dat deze geen belemmering vormen voor het plan. Door de functiewijziging worden geen andere belangen onevenredig geschaad. De conclusie is dan ook dat medewerking kan worden verleend aan de functiewijziging. Bij de ontwikkeling is dan ook sprake van een goede ruimtelijke ordening.'

Nieuwe regeling

Het perceel wordt bestemd voor Agrarisch - Agrarisch Aanverwant (A - AA) met de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf' (al) waar ter plaatse een agrarisch loonbedrijf, grondverzet en de opslag van niet-agrarische goederen in ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten is toegestaan. Op basis van het bepaalde in artikel 35 lid 1 en lid 2 van het bestemmingsplan Buitengebied valt de gewenste aanpassing onder de regeling voor vervolgfuncties. In samenhang hiermee wordt ter plaatse van het bouwvlak de aanduiding 'voormalig agrarisch bedrijf' opgenomen. In samenhang hiermee mogen er geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en mogen aanwezige gebouwen niet worden uitgebreid wat betreft oppervlakte en hoogte.

C.3 Oudemolensedijk 9, Fijnaart (kaartblad 5)

Gewenste ontwikkeling

Bij de gemeente Moerdijk zijn in het verleden twee aanvragen binnengekomen voor de vestiging van een brandstoffenverkooppunt in het buitengebied aan de westzijde van Fijnaart. Na een distributieplanologisch onderzoek (DPO) in 2006 is besloten één van de twee beoogde locaties positief te bestemmen (hoek Molenstraat-Appelaarsedijk). Het toenmalige DPO kwam tot de conclusie dat slechts voor één nieuwe aanbieder van brandstoffen distributieplanologische ruimte aanwezig is. Aan de vestiging van het tweede brandstoffenverkooppunt aan de Oudemolensedijk 9 is daarom geen verdere medewerking meer verleend.

Voor de locatie Oudemolensedijk 9 in Fijnaart is vervolgens herhaaldelijk onderzocht in hoeverre marktruimte aanwezig is voor vestiging van een brandstoffenverkooppunt. Deze onderzoeken maakten echter nooit een definitief oordeel mogelijk over de toelaatbaarheid van de vestiging van het brandstoffenverkooppunt. Uit een opnieuw ingesteld onderzoek, uitgevoerd door RBOI Rotterdam bv d.d. 10 december 2009 (zie separaat bijlagenboek), is gebleken dat gesteld kan worden dat er toch voldoende marktruimte aanwezig is voor vestiging van een brandstoffenverkooppunt aan de Oudemolensedijk 9.

Overwegingen gemeente 

Op basis van het hierboven genoemde opnieuw ingestelde onderzoek en een nieuw distributief planologisch onderzoek (DPO) in 2010 (zie separaat bijlagenboek), waaruit is gebleken dat er voldoende marktruimte is voor de vestiging van een brandstoffenverkooppunt op de betreffende locatie, wordt aan deze ontwikkeling medewerking verleend. In opdracht van de gemeente is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld waarin onderzocht wordt of voldaan wordt aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en of er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor de gewenste ontwikkeling. In de Ruimtelijke Onderbouwing d.d. 30 maart 2012, opgesteld door RBOI Rotterdam bv (zie separaat bijlagenboek), is de volgende conclusie opgenomen.

'Hoewel de realisatie van het brandstoffenverkooppunt afwijkt van het vigerende bestemmingsplan, is het project, gelet op ruimtelijke, verkeerskundige en distributieplanologische randvoorwaarden, ruimtelijk aanvaardbaar. Het project is, mede gelet op het landschapsplan, ruimtelijk goed inpasbaar en speelt in op voldoende marktvraag. Ook de overige in deze onderbouwing behandelde aspecten vormen geen belemmering voor het plan. Door de realisering van het tankstation worden geen andere belangen onevenredig geschaad. De conclusie is dan ook dat medewerking kan worden verleend aan de beoogde ontwikkeling.'

De locatie aan de Oudemolensedijk 9 is gelegen tussen een Bedrijfsbestemming en een Detailhandelsbestemming. Het is gelegen naast een afrit van de A59. Het betreft een agrarisch onbebouwd perceel. De agrarische mogelijkheden van het perceel zijn gezien de ligging echter zeer beperkt. Bij de voorgenomen ontwikkeling wordt aangesloten bij de naastgelegen bestemmingen. Hiernaast wordt de ontwikkeling landschappelijk ingepast en is met de initiatiefnemer een overeenkomst gesloten waarin deze afspraken zijn vastgelegd. Op basis van de uitgevoerde onderzoeken, gesprekken met initiatiefnemer en het gestelde in de ruimtelijke onderbouwing ziet de gemeente geen directe ruimtelijke belemmeringen om medewerking te verlenen aan het verzoek.

Nieuwe regeling 

De locatie wordt voorzien van de bestemming Bedrijf (B) met een bouwvlak en de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen' (vm) waar ter plaatse een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg-verkoop is toegestaan. Ter plaatse is een maximum bebouwingsoppervlak van 240 m² opgenomen.

C.4 Stadsedijk 28 en 30, Oudemolen (kaartblad 5)

Gewenste ontwikkeling

De locaties Stadsedijk 28 en 30 zijn in het bestemmingsplan Buitengebied samen bestemd voor Agrarische doeleinden (A) met één bouwstede. Op de locatie Stadsedijk 28 zijn de opstallen van een voormalig agrarisch bedrijf aanwezig. Het betreft de voormalige bedrijfswoning met drie bijgebouwen en een opslagloods. De opslagloods is verkocht aan de eigenaar van Stadsedijk 30 en in gebruik voor de opslag van agrarische producten. De eigenaren van beide locaties hebben de gemeente verzocht om de locatie Stadsedijk 28 te bestemmen voor een burgerwoning en de locatie Stadsedijk 30 te bestemmen voor Agrarisch aanverwante doeleinden met een bedrijfswoning.

