Plan: | Bestemmingsplan De Pompers |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1706.BPSRD6003-VAST |
De natuurwetgeving in Nederland kent twee sporen, de gebieds- en de soortenbescherming. Hieraan wordt via verschillende wetten invulling gegeven, waarvan de Wet Ruimtelijke ordening, de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet de belangrijkste zijn. De onder deze wetten beschermde soorten zijn te onderscheiden in drie categorieën: algemene soorten, overige soorten en soorten van bijlage IV van de Habitatrichtlijn of bijlage 1 van de AMvB. Vogels vallen niet onder deze categorieën, maar genieten allemaal een gelijke, zware bescherming.
In het kader van ruimtelijke ontwikkelingen dienen de ter plaatse aanwezige natuurwaarden (gebieden en soorten), evenals de effecten van de ontwikkelingen op de gebieden en soorten in beeld te worden gebracht. Om die reden is het ecologisch onderzoek (Locatieonderzoek natuurwaarden Pompers, (Grontmij Nederland bv, Eindhoven, 2 juni 2005, 163766/51/F001b, revisie 0)) uitgevoerd in het plangebied waarin enerzijds inzichtelijk wordt gemaakt welke natuurwaarden in het plangebied aanwezig zijn en anderzijds wordt duidelijk gemaakt wat eventuele consequenties van de eventueel aanwezige natuurwaarden zijn voor de verdere planontwikkeling.
Onderzoeksopzet
In het onderzoek is een overzicht opgesteld van de waargenomen beschermde soorten flora en fauna binnen het plangebied. Omdat de aldus uitgevoerde inventarisatie echter te weinig concrete resultaten opleverde om een volledig beeld te krijgen van de in het gebied aanwezige beschermde flora en fauna is aanvullend, aan de hand van de aanwezige biotopen en hun omvang, ingeschat welke beschermde soorten in het onderzoeksgebied aanwezig kunnen zijn. Dit is uitgevoerd aan de hand van literatuur over biotoopvoorkeur en verspreidingsgegevens in de regio. Het betreft hier soorten die hoogstwaarschijnlijk eveneens voorkomen op de locaties waar de maatregelen worden getroffen. Aangegeven wordt of het hier gaat om permanent leefgebied, zwervers, foerageergebied, overwinteringsgebied etc.
Resultaten
Op basis van de beschikbare inventarisatiegegevens, aangevuld met de resultaten uit het veldbezoek, kan het volgende worden geconcludeerd:
Conclusie
Op basis van de uitkomsten kan worden geconcludeerd dat nog nader onderzoek noodzakelijk is in verband met de eventuele aanwezigheid van rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen. Hiervoor zijn de volgende stappen noodzakelijk: