direct naar inhoud van Regels
Plan: Herziening Kernen Sint Anthonis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1702.1HerzieningKernen-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.2 Plan

Het bestemmingsplan 'Herziening Kernen Sint Anthonis' met identificatienummer

NL.IMRO.1702.1HerzieningKernen-VA01 van de gemeente Sint Anthonis.

1.3 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bouwen van deze gronden.

1.4 Aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 Bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.6 Bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.7 Evenementen

Een voor publiek openbaar toegankelijke verrichting van vermaak in de open lucht, dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van publiek voor sociale, informerende, educatieve, culturele, levensbeschouwelijke doeleinden en/of doeleinden voor vermaak. Onder toegestane evenementen wordt verstaan: kermissen, herdenkingsplechtigheden, feesten, muziekvoorstellingen, wedstrijden op of aan de weg, braderieën of markten, optochten en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen evenementen.

1.8 Marktstandplaatsen

Het vanaf een vaste plaats op een openbaar toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of etenswaren, het anderszins aanbieden van goederen en bedrijfsmatige of niet-bedrijfsmatige diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

1.9 Horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodaties, evenwel met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

Artikel 2 Algemene bepaling

Op onderhavig bestemmingsplan 'Herziening Kernen Sint Anthonis' van de gemeente Sint Anthonis, is het juridisch- planologisch regime van:

  • het bestemmingsplan 'Kleine Kernen', zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Sint Anthonis op 18 juni 2013 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1702.3BPkleinekernen-VA01;
  • het bestemmingsplan 'Kleine Kernen, 1e herziening', zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Sint Anthonis op 18 juni 2015 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1702.3BPkleinekernenHz1-VA01;
  • het bestemmingsplan 'Sint Anthonis', zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 18 juni 2013 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1702.1BPkernsintanthoni-VA01;
  • het bestemmingsplan 'Kom Wanroij', zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 22 april 2013 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1702.2BPkomwanroij-VA01;
  • het bestemmingsplan 'Kom Wanroij, 1e herziening', zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Sint Anthonis op 23 juni 2016 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1702.2BPkomwanroijHerz1-VA02.

en zoals allen begrensd ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - herziening planregels', van overeenkomstige toepassing, zulks met dien verstande dat:

  • a. de tekst onder de artikelen 19.1 van het bestemmingsplan 'Sint Anthonis', 16.1 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij', 5.1 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij, 1e herziening' en 21.1 van het bestemmingsplan 'Kleine Kernen' vervalt en wordt vervangen door de volgende tekst:

''De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de woonfunctie tot het bestaand aantal woningen, met dien verstande dat indien de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen het aantal bestaande en/of nieuwe woningen niet meer mag bedragen dan het aangegeven aantal;
  • b. aan huis verbonden beroepen waarbij geldt:
    • 1. de omvang niet groter mag zijn dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van in totaal 60 m2;
    • 2. degene die de activiteiten uitvoert, bewoner van de woning is;
    • 3. detailhandel niet is toegestaan, uitgezonderd beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit in verband met de activiteit;
  • c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', is gestapeld wonen toegestaan;
  • d. voet en fietspaden;

met bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen,groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven

  • e. de tekst onder de artikelen 19.2.1 van het bestemmingsplan 'Sint Anthonis', 16.2.1 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij', 5.2.1 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij, 1e herziening' en 21.2.1 van het bestemmingsplan 'Kleine Kernen' vervalt en wordt vervangen door de volgende tekst: ''Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
    • 1. gebouwd binnen het bouwvlak;
    • 2. afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens is ter plaatse van de aanduiding:
      • 'vrijstaand' aan beide zijden minimaal 3 m;
      • 'twee-aaneen' aan één zijde minimaal 3 m;
      • 'aaneengebouwd' aan de niet-aangebouwde zijde van de eindwoning minimaal 2 m;
      • 'gestapeld' aan beide zijden minimaal 2 m;
    • 3. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' is aangegeven;
    • 4. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven;
    • 5. indien in aanvulling op bovenstaande maatvoeringsaanduidingen nog een maatvoeringsaanduiding is opgenomen geldt ook het bepaalde ter plaatse van die maatvoeringsaanduiding.''
  • f. de tekst onder de artikelen 19.2.2 van het bestemmingsplan 'Sint Anthonis', 16.2.2 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij', 5.2.2 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij, 1e herziening' en 21.2.2 van het bestemmingsplan 'Kleine Kernen' vervalt en wordt vervangen door de volgende tekst: ''Aan- en uit- en bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
    • 1. goothoogte maximaal 3 m, met dien verstande dat bij het uitbouwen van / aanbouwen aan een hoofdgebouw de goothoogte in elk geval ook net zo hoog mag zijn als de hoogte van de eerste bouwlaag +25 cm;
    • 2. bouwhoogte maximaal 5,5 m, met dien verstande dat:
      • tot 1 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 3,5 m bedraagt, en:
      • tot 2 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 4,5 m bedraagt;
    • 3. minimaal 2 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande dat:
      • aanbouwen (zoals erkers) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de:

* bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
* horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;

      • overkappingen (zoals carports) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
    • 1. gebouwd op het zij- en achtererf waarbij het bouwperceel voor niet meer dan 50% mag worden bebouwd en waarbij geldt dat het te bebouwen oppervlak op een bouwperceel:
      • wat kleiner of gelijk is dan 500 m2 maximaal 90 m2 mag zijn;
      • wat groter is dan 500 m2 maar kleiner of gelijk aan 1.000 m2 maximaal 125 m2 mag zijn;
      • wat groter is dan 1.000 m2 maximaal 150 m2 mag zijn.
    • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bergingen' zijn bergingen voor de opslag ten behoeve van de nabijgelegen appartementen toegestaan met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedraagt."
  • g. de tekst onder de artikelen 19.2.3 van het bestemmingsplan 'Sint Anthonis', 16.2.3 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij', 5.2.3 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij, 1e herziening' en 21.2.3 van het bestemmingsplan 'Kleine Kernen' vervalt en wordt vervangen door de volgende tekst: ''a. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt:
    bij erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m;

bij overige bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m;

bij vlaggenmasten maximaal 6 m;
b. reclame-uitingen bij een beroep aan huis en een bedrijf aan huis mogen uitsluitend aan de gevel worden geplaatst tot een oppervlakte van 0,2 m2.''

