direct naar inhoud van Artikel 20 Waarde - Beschermd dorpsgezicht Dwarsgracht
Plan: Dwarsgracht en Jonen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.DwarsgrachtJonen-VA01

Artikel 20 Waarde - Beschermd dorpsgezicht Dwarsgracht

20.1 Bestemmingsomschrijving
20.1.1 Algemeen

De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht Dwarsgracht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en versterking van de met de historische ontwikkeling samenhangende structuren en ruimtelijke kwaliteiten van het beschermd dorpsgezicht, als nader beschreven in artikel 20.1.2 en met ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' de monumenten, als nader beschreven in Bijlage 3 Overzicht monumenten, en ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de karakteristieke panden.

20.1.2 Waarden

Bij nieuwbouw, vervanging, verbouwing en uitbreiding van hoofdgebouwen worden de hierna beschreven karakteristieken en waarden gerespecteerd. Deze waarden komen als volgt tot uitdrukking:

bebouwingswand, rooilijn   - grote verspringingen in de gevel rooilijn;
- hoofdbebouwing is op het water georiënteerd;
- bijgebouwen staan achter op de erven;  
bebouwingstypologie   - vrijstaande boerderijen  
maatvoeringen   - bij bestaande of van oorsprong voormalige boerderijen is er een ondrscheid tussen woon- (klein bouwvolume) en bedrijfsgedeelte (groot bouwvolume);
- één bouwlaag met kap, met hoge nok  
kapvormen en nokrichting   - voor de kapvormen en nokrichting wordt verwezen naar Bijlage 4 bij de regels (kappenkaart Dwargracht)  
geveltype bebouwing   - gevels zijn verticaal ingedeeld  
detaillering   - huizen staan veelal op een plint  
materiaalgebruik bebouwing   - metwelwerk;
- rieten daken;
- gepotdekselde achterhuizen  
groene structuur   - inrichting van tuinen en erven bestaat uit gazons met gebiedseigen beplanting;
- lage haag bij voortuinen langs het pad;
- bij tuinen aan het water geen erfafscheiding  
bijzondere structuren/elementen   - verweving van water, bebouwing en natuur;
- open structuur tussen de erven en concentratie van bebouwing op de erven  
20.1.3 Bestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen bestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 28.2.

20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemeen

Op de voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht Dwarsgracht' aangewezen gronden mag worden gebouwd indien:

  • a. bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming;
  • b. wordt voldaan aan de waarden zoals genoemd in artikel 20.1.2.
20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.3.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht Dwarsgracht' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:

  • a. veranderingen aan te brengen in de aanwezige ruimtelijk-historische kwaliteiten, structuren en/of het aanwezige stratenpatroon zoals bedoeld in artikel 20.1.2;
  • b. het ophogen, egaliseren, ontginnen of afgraven van gronden, voor zover daarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist;
  • c. het vellen, rooien, dempen, egaliseren of verwijderen van (karakteristieke) beplanting, groenstructuren of waterpartijen dan wel het verrichten van werkzaamheden die ernstige beschadiging of de dood of verdwijning van karakteristieke beplanting of groenstructuren tot gevolg kunnen hebben;
  • d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
20.3.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 20.3.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • c. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde (omgevings)vergunning/ontheffing mogen worden uitgevoerd;
  • d. werken of werkzaamheden, gericht op de instandhouding van gebouwen en terreinen met cultuurhistorische waarden.
20.3.3 Toepassingscriteria

De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.3.1 mag alleen worden verleend indien conform advies van de Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissied de in artikel 20.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.

20.3.4 Voorschriften aan vergunning

Het bevoegd gezag kan aan de in artikel 20.3.1 genoemde vergunning voorwaarden verbinden ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van het gebied.

20.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
20.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht Dwarsgracht' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige cultuurhistorische waardevolle en/of karakteristieke bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen.

20.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 20.4.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • c. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde (omgevings)vergunning/ontheffing mogen worden uitgevoerd.
20.4.3 Toepassingscriteria

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 20.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 20.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.

20.4.4 Voorschriften aan vergunning

In de situatie als bedoeld in artikel 20.4.3, kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van opgravingen;
  • c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties;
  • d. indien sub c van toepassing is, een regeling omtrent de gevolgen bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.