direct naar inhoud van Artikel 4 Tuin
Plan: Vennenweg Gastel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1706.BPBG3017-VAST

Artikel 4 Tuin

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. water, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. parkeren, met uitzondering van de gronden voor de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • d. het behoud en de bescherming van een beeldbepalende boom ter plaatse van de aanduiding 'beeldbepalende boom'.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mogen uitsluitend erkers worden gebouwd ten behoeve van de aangrenzende hoofdgebouwen. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:

  • a. de horizontale diepte gemeten vanuit de voor- of zijgevel van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 1,5 m;
  • b. de erker mag over ten hoogte 50% van de breedte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • c. de diepte van de erker mag ten hoogste 50% van de diepte van de tuin bedragen, gemeten ten opzichte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw;
  • d. de bouwhoogte van de erker mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw.

4.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken geldt de volgende bepaling:

  • a. Op deze gronden is uitsluitend een deel van een carport ten behoeve van de aangrenzende hoofdgebouwen toegestaan, met een maximale diepte binnen de bestemming 'Tuin' van 1 meter en tot maximaal 1 meter voor de voorgevel van het hoofdgebouw, zoals aangegeven in 6.2.2 onder g.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten en palen mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of van werkzaamheden
4.3.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of van werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders een boom, ter plaatse van de aanduiding 'beeldbepalende boom', te vellen of te rooien dan wel zodanig handelingen in de nabijheid van de boom te verrichten die de dood van of ernstige schade aan de boom veroorzaken.

4.3.2 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 4.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het vellen of rooien of door de andere handelingen dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de beeldbepalende waarden van de boom en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

4.3.3 Uitzonderingen

Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 4.3.1 is niet vereist voor:

  • a. andere werken, die behoren tot het normale onderhoud en beheer;
  • b. andere werken, die op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.