  • h. de tekst onder de artikelen 19.3.1 van het bestemmingsplan 'Sint Anthonis', 16.3.1 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij', 5.3.1 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij, 1e herziening' en 21.3.1 van het bestemmingsplan 'Kleine Kernen' vervalt en wordt vervangen door de volgende tekst: ''Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in de bouwregels:
    a. ten behoeve van het toestaan van meer nieuwe woningen dan ter plaatse door middel van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden” is aangegeven.
    b. ten behoeve van het overschrijden van het bouwvlak door de hoofdmassa van de woning tot maximaal 5 m;
    c. ten behoeve van het toestaan van een hogere goot- en/of bouwhoogte tot maximaal 8 m respectievelijk 13 m;
    d. ten behoeve van een hoger bebouwingspercentage mits achter (het verlengde van) de voorgevel een open ruimte aanwezig blijft van 25 m2.''
  • i. de tekst onder de artikelen 19.3.2 van het bestemmingsplan 'Sint Anthonis', 16.3.2 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij', 5.3.2 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij, 1e herziening' en 21.3.2 van het bestemmingsplan 'Kleine Kernen' vervalt en wordt vervangen door de volgende tekst: ''Afwijken kan slechts, mits:
    a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
    b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
    c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgegeven met betrekking tot de (plan)kosten;
    d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.
    e. de nieuwe woningen inpasbaar zijn in het volkshuisvestingsprogramma en stedenbouwkundig inpasbaar zijn indien het gaat om het toestaan van nieuwe woningen.''
  • j. de tekst onder de artikelen 19.4.1 van het bestemmingsplan 'Sint Anthonis', 16.4.1 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij', 5.4.1 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij, 1e herziening' en 21.4.1 van het bestemmingsplan 'Kleine Kernen' vervalt en wordt vervangen door de volgende tekst: ''Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in de bestemmingsomschrijving:
    a. ten behoeve van het toestaan van een aan huis verbonden beroep tot een omvang die groter is dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan-, uit- en bijgebouwen met een maximum van in totaal 100 m2.
    b. ten behoeve van het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, detailhandel of dienstverlening van ondergeschikte aard, mits:

1. het geen volumineuze detailhandel of een supermarkt betreft;

2. het een bedrijf betreft dat qua aard past in de functie van de kern;

3. de omvang niet groter is dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan- uit- en bijgebouwen met een maximum van in totaal 100 m2;

4. diegene die de activiteiten uitvoert, de bewoner van de woning is.

c. ten behoeve van het toestaan van een bed en breakfast in een gedeelte van een hoofdgebouw en/of een uit-, aan- of (vrijstaand) bijgebouw mits:

1. het aantal gastenkamers maximaal 3 bedraagt;

2. niet meer dan 50% van het vloeroppervlakte van de woning wordt gebruikt ten dienste van de bed en breakfast tot een maximum van 120 m2."

  • k. de tekst onder de artikelen 19.4.2 van het bestemmingsplan 'Sint Anthonis', 16.4.2 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij', 5.4.2 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij, 1e herziening' en 21.4.2 van het bestemmingsplan 'Kleine Kernen' vervalt en wordt vervangen door de volgende tekst: ''Afwijken kan slechts mits:
    a. de belangen van de eigenaren en/of gebruik van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
    b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
    c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgegeven met betrekking tot de (plan)kosten;
    d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie;
    e. de nieuwe woningen inpasbaar zijn in het volkshuisvestingsprogramma en stedenbouwkundig inpasbaar zijn indien het gaat om het toestaan van nieuwe woningen.''
  • l. na sub a in de artikelen 6.1 en 9.1 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij' wordt de onderstaande bepaling toegevoegd:
    ''b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning;''
  • m. de tekst onder de artikelen 14.1 van het bestemmingsplan 'Kom Wanroij', 17.1 van het bestemmingsplan 'Sint Anthonis' en 19.1 van het bestemmingplan 'Kleine Kernen' vervalt en wordt vervangen door de volgende tekst:
    ''De voor ''Verkeer'' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
    a. de afwikkeling van het verkeer met bijbehorende verblijfsruimte;
    b. wandel- en fietspaden, parkeer-, groen-, speelvoorzieningen en ontmoetingsvoorzieningen voor specifieke groepen mensen zoals jongeren, evenementen en straatmeubilair;
    c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterbergingen en waterlopen;
    d. marktstandplaatsen."
  • n. de tekst onder de artikelen 5.1 onder c 'Kom Wanroij', 6.1 onder c en 7.1 onder c van het bestemmingsplan 'Sint Anthonis' en 7.1 onder e van het bestemmingsplan 'Kleine Kernen' vervalt en wordt vervangen door de volgende tekst:
    ''de woonfunctie tot het bestaand aantal woningen, met dien verstande dat indien de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen het aantal bestaande en/of nieuwe woningen niet meer mag bedragen dan het aangegeven aantal."