Overwegingen gemeente

Voor de locatie Stadsedijk 28 is een verzoek ingediend om de agrarische bestemming om te zetten naar een woonbestemming. De locatie is beoordeeld in het kader van het VAB-beleid. Op de locatie is een woonboerderij aanwezig bestaande uit een voorhuis met aangebouwde stal, een vrijstaande schuur, een lage schuur en een berging. De aan de westzijde van de woning Stadsedijk 30 aanwezige grote loods met aanbouw behoort bij de bebouwing van Stadsedijk 28. De bebouwing bestaat uit oudere, qua vormgeving en materiaalkeuze, goed op elkaar afgestemde bebouwing en uit minder goed daarbij passende bebouwing. De lage schuur detoneert bij het ensemble van de woonboerderij en de andere roodbedekte schuren. Aan de oostzijde staat de berging nadrukkelijk in het zicht vanaf de dijk en verstoort het ruimtelijk beeld van de overige onder rode pannendaken gebouwde opstanden. De schuur is stedenbouwkundig gezien een groot obstakel voor het pand Stadsedijk 30. Verder is sprake van een goede erfbeplanting.

Met betrekking tot het wijzigen van de bestemming Agrarische doeleinden in de bestemming Wonen wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid (artikel 35) van het bestemmingsplan Buitengebied 2e herziening. Ruimtelijk gezien is er naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar tegen de genoemde bestemmingswijziging voor de locatie Stadsedijk 28. Sloop van de opslagloods is niet realistisch, brengt hoge sloopkosten met zich mee en leidt tot kapitaalsvernietiging. Na omzetting zal op de locatie de aanduiding (vab) worden opgenomen waardoor de bouwmogelijkheden voor de toekomst worden beperkt.

De locatie Stadsedijk 30 is in het bestemmingsplan Buitengebied abusievelijk opgenomen in de agrarische bouwstede. In het voorgaande bestemmingsplan was de locatie bestemd voor wonen, hetgeen recht doet aan de bestaande situatie. De eigenaar heeft de opslagloods behorende bij Stadsedijk 28 opgekocht en wenst het huidige gebruik (opslag agrarische producten) voort te zetten. Om deze bestemmingswijziging mogelijk te maken is door Wematech Milieu Adviseurs bv een ruimtelijke onderbouwing opgesteld d.d. 25 oktober 2012 (zie separaat bijlagenboek). Hierin is de volgende conclusie opgenomen:

'Uit onderhavige ruimtelijke onderbouwing blijkt dat het initiatief om de bestemming van de Stadsedijk 30 om te zetten naar 'Agrarisch aanverwant' past binnen de beleidskaders zoals gesteld in de Structuurvisie Noord-Brabant en de Verordening Ruimte van de provincie. Tevens voldoet het initiatief aan de beleidsregels VAB van de gemeente en de wijzigingsbevoegdheid opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Moerdijk. Ten aanzien van de milieu- en omgevingsaspecten zijn er geen belemmeringen voor de voorgestane ontwikkeling. Tot slot wordt het initiatief financieel-economisch haalbaar geacht. Uit onderliggende ruimtelijke onderbouwing zijn er geen aspecten aan het licht gekomen die het initiatief belemmeren. Op basis van onderliggende ruimtelijke onderbouwing kan het initiatief doorgang vinden.'

In de Ruimtelijke onderbouwing is een landschappelijk inpassingsplan opgenomen.

De gemeente onderschrijft de conclusies uit het uitgevoerde onderzoek en kan daarmee instemmen met de gevraagde bestemmingswijziging voor de locatie Stadsedijk 30.

Nieuwe regeling

De woning Stadsedijk 28 met drie kleine bijgebouwen wordt bestemd voor Wonen - 1 (W - 1), met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijfscomplex' (sw - vab).

De woning Stadsedijk 30 met de opslagloods wordt bestemd voor Agrarisch - Agrarisch Aanverwant (A- AA), met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijfscomplex' (sw - vab). Tevens wordt de aanduiding 'opslag' (op) opgenomen, waar ter plaatse opslag van agrarische producten van derden in ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten is toegestaan.

De overige agrarische gronden ter plaatse van de agrarische bouwstede worden bestemd voor Agrarisch (A), zonder bouwvlak.

C.5 Stadsedijk 45c, Oudemolen (kaartblad 5)

Gewenste ontwikkeling

Op de locatie Stadsedijk 45c in Oudemolen is het bedrijf Bezooijen & Schreuders BV gevestigd. De initiatiefnemer wenst op deze locatie een bedrijfswoning te realiseren, hetgeen op basis van het geldende bestemmingsplan niet is toegestaan. De initiatiefnemer heeft daarom bij de gemeente verzocht tot het oprichten van een bedrijfswoning in de zuidelijke punt van het perceel.

Overwegingen gemeente

Ruimtelijk gezien zijn er naar het oordeel van de gemeente geen directe bezwaren tegen de voorgenomen bouw van de bedrijfswoning. Wel is het van belang dat wordt onderzocht of de locatie voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor omliggende functies. Hiertoe heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing op laten stellen door CUMELA Advies d.d. november 2011 (zie separaat bijlagenboek). Hierin is de volgende conclusie opgenomen.

'Voor het realiseren van een bedrijfswoning op het perceel Stadsedijk 45 c te Oudemolen ten behoeve van het bedrijf Bezooijen & Schreuders BV is een aantal toetsingscriteria van belang. De noodzaak en achtergrond voor de continuïteit van het bedrijf én voor de familie Schreuders zelf is middels het verzoek van 8 december 2010 en aanvulling 30 maart 2011 aangetoond. De bedrijfstechnische noodzaak in relatie tot het beleidskader is beoordeeld en hierover is positief geadviseerd door de AAB-commissie te Tilburg. De provinciale Structuurvisie/Verordening geeft het toetsingskader voor onderhavige ontwikkeling weer. Relevant hierbij zijn de voorwaarden van artikel 11.1, lid 2 alsmede het gemeentelijk beleid, waaronder het bestemmingsplan. Door middel van deze ruimtelijke onderbouwing is aangetoond dat aan genoemde voorwaarden is/wordt voldaan.

