direct naar inhoud van Artikel 9 Centrum - 2
Plan: Kom Maarheeze
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1706.BPMHZ5005-VAS1

Artikel 9 Centrum - 2

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum – 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dienstverlening;
  • b. bedrijven, voor zover deze bedrijven voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. maatschappelijke voorzieningen;
  • d. kantoren;
  • e. ondersteunende horeca;
  • f. horecabedrijven uit de categorie Horeca 1 t/m 3;
  • g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'specifieke vorm van wonen - wonen op de verdieping': tevens wonen op de verdieping(en), al dan niet met aan-huis-verbonden beroep;
    • 2. 'wonen': wonen, al dan niet met aan-huis-verbonden beroep;
    • 3. 'sport': sportvoorzieningen;
    • 4. 'horeca van categorie 4': horecabedrijven uit de categorie Horeca 4;
    • 5. 'detailhandel': detailhandel.
  • h. verkeer- en parkeervoorzieningen;

met de daarbij horende:

  • i. erven en terreinen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. voorzieningen van algemeen nut;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak met de voorgevel in de voorgevelrooilijn dan wel 3,00 meter daarachter;
  • b. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven.
9.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 1,00 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • c. de totale oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak mag per hoofgebouw niet meer bedragen dan:
    • 1. 75 m²: bij een perceelsgrootte tot 500 m²;
    • 2. 100 m²: bij een perceelsgrootte vanaf 500 m²;
    • 3. met dien verstande dat het bebouwingspercentage van de gronden gelegen achter het bouwvlak, maximaal 50% mag bedragen.
  • d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,25 meter;
  • e. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5,00 meter;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder b geldt dat voor de voorgevel van het hoofdgebouw erkers, entreeportalen, balkons, luifels en vergelijkbare bouwwerken mogen worden gebouwd, mits:
    • 1. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,50 meter;
    • 2. de hoogte niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met een maximum van 3,25 meter;
    • 3. de hoogte van de onderdoorgang onder een balkon niet minder bedraagt dan 3,50 meter;
    • 4. de breedte van een erker, entreeportaal of vergelijkbaar bouwwerk niet meer bedraagt dan 70% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw indien de breedte minder bedraagt dan 6 meter en niet meer dan 50% indien de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 6,00 meter;
    • 5. de afstand van de erker, entreeportaal, balkon, luifel of vergelijkbaar bouwwerk tot de voorste perceelsgrens minimaal 3,00 meter bedraagt.
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen gesitueerd achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 2,00 meter;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen gesitueerd vóór de voorgevellijn van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 1,00 meter;
  • c. de hoogte van licht- en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 9,00 meter;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3,00 meter.

9.3 Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. horeca in categorie 4 of 5, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4' waar tevens horeca vant categorie 4 is toegelaten;
  • b. wonen, met uitzondering zoals aangegeven in 9.1 sub g.
9.3.2 Aan huis verbonden beroep

Aan-huis-verbonden beroepen zijn toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 60 m2;
  • b. detailhandel mag alleen plaatsvinden ondergeschikt aan en in direct verband met het aan huis verbonden beroep;
  • c. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

9.4 Afwijken van de gebruiksregels
9.4.1 Afwijken m.b.t. horeca categorie 4

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.3.1 voor het toestaan van een horecabedrijf uit categorie 4, mits:

  • a. het gebruik als horecabedrijf in categorie 4 vanuit milieuhygiënisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. sprake blijft van een goed woon- en leefklimaat;
  • c. het stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast;
  • d. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Indien niet op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, dient te worden aangetoond dat elders in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien;
  • e. de belangen en bestemmingen in de omgeving niet onevenredig worden aangetast.

9.4.2 Afwijken m.b.t. uitbreiden wonen op de verdieping(en) naar begane grond

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.3.1 voor het uitbreiden van de functie 'wonen op de verdieping' naar de begane grond, mits:

  • a. het aantal wooneenheden niet toeneemt;
  • b. de waarden van de omliggende bestemmingen niet onevenredig worden aantast;
  • c. sprake is van een goed woon- en leefklimaat.

9.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen op de verdieping' de bestemming 'Centrum 2' te wijzigen in de bestemming Wonen' ten behoeve van de realisatie van een extra woning op de benedenverdieping met dien verstande dat:

  • a. de activiteit ter plaatse is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteit op korte termijn wordt voortgezet
  • b. het gebruik als wonen vanuit milieuhygiënisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • c. sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
  • d. het stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast;
  • e. de belangen en bestemmingen in de omgeving niet onevenredig worden aangetast;
  • f. bij wijziging de meest recente woonvisie in acht wordt genomen;
  • g. de bouw- en gebruiksregels voor de bestemming 'Wonen', in dit bestemmingsplan onverkort van toepassing blijven.