direct naar inhoud van 4.1 Bodem
vastgesteld
NL.IMRO.1705.86-VG01

4.1 Bodem

Uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen is dat de bodemkwaliteit geschikt moet zijn voor de beoogde functie. De voorliggende projectafwijkingsprocedure voorziet in een woningsplitsing van een woning die reeds als zodanig in gebruik is. De woning wordt in het kader van de geplande splitsing niet uitgebreid.

Er vinden in het kader van de woningsplitsing geen bodemwerkzaamheden plaats. De bodem wordt niet extra geroerd en/of verplaatst. De conclusie is dat een verkennend bodemonderzoek niet noodzakelijk is.