  • De noodzaak vanwege de bedrijfsvoering is aangetoond (zie hiervoor).
  • Er is geen sprake van een eerder afgestoten bedrijfswoning.
  • Rekening houdend met de kenmerken van het gebied, het gestelde in artikel 2.2 van de Verordening en het gemeentelijke beleid, is invulling gegeven aan een goede ruimtelijke inpassing en daarmee een kwaliteitsverbetering voor de omgeving.

Milieuhygiënisch en ruimtelijk zijn er geen aspecten welke dusdanig negatief beïnvloed worden, dat daardoor de planuitwerking belemmerd wordt of niet mogelijk zou zijn.

Geconcludeerd wordt dat in deze ruimtelijke onderbouwing afdoende is verwoord en aangetoond vanuit verschillende invalshoeken dat een bestemmingsplanwijziging voor de onderhavige locatie mogelijk is.' Tussen de gemeente en de initiatiefnemer is een overeenkomst gesloten.

De gemeente stemt in met de conclusie in de ruimtelijke onderbouwing en maakt de realisatie van een bedrijfswoning mogelijk. Van belang daarbij is dat mede naar aanleiding van de overlegreactie van de provincie aanvullend een landschapelijk inpassingsplan is opgesteld.

Nieuwe regeling

De locatie wordt voorzien van een bouwvlak met de bestemming Agrarisch - Agrarisch Aanverwant (A-AA) met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - groothandel agrarisch producten' (sa-gap) waar ter plaatse een groothandel in en/of opslag van agrarische producten/agrarisch loonbedrijf in ten hoogste categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten is toegestaan. Het maximale bebouwingsoppervlak van 3.000 m² blijft gehandhaafd. Op dit bouwvlak is één bestaande bedrijfswoning toegestaan, waarbij uit het begrip 'bestaand' in artikel 1 herleid kan worden dat een vergunde woning, welke nog niet gebouwd is, tevens onder het begrip 'bestaand' valt.

C.6 Tonsedijk 26 en 28, Klundert (kaartblad 5)

Gewenste ontwikkeling

De eigenaar van Tonsedijk 26 heeft het kadastrale perceel 2212 in eigendom, welke voor Agrarische doeleinden (A) is bestemd in het bestemmingsplan Buitengebied 2004. De eigenaar van Tonsedijk 28 heeft de kadastrale percelen 2199 en 2197 in eigendom, welke beide voor Agrarische doeleinden (A) zijn bestemd in het bestemmingsplan Buitengebied 2004. Alle drie de percelen zijn door middel van een sloot afgesneden van het achterliggende agrarische land en hierdoor niet langer agrarisch te gebruiken. De eigenaren verzoeken de bestemming te wijzigen naar de bestemming Tuin+ op basis van de in het bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid.

Overwegingen gemeente

De betreffende gronden hebben in het bestemmingsplan Buitengebied de bestemming Agrarische doeleinden zonder bouwmogelijkheden (A). In het bestemmingsplan Buitengebied is in artikel 2.6 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze maakt het voor burgemeester en wethouders mogelijk om gronden met de bestemming Agrarische doeleinden (A) te wijzigen in de bestemming Tuinen met de nadere aanwijzing + met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • uitsluitend de bestemming van gronden die grenzen aan de bestemming Woondoeleinden mag worden gewijzigd;
  • een besluit tot wijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden in eigendom zijn overgedragen;
  • de gebruikssituatie op aangrenzende gronden mag niet onevenredig worden aangetast;
  • de bepalingen van artikel 18 (Tuinen) zijn van overeenkomstige toepassing.

 

De gronden zijn in eigendom van de bewoners van Tonsedijk 26 en 28 en worden niet gebruikt voor agrarische doeleinden. Gegeven de situering van de gronden en de goede begrenzing van het perceel kan de gemeente instemmen met het wijzigen van de bestemming.

Nieuwe regeling

De kadastrale percelen 2212, 2199 en 2197 worden bestemd voor Tuin-2 (T-2).

C.7 Zwingelspaansedijk 16, Fijnaart (kaartblad 5)

Gewenste ontwikkeling

Op de locatie Zwingelspaansedijk 16 wordt een akkerbouwbedrijf in combinatie met een pluimveehouderij geëxploiteerd. Het bedrijf is in het bestemmingsplan Buitengebied 1e herziening voorzien van een bouwvlak met de bestemming Agrarische doeleinden intensieve veehouderij (Aiv). Aangegeven is dat het hier om een duurzame locatie voor intensieve veehouderij gaat.

De initiatiefnemer wenst een 4e pluimveestal te bouwen van circa 1.300 m², buiten het in het bestemmingsplan Buitengebied toegekende bouwvlak, alsmede een mestbassin met een oppervlakte van 625 m² en een inhoud van 2.500 m³, te realiseren buiten het toegekende bouwvlak. Gezamenlijk bedraagt de bebouwing, in gebruik voor de productietak intensieve veehouderij, 5.350 m². Het totale bouwvlak bedraagt 1,85 ha, waarvan 1,08 ha in gebruik is voor de intensieve veehouderij en het overige oppervlak voor het akkerbouwbedrijf.

Aanvullend wordt vastgesteld dat bij het toekennen van het bouwvlak in het bestemmingsplan Buitengebied 1e herziening, naar aanleiding van een zienswijze, ten onrechte geen rekening is gehouden met een 3e vleeskuikenstal, die eerder door middel van artikel 19 WRO vergund is. De provincie heeft hier op 17 april 2008 goedkeuring aan verleend.

Overwegingen gemeente

Ter onderbouwing van de gevraagde ontwikkeling is door ZLTO Advies d.d. 23 maart 2012 een ruimtelijke onderbouwing (zie separaat bijlagenboek) opgesteld. Hierin is de volgende conclusie opgenomen.