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijventerrein - het Kempke

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein - het Kempke' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven in de categorie 1 van de in bij deze regels opgenomen Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. bedrijven in de categorie 2 uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2'
  • c. aannemersbedrijven met werkplaats uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - aannemersbedrijf met werkplaats';
  • d. kozijnenverkoop uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - kozijnenverkoop';
  • e. een lasbedrijf uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - lasbedrijf';
  • f. een palingkwekerij uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - palingkwekerij';
  • g. tegelhandel uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerreinen - tegelhandel';
  • h. transport en opslag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerreinen - transport en opslag';
  • i. een viskwekerij ter plaatse van de aanduiding 'viskwekerij';
  • j. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in goederen die ter plaatse worden vervaardigd en/of verwerkt dan wel verkoop die inherent is aan het toegelaten bedrijf;
  • k. kantoren uitsluitend ten dienste van op hetzelfde perceel gevestigde bedrijf;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is één bedrijfswoning toegestaan en, indien de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' voorkomt, zijn meerdere bedrijfswoningen toegestaan tot het maximum aantal als aangeduid;
  • m. het bouwperceel mag niet groter zijn dan 2.500 m²;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven en parkeervoorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. het bebouwingspercentage berekend over het bouwperceel mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  • d. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 m;
  • e. indien in aanvulling op bovenstaande maatvoeringsaanduidingen nog een maatvoeringsaanduiding is opgenomen geldt ook het bepaalde ter plaatse van die maatvoeringsaanduiding.

3.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt bij:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m;
  • c. vlaggenmasten maximaal 6 m;
  • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m en erachter maximaal 6 m.

3.2.3 Bedrijfswoning, bepalingen omtrent hoofdgebouwen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag een bedrijfswoning worden gebouwd waarbij de volgende regels gelden:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak tot maximaal 600 m3;
  • b. als deze bedrijfswoning al buiten een van de gebouwen uit artikel 3.2.1 is gebouwd (niet inpandig) mag deze niet inpandig worden herbouwd;
  • c. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens is aan beide zijden minimaal 3 m, tenzij de verschijningsvorm van de bedrijfswoning 'twee-aaneen' dan wel 'aaneengebouwd' is, in welk geval de afstand aan één zijde 3 m is, respectievelijk aan beide zijden 0 m;
  • d. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven.

3.2.4 Bedrijfswoning, bepalingen omtrent aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Indien een bedrijfswoning is toegestaan, mogen bij die bedrijfswoning aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd tot een maximaal oppervlakte van 100 m². Voor die aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen die niet inpandig worden gebouwd, of worden herbouwd, in een van de gebouwen als bedoeld in artikel 3.2.1 gelden de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. goothoogte maximaal 3 m, met dien verstande dat bij het uitbouwen van/aanbouwen aan een hoofdgebouw de goothoogte in elk geval ook net zo hoog mag zijn als de hoogte van de eerste bouwlaag +25 cm;
  • c. bouwhoogte maximaal 5,5 m, met dien verstande dat:
    • 1. tot 1 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 3,5 m bedraagt, en
    • 2. tot 2 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 4,5 m bedraagt;
  • d. minimaal 2 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande dat:
    • 1. aanbouwen (zoals erkers) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de:
      • bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
      • horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;
    • 2. aanbouwen in de vorm van een erker ook voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd als ook buiten het bouwvlak, mits:
      • ligging vóór de voorgevel maximaal 1,5 m bedraagt;
      • ligging uit de voorste perceelsgrens minimaal 2 m bedraagt;
      • breedte niet groter is dan 2/3 van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw;
      • bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt.
    • 3. overkappingen (zoals carports) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.3 voor het realiseren van een niet inpandige bedrijfswoning.

3.3.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 3.3.1 kan slechts mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokkenen en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidsstelling is afgegeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking wordt voorzien van een ruimtelijke motivatie.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. risicovolle bedrijven zoals bedrijven die vallen onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bedrijven;
  • b. geluidzoneringsplichtige inrichtingen als bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • c. inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
  • d. buitenopslag aan een openbaar zichtbare zijde van het bedrijf;
  • e. kantoren met een grotere maximale bruto vloeroppervlakte dan 500 m2 dan wel 30% van het bruto vloeroppervlak van een bedrijf;
  • f. huisvesting van tijdelijke buitenlandse werknemers.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 3.1 a. voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan;
  • b. artikel 3.1 i. voor het toestaan van perifere detailhandel, mits deze detailhandelsactiviteiten niet in de bebouwde kom van Sint Anthonis inpasbaar zijn;
  • c. artikel 3.4 d. voor buitenopslag aan een openbaar zichtbare zijde van het bedrijf, mits:
    • 1. deze opslag voor het bedrijf noodzakelijk is in het kader van de bedrijfsvoering en/of geen nadere opslagmogelijkheden aanwezig zijn;
    • 2. de bouwhoogte van de opslag niet meer dan 6 m bedraagt;
    • 3. de opslag landschappelijk wordt ingepast.

3.5.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 3.5.1 kan slechts mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad waarbij het milieueffect van het beoogde bedrijf nadrukkelijk wordt meegewogen en waarbij bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten mede betrokken wordt;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidsstelling is afgegeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking wordt voorzien van een ruimtelijke motivatie.

