vastgesteld |
NL.IMRO.1705.86-VG01 |
Bij ruimtelijke ontwikkelingen kunnen wettelijk beschermde dieren en planten in hun algemeenheid of wettelijk beschermde gebieden in het geding zijn. Om de natuurwaarden van de projectlocatie te kunnen beoordelen moet er getoetst worden aan hetgeen beschreven staat in de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. Daarnaast is het beleid aangaande de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van belang.
Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden activiteiten te verrichten die leiden tot aantasting van wettelijk beschermde soorten en van hun voortplantingsplaats, vaste rustplaats of vaste verblijfplaats. De Natuurbeschermingswet regelt de bescherming van gebieden die om hun ecologische waarde beschermd moeten worden. Daaronder vallen onder andere de zogenaamde Natura 2000 gebieden en de natuurmonumenten. Het plangebied ligt niet in een speciale beschermingszone als bedoeld in de Natuurbeschermingswet. Het ligt ook niet binnen de EHS. Dus het beleid dat daarop van toepassing is heeft geen betrekking op het plangebied.
Het plan voorziet slechts in een interne verbouwing van een pand dat momenteel reeds in zijn geheel voor woondoeleinden in gebruik is. Er zijn bij de interne verbouwing geen wettelijk beschermde dieren- en planten in het geding. Daarom is een nader ecologisch onderzoek niet noodzakelijk.