direct naar inhoud van 5.9 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Bestemmingsplan De Pompers
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1706.BPSRD6003-VAST

5.9 Archeologie en cultuurhistorie

5.9.1 Archeologie

In 1998 heeft Nederland het Verdrag van Malta medeondertekend. Dit houdt in dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologisch erfgoed in de bodem moet worden omgegaan. Dit betekent dat in gebieden waar eventuele archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan met (eventuele) archeologische waarden rekening moet worden gehouden. Ter uitvloeisel van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen, zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen. Voor het bestemmingsplan geldt als norm de eis van een goede ruimtelijke ordening. Dit betekent dat het belang van het archeologisch erfgoed dient mee te tellen bij de beoordeling en afweging van alle bij de goede ruimtelijke ordening spelende belangen.

In verband met de voorgenomen woningbouwontwikkeling in het plangebied is een archeologisch onderzoek uitgevoerd (Archeologisch onderzoek locatie Pompers te Soerendonk, Inventariserend veldonderzoek verkennende fase locatie Pompers te Soerendonk, gemeente Cranendonck, (Grontmij Nederland bv, Eindhoven, maart 2008, 163766/EHV/GAR12, revisie 0)). Het onderzoek is uitgevoerd omdat realisatie van de plannen kan leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten. Doel van onderhavig onderzoek is het opsporen van eventueel aanwezige archeologische resten en (indien mogelijk) een eerste indruk geven van de kwaliteit (gaafheid en conservering), aard, datering, omvang en diepteligging ervan.

Het archeologisch onderzoek is opgebouwd uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek, in de vorm van een karterend booronderzoek.

Op basis van het bureauonderzoek wordt geconcludeerd dat op grond van het bodemtype en de ligging van het plangebied een hoge verwachting geldt voor het aantreffen van archeologische waarden. Aan deze hoge waarde wordt echter afbreuk gedaan door een tweetal bodemverstorende activiteiten die in het plangebied hebben plaatsgevonden, te weten de aanleg van een blusvijver en het gebruik van een (meertandige) diepwoeler. Omdat de mate van verstoring bij aanvang van het veldonderzoek nog niet bekend was, gold voor het plangebied een middelhoge archeologische verwachting voor het aantreffen van archeologische waarden uit de IJzertijd tot en met de Middeleeuwen.

Door middel van het veldonderzoek zijn twee fragmenten handgevormd aardewerk uit de IJzertijd/Romeinse tijd en één uit de Late Middeleeuwen aangetroffen. Dit is grotendeels in overeenstemming met de conclusies van het bureauonderzoek (een middelhoge verwachting voor het aantreffen van archeologische waarden uit de uit de IJzertijd tot en met de Late Middeleeuwen).

Het rapport is namens de gemeente getoetst door het bureau Past2Present Archeologic. In overleg is de conclusie getrokken dat aanvullend onderzoek door middel van proefsleuven dient te worden uitgevoerd. Aan de hand van een vastgesteld programma van eisen is het proefsleuvenonderzoek in maart 2009 uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn verwerkt in het rapport 'Wonen, werken en sterven te Soerendonk' (Grontmij Nederland bv, Roermond, januari 2010, 163766/RM/GAR803/revisie C).

De conclusies uit het proefsleuvenonderzoek duiden er op dat de verstoring beperkter van omvang is dan eerder aangenomen: in grote delen van het plangebied is de E-horizont nog aanwezig en grotendeels nog intact. Daarnaast zijn er in de zuidwest hoek van het plangebied sporen gevonden van een Romeins grafveld, tevens zijn ten oosten van 'de Plaetse' paalsporen gevonden..

Op basis hiervan zal aan het bevoegd gezag worden voorgesteld om ter plaatse van het grafveld nader onderzoek uit te voeren alsmede ter plaatse van de paalsporen ten oosten van 'de Plaetse'. Dit heeft tot gevolg dat deze archeologische waarden ex situ zullen worden behouden. Nader onderzoek wordt niet uitgevoerd voor het plantsoen (de Plaetse) in het plangebied. De reden hiervan is dat dit gebied als plantsoen zal worden ingericht en er niet gegraven hoeft te worden (kabels en leidingen worden omgelegd). Behoud in situ is hier mogelijk. De hier aanwezige verwachte archeologische waarden zullen worden beschermd middels een dubbelbestemming "Waarde-Archeologie".

Aangrenzend aan het plangebied liggen de wegen De Pompers en Van Sevenbornlaan. Deze wegen hebben volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) van het Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) een archeologische waarde 'redelijk hoog'. Het restant van de historische route van Soerendonk naar Cranendonck via 'De Pompers' is aangeduid met een waarde 'zeer hoog'. Deze wegen worden door de planontwikkeling niet aangetast, waardoor de genoemde archeologische waarden behouden blijven. De waarneembare zichtrelatie met het landschap vanuit de wegen 'De Pompers' en de Van Sevenbornlaan blijft behouden en wordt versterkt. In het ontwerp is hiertoe een groene rand gerealiseerd en zullen de kavels een extensief karakter krijgen, zodat aandacht is voor een geleidelijke groene overgang naar het landschap.

5.9.2 Cultuurhistorie en monumenten

In het plangebied zijn geen monumenten aanwezig. Buiten het plangebied, binnen de kom van Soerendonk, zijn twee rijksmonumenten en drie gemeentelijke monumenten aanwezig die in de vorm van een nadere eisenregeling beschermd zijn in het ter plaatse vigerende bestemmingsplan.