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de in bij deze regels opgenomen Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • b. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in goederen die ter plaatse worden vervaardigd en/of verwerkt dan wel verkoop die inherent is aan het toegelaten bedrijf;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is één bedrijfswoning toegestaan en, indien de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' voorkomt, zijn meerdere bedrijfswoningen toegestaan tot het maximum aantal als aangeduid;
  • d. het bouwperceel mag niet groter zijn dan 2.500 m²;
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
  • d. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven;
  • e. indien in aanvulling op bovenstaande maatvoeringsaanduidingen nog een maatvoeringsaanduiding is opgenomen geldt ook het bepaalde ter plaatse van die maatvoeringsaanduiding.

4.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt bij:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m en erachter maximaal 6 m.

4.2.3 Bedrijfswoning, bepalingen omtrent hoofdgebouwen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag een bedrijfswoning worden gebouwd waarbij de volgende regels gelden:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak tot maximaal 600 m3, tenzij ter plaatse een andere maximale inhoud is aangegeven;
  • b. als deze bedrijfswoning al buiten een van de gebouwen uit artikel 4.2.1 is gebouwd (niet inpandig) mag deze niet inpandig worden herbouwd;
  • c. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens is aan beide zijden minimaal 3 m, tenzij de verschijningsvorm van de bedrijfswoning 'twee-aaneen' dan wel 'aaneengebouwd' is, in welk geval de afstand aan één zijde 3 m is, respectievelijk aan beide zijden 0 m;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is aangegeven;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven.

4.2.4 Bedrijfswoning, bepalingen omtrent aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Indien een bedrijfswoning is toegestaan, mogen bij die bedrijfswoning aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd tot een maximaal oppervlakte van 100 m². Voor die aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen die niet inpandig worden gebouwd, of worden herbouwd, in een van de gebouwen als bedoeld in artikel 5.2.1 gelden de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. goothoogte maximaal 3 m, met dien verstande dat bij het uitbouwen van/aanbouwen aan een hoofdgebouw de goothoogte in elk geval ook net zo hoog mag zijn als de hoogte van de eerste bouwlaag +25 cm;
  • c. bouwhoogte maximaal 5,5 m, met dien verstande dat:
    • 1. tot 1 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 3,5 m bedraagt, en
    • 2. tot 2 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 4,5 m bedraagt;
  • d. minimaal 2 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande dat:
    • 1. aanbouwen (zoals erkers) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de:
      • bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
      • horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;
    • 2. aanbouwen in de vorm van een erker ook voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd als ook buiten het bouwvlak, mits:
      • ligging vóór de voorgevel maximaal 1,5 m bedraagt;
      • ligging uit de voorste perceelsgrens minimaal 2 m bedraagt;
      • breedte niet groter is dan 2/3 van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw;
      • bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt.
    • 3. overkappingen (zoals carports) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.3 voor het realiseren van een niet inpandige bedrijfswoning.

4.3.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 4.3.1 kan slechts mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. risicovolle bedrijven zoals bedrijven die vallen onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bedrijven;
  • b. geluidzoneringsplichtige inrichtingen als bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • c. inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
  • d. buitenopslag aan een openbaar zichtbare zijde van het bedrijf.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan.

4.5.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 4.5.1 kan slechts mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad waarbij het milieueffect van het beoogde bedrijf nadrukkelijk wordt meegewogen en waarbij bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten mede betrokken wordt;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.

Artikel 5 Centrum - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. dienstverlening
  • c. wonen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen', met dien verstande dat indien de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen het aantal bestaande en/of nieuwe woningen niet meer mag bedragen dan het aangegeven aantal;
  • d. aan huis verbonden beroepen waarbij geldt:
    • 1. de omvang niet groter mag zijn dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van in totaal 60 m2;
    • 2. degene die de activiteiten uitvoert, is de bewoner van de woning;
    • 3. detailhandel niet is toegestaan, uitgezonderd beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit in verband met de activiteit
  • e. maatschappelijk;
  • f. kantoor;
  • g. horeca in lichte vorm, uitsluitend op de begane grond;
  • h. cultuur en ontspanning;
  • i. evenementen;
  • j. horeca als ondergeschikte activiteit;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
  • d. de dakhelling mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale dakhelling' is aangegeven;
  • e. indien in aanvulling op bovenstaande maatvoeringsaanduidingen nog een maatvoeringsaanduiding is opgenomen geldt ook het bepaalde ter plaatse van die maatvoeringsaanduiding;
  • f. het bruto bedrijfsvloeroppervlak van een horecavestiging mag niet meer bedragen dan 1000 m2.

5.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- uit- en bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. goothoogte maximaal 3 m, met dien verstande dat bij het uitbouwen van/aanbouwen aan een hoofdgebouw de goothoogte in elk geval ook net zo hoog mag zijn als de hoogte van de eerste bouwlaag + 25 cm;
  • b. bouwhoogte maximaal 5,5 m, met dien verstande dat:
    • 1. tot 1 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 3,5 m bedraagt, en
    • 2. tot 2 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 4,5 m bedraagt;
  • c. minimaal 2 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw met dien verstande dat:
    • 1. aanbouwen (zoals erkers) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de
      • bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
      • horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt.
    • 2. overkappingen (zoals carports) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt.
  • d. gebouwd op het zij- en achtererf waarbij het bouwperceel voor niet meer dan 50% mag worden bebouwd en waarbij geldt dat het te bebouwen oppervlakte op een bouwperceel:
    • 1. wat kleiner of gelijk is dan 500 m2 maximaal 90 m2 mag zijn;
    • 2. wat groter is dan 500 m2 maar kleiner of gelijk aan 1.000 m2 maximaal 125 m2 mag zijn;
    • 3. wat groter is dan 1000 m2 maximaal 150 m2 mag zijn.

