Plan: | Dwarsgracht en Jonen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1708.DwarsgrachtJonen-VA01 |
De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht Jonen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en versterking van de met de historische ontwikkeling samenhangende structuren en ruimtelijke kwaliteiten van het beschermd dorpsgezicht, als nader beschreven in artikel 21.1.2 en met ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' de monumenten, als nader beschreven in Bijlage 3 Overzicht monumenten, en ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de karakteristieke panden.
Bij nieuwbouw, vervanging, verbouwing en uitbreiding van hoofdgebouwen worden de hierna beschreven karakteristieken en waarden gerespecteerd. Deze waarden komen als volgt tot uitdrukking:
bebouwingswand, rooilijn | - grote verspringingen in de gevel rooilijn; - hoofdbebouwing is op het water (de Walengracht) georiënteerd; - bijgebouwen staan achter op de erven; |
bebouwingstypologie | - vrijstaande boerderijen |
maatvoeringen | - bij bestaande of van oorsprong voormalige boerderijen is er een ondrscheid tussen woon- (klein bouwvolume) en bedrijfsgedeelte (groot bouwvolume); - één bouwlaag met kap, met hoge nok |
kapvormen en nokrichting | - voor de kapvormen en nokrichting wordt verwezen naar Bijlage 5 bij de regels (kappenkaart Jonen) |
geveltype bebouwing | - gevels zijn verticaal ingedeeld |
detaillering | - huizen staan veelal op een plint |
materiaalgebruik bebouwing | - metwelwerk; - rieten daken; - gepotdekselde achterhuizen |
groene structuur | - inrichting van tuinen en erven bestaat uit gazons met gebiedseigen beplanting; - lage haag bij voortuinen langs het pad; - bij tuinen aan het water geen erfafscheiding - langs de Jonenweg hoge hagen |
bijzondere structuren/elementen | - verweving van water, bebouwing en natuur; - open structuur tussen de erven en concentratie van bebouwing op de erven |
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen bestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 28.2.
Op de voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht Jonen' aangewezen gronden mag worden gebouwd indien:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht Jonen' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 21.3.1 is niet van toepassing op:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.3.1 mag alleen worden verleend indien conform advies van de Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie, de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 21.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Het bevoegd gezag kan aan de in artikel 21.3.1 genoemde vergunning voorwaarden verbinden ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van het gebied.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht Jonen' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige cultuurhistorische waardevolle en/of karakteristieke bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het bepaalde in artikel 21.4.1 is niet van toepassing op:
De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.4.1 die betrekking heeft op gronden, die zijn aangewezen voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht Jonen' dient een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 21.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 21.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
In de situatie als bedoeld in artikel 21.4.4, kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden: