14.2 Nadere detaillering van de bestemming
14.2.1 Staat van recreatieve voorzieningen
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van recreatieve voorzieningen:
|
Aanduiding
|
Adres
|
Beb. opp.
|
| kampeerterrein
|
Bosch 25
|
1648 m2
|
| manege
|
Hoenderstraat 7/9
|
2866 m2
|
| verblijfsrecreatie/ manege
|
Bospad 2
|
3740 m2
|
Voorts is ter plaatse van de aanduiding "recreatiewoning" een recreatiewoning met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen toegestaan.
14.2.2 Kampeerterrein
Bij het kampeerterrein zijn binnen het bestemmingsvlak maximaal 25 kampeermiddelen toegestaan met een niet-permanent karakter (tenten, toercaravans e.d.). Voorts is maximaal 1 stacaravan toegestaan.
14.2.3 Verblijfsrecreatie, manege
Bij het verblijfsrecreatieve bedrijf met manege aan Bospad 2 is recreatief verblijf in recreatiewoningen, groepsverblijven, en kampeermiddelen met een niet-permanent karakter (tenten, toercaravans e.d.) toegestaan tot een maximum van 10 kampeermiddelen, een en ander met bijbehorende bebouwing en (sanitaire) voorzieningen. Tevens is ondersteunende horeca toegestaan.
14.2.4 Ondergeschikte detailhandel
Binnen de bestemming is detailhandel toegestaan, uitsluitend in ondergeschikte vorm en dienstbaar aan de ter plaatse toegestane recreatieve voorzieningen. Het verkoopvloeroppervlak mag maximaal 100 m2 bedragen.
14.2.5 Aan huis verbonden beroep en lichte bedrijvigheid
Voor zover ingevolge deze regels een bedrijfswoning is toegestaan, is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep en lichte bedrijvigheid toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
-
a. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% voor aan huis verbonden beroepen en 50% voor lichte bedrijvigheid van de vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 60 m².
-
b. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
-
c. Detailhandel mag alleen plaatsvinden ondergeschikt aan en in direct verband met het aan huis verbonden beroep of de lichte bedrijvigheid.
-
d. De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving waarbij geldt dat deze past in categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1).
-
e. De woonfunctie dient de hoofdfunctie te blijven.
-
f. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
14.2.6 Tijdelijke huisvesting werknemers
Gebruik van kampeermiddelen, stacaravans en recreatiewoningen voor de tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers is toegestaan ter plaatse van de aanduiding "kampeerterrein" en "verblijfsrecreatie", met dien verstande dat dit gebruik vanaf 1 januari 2010 niet is toegestaan tijdens de zomermaanden (juni tot en met september).
14.2.7 Paardenbakken
Voor paardenbakken geldt dat bestaande paardenbakken zijn toegestaan.
14.3 Bouwregels
14.3.1 Toegestane bebouwing
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten behoeve van recreatieve voorzieningen passende bij de in de Staat van recreatieve voorzieningen opgenomen specifieke aanduidingen.
14.3.2 Bouwvlak
Indien binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht binnen het betreffende bouwvlak. Indien geen bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen binnen het hele bestemmingsvlak worden opgericht, met inachtneming van het bepaalde in 14.3.
14.3.3 Bebouwde oppervlakte
De in de Staat van recreatieve voorzieningen voor een bestemmingsvlak aangegeven bebouwde oppervlakte van gebouwen (excl. bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen), mag niet worden overschreden.
14.3.4 Kampeerterrein
Voor de als "kampeerterrein" aangeduide gronden aan Bosch 25 gelden de volgende bebouwingsregels:
-
a. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
-
b. de bouwhoogte van een stacaravan mag maximaal 3 m bedragen, de oppervlakte maximaal 25m2.
14.3.5 Manege
Voor de als "manege" aangeduide gronden aan de Hoenderstraat 7/9 gelden de volgende bebouwingsregels:
-
a. binnen het bestemmingsvlak is maximaal één bedrijfswoning toegestaan met een inhoud van maximaal 750 m3;
-
b. de goothoogte van gebouwen mag maximaal 5 m bedragen, de bouwhoogte maximaal 9 m;
-
c. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m;
-
d. de bouwhoogte van terreinverlichting mag maximaal 6 m bedragen, de bouwhoogte van sleufsilo's en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen.