5.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:
    • 1. bij erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m;
    • 2. bij overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 3 m;
    • 3. vlaggenmasten tot maximaal 6 m;
  • b. Reclame-uitingen bij een beroep aan huis en een bedrijf aan huis mogen uitsluitend aan de gevel worden geplaatst tot een oppervlakte van 0,2 m2.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel:

  • a. 5.2.1 ten behoeve van het overschrijden aan de achterzijde van het bouwvlak door de hoofdmassa tot maximaal 5 m;
  • b. 5.2.1 ten behoeve van het toestaan van een hogere goot- en/of bouwhoogte tot maximaal 9 respectievelijk 13 m;
  • c. 5.2.2 tot een hogere bebouwingspercentage mits achter (het verlengde van) de voorgevel een open ruimte aanwezig blijft van 25 m2.

5.3.2 Voorwaarde voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 5.3.1 kan slechts mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidsstelling is afgegeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 5.1:

  • a. ten behoeve van het toestaan van een aan huis verbonden beroep tot een omvang die niet groter is dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan-, uit- en bijgebouwen met een maximum van in totaal 100 m2;
  • b. ten behoeve van het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, detailhandel of dienstverlening van ondergeschikte aard, mits:
    • 1. het geen volumineuze detailhandel of supermarkt betreft;
    • 2. het een bedrijf betreft dat qua aard past in de functie van de kern;
    • 3. de omvang niet groter is dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan- uit- en bijgebouwen met een maximum van in totaal 100 m2;
    • 4. degene die de activiteiten uitvoert, de bewoner van de woning is.
  • c. ten behoeve van het toestaan van een bed en breakfast in een gedeelte van een hoofdgebouw en/of een uit-, aan- of (vrijstaand) bijgebouw mits:
    • 1. het aantal gastenkamers maximaal 3 bedraagt;
    • 2. niet meer dan 50% van het vloeroppervlakte van de woning wordt gebruikt ten dienste van de bed en breakfast tot een maximum van 120 m2.

5.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 5.4.1 kan slechts mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidsstelling is afgegeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. het afwijken voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.

Artikel 6 Centrum - 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. dienstverlening;
  • c. wonen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen', met dien verstande dat indien de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen het aantal bestaande en/of nieuwe woningen niet meer mag bedragen dan het aangegeven aantal;
  • d. aan huis verbonden beroepen waarbij geldt:
    • 1. de omvang niet groter mag zijn dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van in totaal 60 m2;
    • 2. degene die de activiteiten uitvoert, bewoner van de woning is;
    • 3. detailhandel niet is toegestaan, uitgezonderd beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit in verband met de activiteit;
  • e. maatschappelijk;
  • f. kantoor;
  • g. horeca in lichte vorm, uitsluitend op de begane grond;
  • h. horeca als ondergeschikte activiteit;
  • i. cultuur en ontspanning;
  • j. evenementen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
  • d. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven;
  • e. de dakhelling mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale dakhelling' is aangegeven;
  • f. indien in aanvulling op bovenstaande maatvoeringsaanduidingen nog een maatvoeringsaanduiding is opgenomen geldt ook het bepaalde ter plaatse van die maatvoeringsaanduiding.

6.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. goothoogte maximaal 3 m, met dien verstande dat bij het uitbouwen van / aanbouwen aan een hoofdgebouw de goothoogte in elk geval ook net zo hoog mag zijn als de hoogte van de eerste bouwlaag + 0,25 m;
  • b. bouwhoogte maximaal 5,5 m, met dien verstande dat:
    • 1. tot 1 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 3,5 m bedraagt en;
    • 2. tot 2 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 4,5 m bedraagt;
    • 3. een uitzondering geldt voor die situaties waarin de kapconstructie in het verlengde ligt van het hoofdgebouw. In dat geval geldt als maximale bouwhoogte de hoogte van het hoofdgebouw minus 1,5 m. De eisen als hiervoor gegeven over de afstand uit de perceelsgrens blijven hierbij wel van kracht;
  • c. minimaal 2 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande dat:
    • 1. aanbouwen (zoals erkers) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de:
      • bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
      • horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;
      • (zie ook de bouwregels in de bestemming Tuin in artikel 10.2.2 waarin, onder voorwaarden, deze gebouwen mogen worden voortgezet);
    • 2. overkappingen (zoals carports) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt (zie ook de bouwregels in de bestemming Tuin in artikel 10.2.2 waarin, onder voorwaarden, deze bouwwerken mogen worden voortgezet);
  • d. gebouwd op het zij- en achtererf waarbij het bouwperceel voor niet meer dan 50% mag worden bebouwd en waarbij geldt dat het te bebouwen oppervlak op een bouwperceel:
    • 1. wat kleiner of gelijk is dan 500 m2 maximaal 90 m2 mag zijn;
    • 2. wat groter is dan 500 m2 maar kleiner of gelijk aan 1.000 m2 maximaal 125 m2 mag zijn;
    • 3. wat groter is dan 1.000 m2 maximaal 150 m2 mag zijn.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt bij:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m;
  • c. vlaggenmasten maximaal 6 m;
  • d. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m;
  • e. reclame-uitingen bij een beroep aan huis en een bedrijf aan huis mogen uitsluitend aan de gevel worden geplaatst tot een oppervlakte van 0,2 m2.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Afwijken

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 5.2.1 ten behoeve van het overschrijden aan de achterzijde van het bouwvlak door de hoofdmassa tot maximaal 5 m;
  • b. het bepaalde in artikel 5.2.1 ten behoeve van het toestaan van een hogere goot- en / of bouwhoogte tot maximaal 9 respectievelijk 13 m;
  • c. het bepaalde in artikel 5.2.2 tot een hogere bebouwingspercentage mits achter (het verlengde van) de voorgevel een open ruimte aanwezig blijft van 25 m2.

