Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1701.0000BP000000000509-0010 |
De gebiedsbestemmingen zijn in hoofdzaak onbebouwde bestemmingen met een hoofdfunctie in het buitengebied: 'Agrarisch - 1' en 'Agrarisch - 2', 'Bos', 'Natuur' en 'Water'. De gebiedsbestemmingen zijn vrij globaal van karakter, wat de flexibiliteit van het plan ten goede komt.
Agrarisch - 1 en Agrarisch - 2
De gronden binnen de bestemming 'Agrarisch - 1 en 'Agrarisch - 2 hebben als hoofdfunctie de uitoefening van de agrarische functie. Het belangrijkste onderscheid tussen de beide gebiedsbestemmingen wordt bepaald door het landschap. De beschrijving van de landschappen is in paragraaf 3.1 gegeven. Het 'Agrarisch - 1'-gebied kan in het algemeen omschreven worden als grootschalig open en komt grotendeels overeen met de POP-zonering 1 en 2, terwijl 'Agrarisch - 2' meer besloten is en overeenkomt met de POP-zones 3 en 4.
In de beide gebieden worden mogelijkheden geboden voor de voortzetting van de landbouwfunctie op bedrijfseconomische grondslag. In 'Agrarisch -1' is de bescherming van het landschap in beginsel ondergeschikt aan het agrarisch gebruik, met uitzondering van een aantal waardevolle landschapselementen. In de beide gebieden worden de waardevolle landschappelijke waarden, zoals de houtwallen en essen beschermd door middel van een specifieke bestemming. Voor een aantal werkzaamheden is een omgevingsvergunningsstelsel opgenomen om structurele veranderingen van het landschap te voorkomen dan wel structurele ingrepen in het landschap af te kunnen wegen. Structuurbepalende landschappelijke elementen die niet zijn aangeduid, kunnen, wanneer daar een landbouwkundige noodzaak voor is, worden verwijderd, maar criterium daarbij is wel dat de structuur van het landschap niet wordt aangetast. Dit kan betekenen dat het element elders gecompenseerd moet worden.
Agrarische bedrijfskavel grondgebonden agrarisch bedrijf
Binnen de bestemming is een regeling opgenomen voor de agrarische bedrijven. De agrarische bedrijfskavels zijn toegekend op basis van de bestaande situatie die is geïnventariseerd en die vanaf de recente luchtfoto's zijn bekeken. Voor alle agrarische bedrijfskavels geldt een oppervlakte van 1,5 hectare bij recht met een daarbinnen gelegen aaneengesloten bouwblok van dezelfde maximale omvang. Bestaande grotere bedrijven kunnen een agrarische bedrijfskavel hebben die groter is dan 1,5 hectare, met een maximum van 3 hectare, waarbinnen het aaneengesloten bouwblok bij recht niet groter is dan 1,5 hectare. Dit mag volledig worden benut voor bebouwing en alle bijbehorende activiteiten die gerelateerd zijn aan het agrarisch bedrijf, zoals de stalling van voertuigen en kuil- en mestopslag. De bedrijfsgebouwen respectievelijk de totale oppervlakte van de bedrijfsgebouwen mag echter niet groter zijn dan 500 m2 respectievelijk 10.000 m2 behalve als de bestaande oppervlakte groter is. De gevellengte mag niet meer zijn dan 100 m. De agrarische bedrijfskavels van sierteelt- en/of boomkwekerijen zijn op maat vastgelegd, omdat er grote verschillen in omvang bestaan tussen de aanwezige bedrijven.
Wanneer er behoefte is aan een uitbreiding van het aaneengesloten bouwblok binnen een agrarische bedrijfskavel, dan bieden de regels daarin mogelijkheden. Vergroting van het aaneengesloten bouwblok binnen een agrarische bedrijfskavel die 2 hectare of groter is, is mogelijk naar 2,0 hectare door middel van een afwijking. Via een wijziging is het mogelijk de agrarische bedrijfskavels en de bouwblokken uit te breiden naar een oppervlakte boven de 2,0 hectare, tot een maximum van 3,0 hectare. Nieuwvestiging is toegestaan binnen de bestemming 'Agrarisch - 1', waarbij de waardevolle gebieden zijn uitgesloten van nieuwvestiging.
Wanneer buiten de agrarische bedrijfskavel, bijvoorbeeld aan de overzijde van de weg, bebouwing is gesitueerd die feitelijk tot de agrarische bedrijfskavel behoort (bijvoorbeeld een schuur of kuilopslag), is dit door middel van een koppelteken op de verbeelding weergegeven. Het betreft hier dus de bebouwing behorende bij één bedrijfskavel.
Agrarische bedrijfskavel niet-grondgebonden agrarische bedrijf
De agrarische bedrijfskavels voor niet-grondgebonden agrarische bedrijven zijn op de verbeelding specifiek aangeduid. Nieuwvestiging is niet mogelijk, evenals de omzetting van grondgebonden naar een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf. Uitbreiding van bestaande bedrijven is alleen mogelijk tot een maximum van 2,0 hectare.