'De afweging van de verschillende belangen die heeft plaatsgevonden leidt tot de conclusie dat de uitbreiding van de vleeskuikenhouderij aan de Zwingelspaansedijk 16 ruimtelijk aanvaardbaar is, omdat:

  • het initiatief wordt gesitueerd op een daarvoor geschikte locatie en past binnen de ruimtelijke structuur ter plaatse;
  • er sprake is van een duurzame locatie voor intensieve veehouderij en het initiatief daardoor inpasbaar is binnen het ruimtelijk beleid van provincie (Verordening Ruimte) en gemeente (wijzigingsbevoegdheid bestemmingsplan Buitengebied);
  • ook binnen de toekomstige functie van het gebied als agrarisch gebied, de uitbreiding beleidsmatig aanvaardbaar is;
  • er geen natuurwaarden worden aangetast en er voldoende afstand bestaat ten opzichte van (zeer) kwetsbare natuurgebieden;
  • milieuaspecten geen belemmeringen opleveren doordat er vanuit het oogpunt van ammoniak voldoende afstand in acht wordt genomen tot kwetsbare gebieden en vanuit het oogpunt van geurhinder er voldoende afstand in acht wordt genomen tot geurgevoelige objecten en tevens geen overschrijding van de normen plaatsvindt;
  • ten aanzien van luchtkwaliteit kan worden gesteld dat er geen significante verslechtering optreedt;
  • het initiatief past binnen de beleidskaders van het Waterschap in het kader van hydrologisch neutraal bouwen;
  • stedenbouwkundig wordt aangesloten op de ruimtelijk-functionele karakteristiek van de agrarische omgeving. Zowel qua bebouwingsstructuur als landschapsstructuur is de uitbreiding inpasbaar. Voor het plan is in samenwerking met het Brabants Landschap een landschappelijk inpassingsplan opgesteld;
  • het initiatief inpasbaar is binnen het verkeersbeeld;
  • eenvoudig aangesloten kan worden op bestaande of nieuwe (technische) infrastructuur.

Op grond hiervan wordt geconcludeerd dat het initiatief ruimtelijk aanvaardbaar en inpasbaar is. De omgeving kan aangemerkt worden als geschikt voor de beoogde ontwikkeling.'

De gemeente onderschrijft de conclusies van het uitgevoerde onderzoek. Aanvullend heeft de gemeente de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen (AAB) om advies verzocht. In haar advies van 21 december 2010 komt de AAB tot de conclusie dat de gevraagde uitbreiding met een 4e vleeskuikenstal en de aanleg van een mestbassin de agrarische bedrijfsvoering ten goede komt. Voor de locatie is een landschappelijk inpassingsplan opgesteld waarmee de gemeente heeft ingestemd. Tevens is tussen de initiatiefnemer en de gemeente een overeenkomst gesloten.

Naar aanleiding van de overlegreactie van de provincie Noord-Brabant wordt binnen het bouwvlak de aanduiding 'intensieve veehouderij' opgenomen om aan te geven op welk deel van het bouwvlak de bedrijfsgebouwen ten behoeve van de intensieve veehouderij gepositioneerd dienen te worden. Deze aanduiding omvat niet meer dan 1,5 ha en de locatie voldoet daarmee aan de Verordening Ruimte 2012.

Nieuwe regeling

Het bouwvlak wordt zodanig vergroot dat de vierde stal en het mestbassin binnen het bouwvlak vallen. Het bouwvlak wordt voorzien van de bestemming Agrarisch - Intensieve veehouderij (A - IV), met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - duurzame locatie intensieve veehouderij' (sa - div). Tevens wordt ter plaatse van de bedrijfsgebouwen ten dienste van de intensieve veehouderij de aanduiding 'intensieve veehouderij' opgenomen en een maximum bebouwingsoppervlakte van 5.350 m². De rest van het bouwvlak mag geheel bebouwd worden ten behoeve van het akkerbouwbedrijf.

C.8 Drogedijk 61, Fijnaart (kaartblad 5.3)

Gewenste ontwikkeling

Op de locatie Drogedijk 61 is een woning aanwezig die in het bestemmingsplan Buitengebied voorzien is van de bestemming Woondoeleinden* (W*). Ter plaatse is een serre gebouwd aan de achterzijde van de woning. De serre valt buiten het bestemmingsvlak Woondoeleinden* en binnen de bestemming Water. Voor de aanbouw is geen bouwvergunning aangevraagd. De initiatiefnemer heeft verzocht om de serre alsnog te legaliseren.

Overwegingen gemeente

Ter onderbouwing van de aanvraag is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld door WD Advisering d.d. 13 augustus 2010 (zie separaat bijlagenboek). In de ruimtelijke onderbouwing is de aanbouw getoetst in het kader van de aspecten bodem, geluid, externe veiligheid, bedrijven en milieuzonering, luchtkwaliteit, flora en fauna en archeologie. Geen van de aspecten leidt tot belemmeringen voor het plan of geeft aanleiding tot nader onderzoek.

De gemeente onderschrijft de uitkomsten van het uitgevoerde onderzoek en stemt om die reden in met het legaliseren van de aanbouw. De initiatiefnemer heeft met de gemeente een overeenkomst gesloten.

Aangezien de aanbouw op een bestaande watergang gebouwd is, dient een vervangende watergang aangelegd te worden. Hierover is overeenstemming bereikt met het Waterschap Brabantse Delta. Ten behoeve hiervan hebben grondtransacties plaatsgevonden met de eigenaren van aangrenzende gronden, waaronder het Waterschap Brabantse Delta. Ook de nieuwe loop van de watergang wordt correct bestemd.

Nieuwe regeling

Het bouwvlak wordt zodanig vergroot dat de serre binnen het bouwvlak komt te liggen. Aan het bouwvlak wordt de bestemming Wonen - 2 (W - 2) toegekend. De nieuwe watergang wordt bestemd voor Water (WA).

Gewijzigde vaststelling

Op basis van een ambtshalve aanpassing wordt het bestemmingsplan voor deze locatie gewijzigd vastgesteld. In de Nota van beantwoording inspraak en overleg is aangegeven dat, naar aanleiding van de overlegreactie van het waterschap Brabantse Delta, de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering op de verbeelding waar nodig wordt opgenomen of aangepast. Dit is abusievelijk niet correct gebeurd voor alle relevante locaties. Voor de locatie Drogedijk 61 wordt daarom alsnog de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering opgenomen.