6.3.2 Voorwaarde voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 6.3.1 kan slechts mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
6.4.1 Afwijken

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1:

  • a. ten behoeve van het toestaan van een aan huis verbonden beroep tot een omvang die niet groter is dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van in totaal 100 m2;
  • b. ten behoeve van het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, detailhandel of dienstverlening van ondergeschikte aard, mits:
    • 1. het geen volumineuze detailhandel of een supermarkt betreft;
    • 2. het een bedrijf betreft dat qua aard past in de functie van de kern;
    • 3. de omvang niet groter is dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van 100 m2;
    • 4. degene die de activiteiten uitvoert, de bewoner van de woning is.

6.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 6.4.1 kan slechts, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgegeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.
6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Centrum' wijzigen in de vorm van het toestaan van bovenwoningen boven een nieuwe detailhandelsvestiging , met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het aantal te realiseren woningen is in overeenstemming met het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid;
  • b. de uitvoerbaarheid van de bestemming wordt aangetoond;
  • c. de parkeerbalans in de directe omgeving mag niet onevenredig nadelig worden beïnvloed;
  • d. er mag geen afbreuk worden gedaan aan het stedenbouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse;
  • e. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • f. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden worden niet onevenredig geschaad.

Artikel 7 Dienstverlening

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dienstverlening;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'a - 30' gelden de regels conform artikel 16.2;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'a - 32' gelden de regels conform artikel 16.3.

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen (zie hiertoe mede artikel 16.1), speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
  • d. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven;
  • e. indien in aanvulling op bovenstaande maatvoeringsaanduidingen nog een maatvoeringsaanduiding is opgenomen geldt ook het bepaalde ter plaatse van die maatvoeringsaanduiding.

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijne

Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt bij:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m;
  • c. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 2 m.

Artikel 8 Groen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;
  • b. nutsvoorzieningen;
  • c. paden, speelvoorzieningen, sportvoorzieningen, straatmeubilair en ontmoetingsvoorzieningen voor specifieke groepen mensen, water, en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen,fietsenstallingen en tuinen en erven.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwen voor het openbare nut en ontmoetingsvoorzieningen tot maximaal 50 m² en tot maximaal 4 m hoog;
  • b. overige gebouwen:
    • 1. gebouwd binnen het bouwvlak;
    • 2. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is aangegeven;
    • 3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
    • 4. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven;
    • 5. indien in aanvulling op bovenstaande maatvoeringsaanduidingen nog een maatvoeringsaanduiding is opgenomen geldt ook het bepaalde ter plaatse van die maatvoeringsaanduiding.

8.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:

  • a. maximaal 8 m voor speelvoorzieningen;
  • b. maximaal 10 m voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer;
  • c. maximaal 6 m voor overige bouwwerken;
  • d. ten aanzien van lichtmasten geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte lichtmasten (m)' is opgenomen.
8.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. aanleg van parkeerplaatsen ten behoeve van openbaar gebruik;
  • b. inrichtingen welke naar aard en omvang hinder opleveren voor omliggende woningen;
  • c. het houden van evenementen.

Artikel 9 Maatschappelijk - 1

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen dienen te worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' zijn 4 appartementen op verdieping toegestaan;
  • c. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • d. de goothoogte mag niet minder bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'minimale goothoogte (m) is aangegeven;
  • e. de dakhelling mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale dakhelling' is aangegeven;
  • f. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  • g. het aantal wooneenheden mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • h. indien in aanvulling op bovenstaande maatvoeringsaanduidingen nog een maatvoeringsaanduiding is opgenomen geldt ook het bepaalde ter plaatse van die maatvoeringsaanduiding.

9.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m;
  • b. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m;
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 2 m.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1 Algemene afwijkingen
  • a. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bouwregels van deze bestemming:
      • voor afwijkingen van de voorgeschreven minimum en maximum maten, aantallen en percentages met niet meer dan 10%, voor zover daarvoor in de regels geen bijzondere afwijkingsbevoegdheden zijn opgenomen.
  • b. De onder a genoemde omgevingsvergunningen mogen slechts worden verleend indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden of aan één of meer functies van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 10 Tuin

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven, water(voorzieningen) en parkeerplaatsen op de eigen oprit.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Erkers

Uitbouwen zoals een erker bij het hoofdgebouw van de op de aangrenzende gronden gelegen woning mogen worden gebouwd, mits de:

  • 1. ligging vóór de voorgevel maximaal 1,5 m bedraagt;
  • 2. ligging uit de voorste perceelsgrens minimaal 2 m bedraagt;
  • 3. breedte niet groter is dan 2/3 van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw;
  • 4. bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt.

10.2.2 Overkappingen (zoals carports)

Overkappingen zoals een carport bij het hoofdgebouw van de op de aangrenzende gronden gelegen woning mogen worden gebouwd, mits de:

  • 1. ligging vóór het verlengde van de voorgevel maximaal 2 m bedraagt;
  • 2. ligging uit de voorste perceelsgrens minimaal 2 m bedraagt;
  • 3. bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
  • 4. vóór het verlengde van de voorgevel niet met enige wand omsloten.