14.3.6 Verblijfsrecreatie, manege
Voor de als "verblijfsrecreatie" en "manege" aangeduide gronden aan Bospad 2 gelden de volgende bebouwingsregels:
-
a. binnen het bouwvlak zijn toegestaan:
- maximaal 3 recreatiewoningen, met een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van maximaal 4,5 m; de oppervlakte mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte;
- maximaal 2 groepsverblijven, met een goothoogte van maximaal 5,5 m en een bouwhoogte van maximaal 8,5 m; de oppervlakte mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte;
- bedrijfsgebouwen ten behoeve van een manege zoals paardenverblijven, een binnenmanege en opslagruimten, met een goothoogte van maximaal 6,5 m en een bouwhoogte van maximaal 8,5 m; de oppervlakte mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte;
- maximaal één bedrijfswoning met een inhoud van maximaal 750 m3, een goothoogte van maximaal 5,5 m en een bouwhoogte van maximaal 8,5 m;
-
b. buiten het bouwvlak zijn toegestaan:
- een sanitairgebouw met een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van maximaal 4,5 m; de oppervlakte mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte;
-
c. binnen het hele bestemmingsvlak zijn toegestaan: sleufsilo's en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte van maximaal 6 m.
14.3.7 Recreatiewoning
Voor de als "recreatiewoning" aangeduide gronden gelden de volgende bebouwingsregels:
-
a. toegestaan zijn recreatiewoningen met bijbehorende bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
b. per bestemmingsvlak is maximaal één recreatiewoning toegestaan;
-
c. de inhoud van een recreatiewoning mag maximaal 250 m3 bedragen, met dien verstande dat indien de bestaande inhoud meer bedraagt, de bestaande inhoud als maximum geldt;
-
d. de goothoogte van een recreatiewoning mag maximaal 4 m bedragen, de bouwhoogte maximaal 6,5 m;
-
e. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen per recreatiewoning mag maximaal 20 m2 bedragen, met dien verstande dat indien de bestaande oppervlakte meer bedraagt, de bestaande oppervlakte als maximum geldt;
-
f. de goothoogte van een bijgebouw mag maximaal 3 m bedragen, de bouwhoogte maximaal 5,5 m;
-
g. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen maximaal 2 m mag bedragen;
-
h. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 3 m, met dien verstande dat indien de bestaande afstand kleiner is, de bestaande afstand als minimum geldt.
14.6 Ontheffing van de gebruiksregels
14.6.1 Afhankelijke woonruimte
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 14.5.1. onder h., en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
-
a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
-
b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
-
c. het gebruik als afhankelijke woonruimte uitsluitend plaatsvindt in één of meer aaneengebouwde bijgebouwen;
-
d. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de toegestane bijgebouwen, met een maximale oppervlakte van 90 m2;
-
e. het bijgebouw is gelegen op een maximale afstand van 30 m van het hoofdgebouw;
-
f. burgemeester en wethouders trekken de ontheffing in, indien de bij het verlenen van de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
14.6.2 Ontheffing paardenbak
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 14.2.7, teneinde paardenbakken toe te staan, mits voldaan wordt aan het volgende:
-
a. Een paardenbak mag uitsluitend worden gerealiseerd op een perceel met een minimale oppervlakte van 2500 m².
-
b. De paardenbak dient landschappelijk ingepast te worden.
-
c. Het watersysteem ter plaatse mag niet onevenredig worden aangetast; hieromtrent dient aan de waterbeheerder advies te worden gevraagd.
14.7 Sloopvergunning
14.7.1 Sloopverbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning) een in bijlage 2 opgenomen beeldbepalend pand, of delen van het beeldbepalend pand, te slopen.
14.7.2 Uitzonderingen
Het onder 14.7.1. vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
-
a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan sloopvergunning is verleend;
-
b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren en waarvoor tot het van kracht worden van het plan geen sloopvergunning vereist was;
-
c. welke betreffen het normale onderhoud, beheer en gebruik.
14.7.3 Verlening
De in 14.7.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige afbreuk wordt toegebracht aan de te beschermen architectonische of cultuurhistorische waarden. Dienaangaande wordt advies ingewonnen bij de gemeentelijke monumentencommissie.