C.9 Zevenbergseweg 13, Klundert (kaartblad 6)

Gewenste ontwikkeling

Aan het kadastrale perceel G282 is in het bestemmingsplan Buitengebied de bestemming Groen toegekend. Dit is niet conform de feitelijke situatie, namelijk regulier agrarisch gebruik. De eigenaar verzoekt een passende bestemming op te nemen.

Overwegingen gemeente

Het perceel is gelegen in agrarisch gebied. Rondom zijn de percelen bestemd voor agrarisch gebruik. Gelet op het bestaande gebruik ziet de gemeente geen ruimtelijke bezwaren om de bestemming te wijzigen naar Agrarisch.

Nieuwe regeling

Het kadastrale perceel G282 is gelegen in de zone ALO en wordt conform de plansystematiek bestemd voor Agrarisch (A). De propyleen leiding (zebraleiding), welke het perceel doorkruist, wordt in het bestemmingsplan opgenomen met de dubbelbestemming Leiding - Brandstof.

C.10 Klundertseweg 27, Zevenbergen (kaartblad 6.3)

Gewenste ontwikkeling

Het verzoek betreft de uitbreiding van de bestemming Wonen op de locatie Klundertseweg 27 ten koste van de Tuin+ bestemming. Dit ten behoeve van de sloop van twee bestaande schuren (58 m²) en de herbouw van één nieuwe schuur (50 m²). Door de eigenaar is ter onderbouwing van dit verzoek aangegeven dat de twee bestaande te slopen schuren een totaal verschillende bouwstijl en materiaalgebruik hebben. Ze vormen geen eenheid en staan ook nog eens haaks op elkaar. De nieuwe schuur wordt gebouwd in de stijl van de woning en omgeving met gebruik van duurzame materialen. Op beide naastgelegen percelen staan grote schuren in dezelfde bouwstijl. Aan beide zijden van het woonperceel staat veel groene beplanting en een haag, hetgeen aangevuld zal worden met een haag ter plaatse van de te slopen schuur.

Overwegingen gemeente

Het oppervlak van de nieuwe schuur past binnen het maximaal toegestane oppervlak aan bijgebouwen bij een woning. Door de sloop van de twee bestaande schuren en de bouw van een kleinere nieuwe schuur in de stijl van zijn omgeving, neemt de ruimtelijke kwaliteit toe. Tevens wordt de nieuwe schuur voldoende landschappelijk ingepast. De gemeente ziet geen ruimtelijke bezwaren voor de wijziging. Zowel de sloop van de schuren, het maximale oppervlak en de landschappelijke inpassing zijn vastgelegd in een overeenkomst met de eigenaar.

Nieuwe regeling

Het vigerende bouwvlak met de bestemming Woondoeleinden wordt uitgebreid waardoor de nieuwe schuur binnen het bouwvlak komt te liggen. Het nieuwe bouwvlak krijgt, conform de plansystematiek, de bestemming Wonen - 1 (W - 1). De bijbehorende tuin krijgt, conform de plansystematiek, de bestemming Tuin - 2.

C.11 Moerdijkseweg 1, Zevenbergschen Hoek (kaartblad 7)

Gewenste ontwikkeling

Het op deze locatie gevestigde hotel/restaurant wil ter plaatse een tankstation vestigen. Op het terrein is reeds een onbemand tankstation voor vrachtwagens aanwezig. Het beoogde nieuwe onbemande tankstation zal alleen ingericht worden voor personenauto's, bestelauto's en busjes. Er zal geen lpg verkocht worden. Tevens wil men ter plaatse een 15 m hoge reclamemast/prijzenbord/lichtkrant realiseren.

Overwegingen gemeente

Ter onderbouwing van de ontwikkeling is in opdracht van de initiatiefnemer een distributieplanologisch onderzoek (DPO) en een Ruimtelijke Onderbouwing opgesteld.

In het DPO (DPO Zevenbergschen Hoek d.d. 26 mei 2010, Bureau Star Line) (zie separaat bijlagenboek) wordt de volgende conclusie getrokken:

'Een onbemand tankstation op de onderzoekslocatie is economisch uitvoerbaar. Er zullen geen duurzame ontwrichtingen van het voorzieningenniveau in het verzorgingsgebied worden veroorzaakt; zulks omdat er meer volume-potentieel in het directe verzorgingsgebied aanwezig is dan thans omgezet wordt en het indirecte verzorgingsgebied gezien de infrastructuur hoe dan ook niet van invloed is op de onderzoekslocatie, los van het feit dat ook hier geen sprake zal zijn van duurzame ontwrichting.'

Op verzoek van de gemeente Moerdijk heeft RBOI-Rotterdam een eerdere versie van het DPO rapport d.d. 29 maart 2010 beoordeeld. In het advies van RBOI van 17 mei 2010 wordt de conclusie getrokken dat het onderzoek compleet en juist onderbouwd is en dat terecht de conclusie wordt getrokken dat er voldoende marktruimte aanwezig is voor de vestiging van een tankstation.

In de door Tauw opgestelde Ruimtelijke Onderbouwing d.d. 9 november 2010 (zie separaat bijlagenboek) is de ontwikkeling getoetst aan de milieuaspecten flora en fauna, archeologie, verkeer, geluid, geur, externe veiligheid, water, bodem en luchtkwaliteit en is de landschappelijk inpassing beoordeeld. Geconcludeerd wordt dat geen van de aspecten leidt tot belemmeringen voor de beoogde ontwikkeling of noodzaakt tot nader onderzoek.

De gemeente onderschrijft de conclusies van het DPO en de Ruimtelijke Onderbouwing. Er zijn geen bezwaren om de ontwikkeling van het onbemande tankstation mogelijk te maken. Tussen de gemeente en de initiatiefnemer is een overeenkomst afgesloten aangaande afspraken met betrekking tot planschade.

Nieuwe regeling

Op de locatie wordt een bouwvlak opgenomen met de bestemming Bedrijf (B) met de functieaanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' (vm). Voor de bouw van de reclamemast wordt binnen de bestemming Verkeer een aanduiding (sb-rm) opgenomen, waarbinnen een reclamemast van 15 m hoog mogelijk wordt gemaakt.

