direct naar inhoud van Artikel 27 Water
Plan: Vollenhove en Blokzijl
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.VollenBlokBP-VA01

Artikel 27 Water

27.1 Bestemmingsomschrijving
27.1.1 Algemeen

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en/of instandhouding van waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals watergangen, waterbergingen met de bijbehorende bermen en taluds;
  • b. aanlegplaatsen voor pleziervaartuigen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - aanlegplaats';
  • c. een jachthaven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' waarbij voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 27.4.1;
  • d. een botenhuis, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - botenhuis';
  • e. watersportvoorzieningen;
  • f. bruggen;
  • g. een sluis, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sluis';
  • h. steigers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'steiger';
  • i. behoud en ontwikkeling van ecologische waarden in relatie tot de waterhuishoudkundige voorzieningen.
27.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 69.1.

27.2 Bouwregels
27.2.1 Algemeen

Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. botenhuizen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - botenhuis';
  • b. een sluis, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sluis';
  • c. steigers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'steiger';
  • d. verkeerstekens en overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de in artikel 27.1 genoemde bestemming;

met inachtneming van de volgende regels (artikel 27.2.2 tot en met 27.2.3).

27.2.2 Botenhuizen

Voor het bouwen van botenhuizen gelden de volgende regels:

  • a. de goothoogte van een botenhuis bedraagt maximaal 3,50 meter;
  • b. de bouwhoogte van een botenhuis bedraagt maximaal 4,00 meter;
  • c. een botenhuis wordt met een kap van minimaal 30° en maximaal 60° afgedekt.
27.2.3 Overige regels

Voor het overige gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 3,00 meter bedragen.
27.3 Afwijken van de bouwregels
27.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van bouwwerken, geen gebouw zijnde

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 27.2.2, ten behoeve van het bouwen van aanlegsteigers, kademuren en oeverbeschoeiingen, met dien verstande dat:

  • a. kademuren en oeverbeschoeiingen noodzakelijk zijn vanuit het oogpunt van waterbeheer;
  • b. deze vanuit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar zijn.
27.4 Specifieke gebruiksregels
27.4.1 Recreatief nachtverblijf
  • a. Recreatief nachtverblijf in een jachthaven is slechts toegestaan voor de duur van 2 x 24 uur.
27.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Water' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:

  • a. het dempen van oppervlaktewater;
  • b. het vergraven van oevers;
  • c. het verleggen van watergangen.
27.5.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 27.5.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • c. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde (omgevings)vergunning/ontheffing mogen worden uitgevoerd.
27.5.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 27.5.1 kan alleen worden verleend indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 27.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.

27.5.4 Advies

Alvorens de vergunning te verlenen, wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.