direct naar inhoud van Artikel 22 Water
Plan: Buitengebied Sint Anthonis 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1702.8BPbuitengebied-VA02

Artikel 22 Water

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterberging, wateraanvoer en/of -afvoer;
  • b. waterhuishouding;
  • c. behoud en ontwikkeling van ecologische waarden van natuurlijk oppervlaktewater in de vorm van plassen, vennen en beken;
  • d. waterlopen en daarbij behorende oevervoorzieningen;
  • e. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
  • f. beheer- en onderhoudsstroken;

met daaraan ondergeschikt:

  • g. kunstwerken;
  • h. nutsvoorzieningen.
22.2 Bouwregels
22.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

22.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, met uitzondering van:

  • a. bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van de bestemming welke naar aard en afmetingen bij deze bestemming passen, zoals pijlers, bruggen, damwanden en oeverbeschoeiingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 8 meter bedraagt;
  • b. voorzieningen die noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de waterloop met een maximale hoogte van 3 meter;
  • c. steigers waarvoor een vergunning is verleend volgens de Keur van het waterschap.
22.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of het laten gebruiken van de grond, daaronder mede begrepen wateren:

  • a. voor het aanleggen, aanmeren of als ligplaats innemen van woonschepen;
  • b. voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. en opstallen als opslag-, stort- en/of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voertuigen, goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voorzover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en opstallen.