C.12 Slobbegorsedijk 15, Heijningen (kaartblad 8)

Gewenste ontwikkeling

Vastgesteld is dat er op de locatie Slobbegorsedijk 15 gebouwen zijn gerealiseerd zonder bouwvergunning en in afwijking van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied. Het gezamenlijk oppervlakte van de bijgebouwen bedraagt 115 m², terwijl in het bestemmingsplan Buitengebied 80 m² aan bijgebouwen is toegestaan. Daarnaast is vastgesteld dat de goothoogte van een nieuw gerealiseerde aanbouw 5 m bedraagt, terwijl de maximale goothoogte van aanbouwen en bijgebouwen conform het bestemmingsplan Buitengebied 3 m mag bedragen. De bouwhoogte van de nieuw gerealiseerde aanbouw bedraagt 5 m hetgeen past binnen de bestaande regelgeving. Met de eigenaar-bewoner is de gemeente Moerdijk in overleg getreden over de wijze waarop alsnog een passende bestemmingsregeling voor het perceel kan worden opgenomen.

Overwegingen gemeente

De gemeente Moerdijk heeft bij besluit van 19 mei 2009 besloten geen gebruik te maken van haar bevoegdheid handhavend op te treden. Dit gelet op het feit dat:

  • de niet vergunde bouwwerken reeds lang geleden, in elk geval voor 1998 zijn gerealiseerd;
  • er een toezegging zou zijn van de voormalige toezichthouder van de gemeente Heijningen/Fijnaart die aan heeft gegeven dat in afwijking van een vergunning gebouwd mocht worden als alle zeecontainers van het perceel verwijderd zouden worden;
  • aan het besluit niet handhavend op te treden zijn de volgende voorwaarden gebonden:
    • 1. het betreft een persoonsgebonden gedoogbeschikking die echter overdraagbaar is aan een eventuele rechtsopvolger;
    • 2. als de woning voor andere doeleinden wordt gebruikt dan het wonen, wordt de gedoogbeschikking ingetrokken;
    • 3. de woning met de daarbij behorende aanbouwen en bijbehorende bijgebouwen mogen qua vormgeving niet worden gewijzigd en/of vernieuwd;
    • 4. de gedoogbeschikking blijft van kracht totdat de illegaal tot stand gekomen bebouwing is gelegaliseerd in het bestemmingsplan Buitengebied.

In het verlengde hiervan wordt de bestaande situatie thans in het bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening geregeld. Als gevolg van de overlegreactie van de provincie zijn tussen de gemeente en de eigenaar afspraken gemaakt over kwaliteitsverbetering. De bestaande strook (ca 20 meter) met uitheemse beplanting zal vervangen worden door inheemse beplanting. Deze afspraak is vastgelegd in een overeenkomst.

Nieuwe regeling

De locatie wordt voorzien van de bestemming Wonen - 1 (W - 1) met de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - extra bouwmogelijkheden' [sba - eb], waarmee wordt bepaald dat het oppervlak aan bijgebouwen ten hoogste 115 m² mag bedragen met een goothoogte van maximaal 5 m.

C.13 Molendijk 9, Standdaarbuiten (kaartblad 9)

Gewenste ontwikkeling

Op de locatie Molendijk 9 is een agrarisch bedrijf gevestigd en in het bestemmingsplan Buitengebied is aan dit bedrijf een bouwstede toegekend. De locatie en de aanwezige bebouwing zijn te klein om nog een rendabel agrarisch bedrijf te exploiteren. Daarom wil het bedrijf zich gaan richten op dienstverlenende activiteiten voor de agrarische sector, in de vorm van opslag voor derden. De initiatiefnemer wenst een bestemmingswijziging naar Agrarisch aanverwante doeleinden. Om aan de vereisten van de wijzigingsbevoegdheid te voldoen, wordt overtollige bedrijfsbebouwing gesloopt. In totaal zal 980 m² aan bedrijfsgebouwen behouden blijven.

Overwegingen gemeente

Ter onderbouwing van de gewenste ontwikkeling is een Ruimtelijke Onderbouwing opgesteld door Quadrant Ingenieurs d.d. 12 augustus 2010 (zie separaat bijlagenboek). In de Ruimtelijke Onderbouwing is de gewenste ontwikkeling getoetst aan de sectorale aspecten verkeer, water, milieu, landschap, bedrijven en milieuzonering en flora en fauna. Op basis van het uitgevoerde onderzoek wordt geconcludeerd dat de sectorale aspecten geen belemmering vormen voor de beoogde ontwikkeling en geen aanleiding geven tot nader onderzoek.

De gemeente Moerdijk onderschrijft de conclusies van het uitgevoerde onderzoek en stelt vast dat voldaan wordt aan de voorwaarden die is opgenomen in artikel 35 van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied, waaronder het ten hoogste toegestane oppervlak aan bebouwing van 1.000 m². In dit artikel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming Agrarische doeleinden te wijzigen in de bestemming Agrarisch aanverwante doeleinden. In het verlengde hiervan stemt de gemeente in met de gevraagde bestemmingswijziging. Met de initiatiefnemer is een overeenkomst gesloten waarin de sloop van de bebouwing, zoals opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing, wordt vastgelegd.

Naar aanleiding van de overlegreactie van de provincie Noord-Brabant wordt het bouwvlak verkleind naar 5.000 m². Hierbinnen past alle bestaande bebouwing.

Nieuwe regeling

De locatie wordt voorzien van een bouwvlak met de bestemming Agrarisch - Agrarisch Aanverwant (A - AA) met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - voormalig agrarisch bedrijfscomplex' (sw - vab). Op de te behouden schuren wordt de aanduiding 'opslag' opgenomen. De overige agrarische gronden ter plaatse van de agrarische bouwstede worden bestemd voor Agrarisch (A) zonder bouwvlak.