10.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:
    • 1. bij erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m met dien verstande dat bij een open constructie dit 1,5 m mag bedragen;
    • 2. bij overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 3 m;
    • 3. vlaggenmasten tot maximaal 6 m;
  • b. reclame-uitingen bij een beroep aan huis en een bedrijf aan huis mogen uitsluitend aan de gevel worden geplaatst tot een oppervlakte van 0,2 m².

Artikel 11 Verkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de afwikkeling van het verkeer met bijbehorende verblijfsruimte;
  • b. wandel- en fietspaden, parkeer-, groen-, speelvoorzieningen en ontmoetingsvoorzieningen voor specifieke groepen mensen zoals jongeren, evenementen en straatmeubilair;
  • c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterbergingen en waterlopen;
  • d. marktstandplaatsen.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwen voor het openbare nut en ontmoetingsvoorzieningen tot maximaal 50 m² en tot maximaal 4 m hoog;
  • b. overige gebouwen:
    • 1. gebouwd binnen het bouwvlak;
    • 2. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is aangegeven;
    • 3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
    • 4. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven;
    • 5. indien in aanvulling op bovenstaande maatvoeringsaanduidingen nog een maatvoeringsaanduiding is opgenomen geldt ook het bepaalde ter plaatse van die maatvoeringsaanduiding.

11.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:

  • a. maximaal 8 m voor speelvoorzieningen;
  • b. maximaal 10 m voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer;
  • c. maximaal 6 m voor overige bouwwerken.

Artikel 12 Wonen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de woonfunctie tot het bestaand aantal woningen, met dien verstande dat indien de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen het aantal bestaande en/of nieuwe woningen niet meer mag bedragen dan het aangegeven aantal;
  • b. aan huis verbonden beroepen waarbij geldt:
    • 1. de omvang niet groter mag zijn dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van in totaal 60 m2;
    • 2. degene die de activiteiten uitvoert, bewoner van de woning is;
    • 3. detailhandel niet is toegestaan, uitgezonderd beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit in verband met de activiteit;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 1' is zijn kappersbedrijven en schoonheidsinstuten toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - begane grond - logies' is op de begane grond een logiesfunctie toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gastenverblijf voor maximaal 16 personen' is een gastenverblijf voor maximaal 16 personen toegestaan.
  • f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', is gestapeld wonen toegestaan;
  • g. voet en fietspaden;

met bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen,groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens is ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'vrijstaand' aan beide zijden minimaal 3 m;
    • 2. 'twee-aaneen' aan één zijde minimaal 3 m;
    • 3. 'aaneengebouwd' aan de niet-aangebouwde zijde van de eindwoning minimaal 1 m;
    • 4. 'gestapeld' aan beide zijden minimaal 2 m;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • e. indien in aanvulling op bovenstaande maatvoeringsaanduidingen nog een maatvoeringsaanduiding is opgenomen geldt ook het bepaalde ter plaatse van die maatvoeringsaanduiding.

12.2.2 Aan-en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uit- en bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. goothoogte maximaal 3 m, met dien verstande dat bij het uitbouwen van / aanbouwen aan een hoofdgebouw de goothoogte in elk geval ook net zo hoog mag zijn als de hoogte van de eerste bouwlaag +25 cm;
  • b. bouwhoogte maximaal 5,5 m, met dien verstande dat:
    • 1. tot 1 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 3,5 m bedraagt, en:
    • 2. tot 2 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 4,5 m bedraagt;
  • c. minimaal 2 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande dat:
    • 1. aanbouwen (zoals erkers) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de:
      • bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
      • horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;
    • 2. overkappingen (zoals carports) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
  • d. gebouwd op het zij- en achtererf waarbij het bouwperceel voor niet meer dan 50% mag worden bebouwd en waarbij geldt dat het te bebouwen oppervlak op een bouwperceel:
    • 1. wat kleiner of gelijk is dan 500 m2 maximaal 90 m2 mag zijn;
    • 2. wat groter is dan 500 m2 maar kleiner of gelijk aan 1.000 m2 maximaal 125 m2 mag zijn;
    • 3. wat groter is dan 1.000 m2 maximaal 150 m2 mag zijn.
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bergingen' zijn bergingen voor de opslag ten behoeve van de nabijgelegen appartementen toegestaan met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedraagt.

12.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt:
    • 1. bij erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m;
    • 2. bij overige bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m;
    • 3. bij vlaggenmasten maximaal 6 m;
  • b. reclame-uitingen bij een beroep aan huis en een bedrijf aan huis mogen uitsluitend aan de gevel worden geplaatst tot een oppervlakte van 0,2 m2.
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel:

  • a. 12.2.1 ten behoeve van het overschrijden van het bouwvlak door de hoofdmassa van de woning tot maximaal 5 m;
  • b. 12.2.1 ten behoeve van het toestaan van een hogere goot- en/of bouwhoogte tot maximaal 8 m respectievelijk 13 m;
  • c. 12.2.2 ten behoeve van een hoger bebouwingspercentage mits achter (het verlengde van) de voorgevel een open ruimte aanwezig blijft van 25 m2.

12.3.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 12.3.1 kan slechts, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgegeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.

12.4 Afwijken van de gebruiksregels
12.4.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 12.1:

  • a. ten behoeve van het toestaan van een aan huis verbonden beroep tot een omvang die groter is dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan-, uit- en bijgebouwen met een maximum van in totaal 100 m2.
  • b. ten behoeve van het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, detailhandel of dienstverlening van ondergeschikte aard, mits:
    • 1. het geen volumineuze detailhandel of een supermarkt betreft;
    • 2. het een bedrijf betreft dat qua aard past in de functie van de kern;
    • 3. de omvang niet groter is dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan- uit- en bijgebouwen met een maximum van in totaal 100 m2;
    • 4. diegene die de activiteiten uitvoert, de bewoner van de woning is.
  • c. ten behoeve van het toestaan van een bed en breakfast in een gedeelte van een hoofdgebouw en/of een uit-, aan- of (vrijstaand) bijgebouw mits:
    • 1. het aantal gastenkamers maximaal 3 bedraagt;
    • 2. niet meer dan 50% van het vloeroppervlakte van de woning wordt gebruikt ten dienste van de bed en breakfast tot een maximum van 120 m2.

12.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 12.4.1 kan slechts mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruik van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgegeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie;

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 13 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 14 Algemene aanduidingsregels

14.1 Algemeen

Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de gronden met de aanduiding 'overige zone - herziening planregels'.

14.2 Voorwaardelijke verplichting
14.2.1 Overige zone - Kwaliteitsverbeterende maatregelen

Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone – Kwaliteitsverbeterende maatregelen' geldt dat de gronden en bouwwerken binnen de bestemming 'Wonen' uitsluitend mogen worden gebruikt indien:

  • a. de vereiste landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering zoals opgenomen in Bijlage 1 en Bijlage 2 is verwezenlijkt binnen een jaar nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden en dat de landschappelijke inpassing volledig moet zijn gerealiseerd, blijvend onderhouden en in stand gelaten moet worden.
  • b. de gebouwen en opstallen binnen een jaar nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone kwaliteitsverbeterende maatregelen' zijn gesloopt.

Artikel 15 Algemene wijzigingsregels

15.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de onderliggende bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - herziening planregels' de bestemming te wijzigen naar ''Wonen'' mits:

  • a. Er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het woon- en leefklimaat;
    • 2. de milieusituatie;
    • 3. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden;
    • 4. gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van aangrenzende gronden en bebouwing.
  • b. In voldoende mate is onderzocht of er effecten zijn te verwachten op aanwezige Natura-2000 gebieden, met dien verstande dat de ontwikkeling geen significant negatieve effecten mag hebben op de aanwezige Natura-2000 gebieden.
  • c. De woningbouw past binnen het gemeentelijk volkshuisvestelijkbeleid.
  • d. De ontwikkeling inpasbaar is vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijk oogpunt.
  • e. De economische haalbaarheid dient te zijn gegarandeerd.

15.2 Uitzondering
  • 1. Het bepaalde onder artikel 15.1 is niet van toepassing op gronden welke ingevolge de Interim omgevingsverordening Noord- Brabant (zoals vastgesteld op 25 oktober 2019) zijn gelegen in de werkingsgebieden “Landelijke gebied – Gemengd Landelijk gebied'' en ''Groen-Blauwe Mantel''.
  • 2. Indien het beleidsdocument als bedoeld onder sub 2. gedurende de planperiode van dit bestemmingsplan wordt gewijzigd, dient rekening te worden gehouden met de wijziging.

Artikel 16 Overige regels

16.1 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
16.1.1 Wonen

Voor wat betreft de functie wonen moet per nieuwe woning ten behoeve van het parkeren of stallen van auto’s in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Per woning is hiervoor minimaal 1,8 parkeerplaatsen te realiseren, waarvan 1 parkeerplaats op eigen terrein bij vrijstaande en twee-aaneen woningen.

16.1.2 Niet-wonen

Voor wat betreft functies anders dan wonen moet, indien de omvang, het gebruik of de bestemming van een gebouw of terrein daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto’s in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, dan wel op het betreffende terrein, overeenkomstig de in de publicatie ‘Toekomstbestendig parkeren; van parkeerkencijfers naar parkeernormen' (CROW-publicatie 381) opgenomen normen.

16.1.3 Parkeren

De in artikel 16.1.1 en artikel 16.1.2 bedoelde ruimte voor het parkeren van auto’s moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto’s. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:

  • a. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,5 x 5 m in geval van kops parkeren en 2 x 6 m bij langsparkeren bedragen;
  • b. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte, voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,5 m bij 6 m bedragen.

16.1.4 Laden en lossen

Indien het gebruik of de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, overeenkomstig de in de publicatie ‘Toekomstbestendig parkeren; van parkeerkencijfers naar parkeernormen' (CROW-publicatie 381) opgenomen normen.

16.1.5 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in artikel 16.1.1, artikel 16.1.2, artikel 16.1.3 en artikel 16.1.4 indien dit noodzakelijk is om een goede verkeersstructuur en / of bereikbaarheid voor een pand, perceel, straat (of deel daarvan) dan wel een andere ruimtelijk-functionele structuur te waarborgen.

16.1.6 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 16.1.1, artikel 16.1.2, artikel 16.1.3 en artikel 16.1.4:

  • a. indien het voldoen aan die regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
  • b. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.
16.2 a - 30

Ter plaatse van de aanduiding 'a - 30' geldt dat de gronden mede zijn bestemd voor een woning.

16.3 a - 32

Ter plaatse van de aanduiding 'a - 32' geldt dat:

  • a. bedrijven in de categorie 1 van de bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegelaten;
  • b. de gronden mede zijn bestemd voor de woonfunctie, met een maximum van 2 woningen met dien verstande dat ook nieuwe woningen zijn toegestaan en dat deze moeten voldoen aan de bouwregels in artikel 5.2.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 17 Overgangsrecht

17.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  • gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
  • Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
17.2 Overgangsrecht gebruik
  • Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
17.3 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.

Artikel 18 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Herziening Kernen Sint Anthonis'.