C.14 Hokkenberg 8, Langeweg (kaartblad 10)

Gewenste ontwikkeling

Ter plaatse van de locatie Hokkenberg 8 is een agrarisch loonbedrijf met op- en overslag van mest gevestigd. In het bestemmingsplan Buitengebied is dit bedrijf voorzien van de bestemming Agrarische doeleinden, subbestemming agrarisch loonbedrijf en op- en overslag van mest behorende tot categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (Alm(3)). Ter plaatse zijn agrarische bedrijven toegestaan alsmede het agrarisch loonbedrijf. Het bedrijf heeft een verzoek ingediend om hier mestverwerkingsactiviteiten mogelijk te maken en een mestverwerkingsinstallatie te realiseren in aanvulling op het bestaande agrarische loonbedrijf. De agrarische activiteiten op deze locatie betreffen nevenactiviteiten en zullen in omvang afnemen.

Overwegingen gemeente

Ter onderbouwing van het verzoek is een ruimtelijke onderbouwing d.d. 9 november 2010 opgesteld door Exlan Consultants (zie separaat bijlagenboek). In de ruimtelijke onderbouwing is op verzoek van de gemeente specifiek ingegaan op twee aspecten:

  • mestbewerking en mestverwerking zullen plaatsvinden in reeds bestaande bedrijfsgebouwen. Hier zal een mestverwerkingsinstallatie worden gerealiseerd die de mest scheidt in drie producten; een dikke droge organische mestfractie, schoon water en een vloeibare kunstmestvervanger;
  • door de komst van de mestverwerkingsinstallatie zal het aantal vervoersbewegingen aanzienlijk afnemen.

In het onderzoek is vastgesteld dat de beoogde ontwikkeling een positief effect heeft op de milieubelasting van de omgeving en dat het aantal vervoersbewegingen afneemt.

De gemeente Moerdijk onderschrijft de conclusies van de ruimtelijke onderbouwing en stemt in met de bouw van een mestverwerkingsinstallatie.

Nieuwe regeling

De locatie krijgt de bestemming Agrarisch - Agrarisch Aanverwant (A - AA) met de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - mestverwerking' (sa - msv). Ter plaatse is naast het bestaande agrarische loonbedrijf een mestverwerkingsinstallatie toegestaan met de daarbij behorende op- en overslag van mest in ten hoogste categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

C.15 Achterdijk 97, Zevenbergen (kaartblad 10.1)

Gewenste ontwikkeling

De eigenaar van de kadastrale percelen N548 en N1605 verzoekt om de bestemming van deze gronden ten oosten van de woning te wijzigen in Tuin+.

Overwegingen gemeente

De betreffende gronden hebben in het bestemmingsplan Buitengebied de bestemming Agrarische doeleinden zonder bouwmogelijkheden (A). In het bestemmingsplan Buitengebied is in artikel 2.6 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze maakt het voor burgemeester en wethouders mogelijk om gronden met de bestemming Agrarische doeleinden (A) te wijzigen in de bestemming Tuinen met de nadere aanwijzing + met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • uitsluitend de bestemming van gronden die grenzen aan de bestemming Woondoeleinden mag worden gewijzigd;
  • een besluit tot wijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden in eigendom zijn overgedragen;
  • de gebruikssituatie op aangrenzende gronden mag niet onevenredig worden aangetast;
  • de bepalingen van artikel 18 (Tuinen) zijn van overeenkomstige toepassing.

 

De gronden zijn in eigendom van de bewoners van Achterdijk 97 en worden niet gebruikt voor agrarische doeleinden. Gegeven de situering van de gronden en de goede begrenzing van het perceel kan de gemeente instemmen met het wijzigen van de bestemming.

Nieuwe regeling

De bestemming van de gronden wordt gewijzigd naar de bestemming Tuin-2 (T-2). De leiding voor brandbare vloeistoffen die het perceel doorkruist, wordt in het bestemmingsplan opgenomen als bestemming Leiding - Brandstof.

Gewijzigde vaststelling

Naar aanleiding van een gegrond verklaarde zienswijze wordt het bestemmingsplan voor deze locatie gewijzigd vastgesteld. Op de verbeelding wordt de hartlijn van de leiding en een gebiedsaanduiding 'veiligheidszone -leiding' opgenomen. In de regels wordt in artikel 32 (algemene aanduidingsregels) opgenomen dat ter plaatse van deze gebiedsaanduiding nieuwe kwetsbare objecten niet zijn toegestaan.

C.16 Achterdijk 101, Zevenbergen (kaartblad 10.1)

Gewenste ontwikkeling

De eigenaar van het kadastrale perceel N1606 verzoekt om de bestemming van deze gronden ten noorden van de woning te wijzigen in Tuin+.

Overwegingen gemeente

De betreffende gronden hebben in het bestemmingsplan Buitengebied de bestemming Agrarische doeleinden zonder bouwmogelijkheden (A). In het bestemmingsplan Buitengebied is in artikel 2.6 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze maakt het voor burgemeester en wethouders mogelijk om gronden met de bestemming Agrarische doeleinden (A) te wijzigen in de bestemming Tuinen met de nadere aanwijzing + met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • uitsluitend de bestemming van gronden die grenzen aan de bestemming Woondoeleinden mag worden gewijzigd;
  • een besluit tot wijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden in eigendom zijn overgedragen;
  • de gebruikssituatie op aangrenzende gronden mag niet onevenredig worden aangetast;
  • de bepalingen van artikel 18 (Tuinen) zijn van overeenkomstige toepassing.

De gronden zijn in eigendom van de bewoners van Achterdijk 101 en worden niet gebruikt voor agrarische doeleinden. Gegeven de situering van de gronden en de goede begrenzing van het perceel kan de gemeente instemmen met het wijzigen van de bestemming.

Nieuwe regeling

De bestemming wordt gewijzigd naar de bestemming Tuin - 2 (T - 2). De leiding voor brandbare vloeistoffen die het perceel doorkruist, wordt in het bestemmingsplan opgenomen als bestemming Leiding - Brandstof.

C.17 Achterdijk 103, Zevenbergen (kaartblad 10.1)

Gewenste ontwikkeling

De eigenaar van het kadastrale perceel N1607 verzoekt om de bestemming van deze gronden ten westen van de woning te wijzigen in Tuin+.

Overwegingen gemeente

De betreffende gronden hebben in het bestemmingsplan Buitengebied de bestemming Agrarische doeleinden zonder bouwmogelijkheden (A). In het bestemmingsplan Buitengebied is in artikel 2.6 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze maakt het voor burgemeester en wethouders mogelijk om gronden met de bestemming Agrarische doeleinden (A) te wijzigen in de bestemming Tuinen met de nadere aanwijzing + met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • uitsluitend de bestemming van gronden die grenzen aan de bestemming Woondoeleinden mag worden gewijzigd;
  • een besluit tot wijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden in eigendom zijn overgedragen;
  • de gebruikssituatie op aangrenzende gronden mag niet onevenredig worden aangetast;
  • de bepalingen van artikel 18 (Tuinen) zijn van overeenkomstige toepassing.

De gronden zijn in eigendom van de bewoners van Achterdijk 103 en worden niet gebruikt voor agrarische doeleinden. Gegeven de situering van de gronden en de goede begrenzing van het perceel kan de gemeente instemmen met het wijzigen van de bestemming.

Nieuwe regeling

De bestemming wordt gewijzigd naar de bestemming Tuin-2 (T-2). De leiding voor brandbare vloeistoffen die het perceel doorkruist, wordt in het bestemmingsplan opgenomen als bestemming Leiding - Brandstof.

C.18 Hoge Zeedijk 54 en 56, Langeweg (kaartblad 10.4)

Gewenste ontwikkeling

De eigenaren van de kadastrale percelen 1619 en 1620 verzoeken om de bestemming van deze gronden achter de woningen te wijzigen in Tuin+.

Overwegingen gemeente

De betreffende gronden hebben in het bestemmingsplan Buitengebied de bestemming Agrarische doeleinden zonder bouwmogelijkheden (A). In het bestemmingsplan Buitengebied is in artikel 2.6 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze maakt het voor burgemeester en wethouders mogelijk om gronden met de bestemming Agrarische doeleinden (A) te wijzigen in de bestemming Tuinen met de nadere aanwijzing + met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • uitsluitend de bestemming van gronden die grenzen aan de bestemming Woondoeleinden mag worden gewijzigd;
  • een besluit tot wijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden in eigendom zijn overgedragen;
  • de gebruikssituatie op aangrenzende gronden mag niet onevenredig worden aangetast;
  • de bepalingen van artikel 18 (Tuinen) zijn van overeenkomstige toepassing.

De gronden zijn in eigendom van de bewoners van Hoge Zeedijk 54 en 56 en worden niet gebruikt voor agrarische doeleinden.

Gegeven de situering van de gronden en de goede begrenzing van de percelen kan de gemeente instemmen met het wijzigen van de bestemming.

Nieuwe regeling

De gronden ten noorden van de bestaande watergang, worden bestemd voor Tuin - 2 (T - 2).

C.19 Pootweg 15, Langeweg (kaartblad 10.5)

Gewenste ontwikkeling

Aan de locatie Pootweg 15 is in het bestemmingsplan Buitengebied de bestemming Woondoeleinden (W) toegekend. Op grond van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied is hier één burgerwoning toegestaan. Vastgesteld is dat de woning inmiddels gesplitst is in twee burgerwoningen. Deze splitsing is in strijd met het bestemmingsplan, aangezien ter plaatse één woning is toegestaan. De eigenaar van het perceel verzoekt om ter plaatse de splitsing van de woning mogelijk te maken.

Overwegingen gemeente

Ter onderbouwing van de woningsplitsing is door Agel Adviseurs een ruimtelijke onderbouwing d.d. 9 september 2010 (zie separaat bijlagenboek) opgesteld. In de ruimtelijke onderbouwing is de ontwikkeling getoetst aan de milieuaspecten verkeer, externe veiligheid, leidingen, industrielawaai, wegverkeerslawaai, luchtkwaliteit, archeologie, bodem, ecologie en water. In de Ruimtelijke Onderbouwing wordt geconcludeerd dat, met uitzondering van industrielawaai, de overige aspecten niet leiden tot belemmeringen voor de ontwikkeling en tevens geen aanleiding geven tot het doen van nader onderzoek. Wat betreft industrielawaai wordt in het rapport Akoestisch onderzoek woningsplitsing Pootweg 15 d.d. 16 april 2010 vastgesteld dat de huidige geluidsbelasting op de gevel van de woningen als gevolg van het industrieterrein Zwartenberg, 52 dB(A) bedraagt. Het is vanuit stedenbouwkundige overwegingen niet mogelijk zodanige geluidsreducerende maatregelen te treffen, dat voor de woningen aan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van 50 dB(A) kan worden voldaan. Om de woningsplitsing op basis van de Wet geluidhinder mogelijk te maken dient een hogere waarde te worden aangevraagd. Het onderbouwde verzoek hiertoe maakt deel uit van de ruimtelijke onderbouwing.

Op verzoek van de gemeente Moerdijk heeft de Regionale Milieudienst West Brabant (RMD) het Akoestisch onderzoek en het Verzoek hogere waarde beoordeeld. In het advies van de RMD d.d. 26 mei 2010 wordt geconcludeerd dat het akoestisch onderzoek voldoende gedetailleerd is uitgevoerd en dat kan worden ingestemd met de conclusies van de rapportage van het akoestisch onderzoek dat een hogere waarde verleend moet worden voor industrielawaai. Het Verzoek hogere waarde is wel voldoende ingevuld en wordt samen met het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening ter inzage gelegd. Na de terinzagelegging wordt door het college van burgemeester en wethouders een besluit genomen om de hogere waarde te verlenen. Dit besluit zal tegelijk met het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening ter inzage gelegd worden. Het verzoek hogere waarde en het ontwerpbesluit worden samen met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd.

Nieuwe regeling

Aan de locatie wordt de bestemming Wonen - 1 (W - 1) toegekend met de aanduiding (2). Door het opnemen van de bouwaanduiding 'aaneengebouwd' [aeg] wordt geregeld dat de woningen aaneengebouwd dienen te blijven. Het perceel is gelegen in de zone industrielawaai van het Industrieterrein Zwartenberg. Deze wordt op de verbeelding opgenomen met de gebiedsaanduiding 'geluidzone-industrie'.