Agrarische bedrijfskavel gemengd bedrijf
De gemengde bedrijven zijn specifiek op de verbeelding aangeduid. Voor het grondgebonden deel geldt dezelfde maatvoering voor de agrarische bedrijfskavel als bij 'agrarische bedrijfskavel grondgebonden agrarisch bedrijf'. Voor het intensieve deel geldt de regeling zoals voor 'agrarische bedrijfskavel niet-grondgebonden agrarisch bedrijf'. Nieuwvestiging is niet mogelijk en uitbreiding is toegestaan binnen de randvoorwaarden die zijn opgenomen in de regels.
Bedrijfswoning/tweede bedrijfswoning
Per bedrijf is een bedrijfswoning toegestaan met een oppervlakte van maximaal 150 m2. Daar waar in de bestaande situatie reeds twee of meer bedrijfswoningen aanwezig zijn, is op de verbeelding een aanduiding opgenomen.
Afwijkingen met omgevingsvergunning
In de regels zijn zowel afwijkingen op de bouwregels als de gebruiksregels opgenomen. De meeste afwijkingen wijzen voor zich of zijn anders beleidsmatig reeds onderbouwd in de Planuitgangspunten.
Bij afwijking is het bijvoorbeeld mogelijk om het agrarisch bedrijf te vergroten tot een oppervlakte van 2,0 hectare. Of bebouwing op te richten met een oppervlakte groter dan 500 m2.
In de bijlage bij de regels zijn allerhande vormen van bedrijvigheid genoemd, die als ondergeschikte tweede tak bij een agrarisch bedrijf uitgeoefend kunnen worden. In veel gevallen zijn beperkende bepalingen opgenomen om zodoende de ondergeschiktheid ten opzichte van de agrarische activiteiten te benadrukken.
Wijzigingen
Indien de noodzakelijkheid van bedrijfsuitbreiding kan worden aangetoond, is vergroting van het aaneengesloten bouwblok binnen de agrarische bedrijfskavel boven de 2,0 hectare bij wijziging mogelijk. Voorwaarde hierbij is onder meer dat met de vormgeving van het aaneengesloten bouwblok zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de landschappelijke karakteristiek en/of de landschappelijke structuur. Dit zal worden getoetst aan de hand van het Beeldkwaliteitsplan. Het bouwblok van een grondgebonden agrarisch bedrijf mag worden gewijzigd naar maximaal 3,0 hectare. Ook is binnen "Agrarisch - 1" een wijziging opgenomen om op de verbeelding een agrarische bedrijfskavel op te nemen voor de vestiging van een nieuw grondgebonden agrarisch bedrijf. Daarnaast is een wijziging opgenomen voor het vergroten van een bestaande intensieve neventak bij een agrarisch grondgebonden bedrijf.
Binnen de bestemming Agrarisch - 2 is het gebruik van gronden voor natuurontwikkeling toegestaan. Het gaat hierbij vooral om het bij recht mogen verschralen en extensief beheren van beekdalgronden en agrarische gronden die rond de grote natuurgebieden liggen, ongeacht de eigendomssituatie. De landschappelijke hoofdkenmerken worden er niet mee aangetast en de waterhuishouding blijft afgestemd op de agrarische gebiedsbestemming.
Wijziging binnen Agrarisch-2 van de bestemming ten behoeve van de natuurfunctie is nog wel nodig, zodra de gronden door middel van (grootschalige) bodemingrepen blijvend worden ingericht ten behoeve van een natuurvegetatie (anders dan schraal en soortenrijk grasland), waarmee de landschappelijke hoofdkenmerken worden gewijzigd of de hydrologische situatie in het omliggende agrarische gebied voor het normaal agrarisch grondgebruik wordt aangetast. Voor deze situaties is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, waarbij deze belangen moeten worden onderzocht en afgewogen. Deels zijn in gebiedsplannen al gronden aangewezen. Na verwerving van de gronden voor natuurontwikkeling zal ook de wijziging toegepast kunnen worden.
Ten behoeve van een functieverandering op een agrarische bedrijfskavel zijn de volgende wijzigingen opgenomen. De agrarische bedrijfskavel kan worden gewijzigd ten behoeve van een woonfunctie en niet-agrarische bedrijvigheid. De criteria in de wijzigingsbevoegdheden zijn afgestemd op het specifieke beleid dat voor deze functieveranderingen is geschreven en waaraan in de Planuitgangspunten de nodige aandacht is besteed. Ook zijn er voorwaarden opgenomen ten behoeve van de 'Ruimte voor ruimte'-regeling. Tevens zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen om woonpercelen te vergroten en qua situering te wijzigen. Het is inmiddels een gegeven dat er ook landbouwgrond wordt opgekocht door particulieren om zodoende het woonperceel te verruimen. Op het moment dat die gronden als tuin bij het woonhuis worden ingericht, dient de agrarische bestemming omgezet te worden in 'Wonen'. Vanwege de landschappelijke impact is hier wel een grens aan gesteld. Voorts is het in gevallen wenselijk dat bij herbouw van woonhuizen een betere situering van het woonhuis wordt gezocht, bijvoorbeeld in relatie tot nabijgelegen bedrijvigheid of andere woonpercelen, of anderszins vanwege de stedenbouwkundige structuur van de omgeving. In dat geval kan het bestemmingsvlak qua situering na wijziging worden aangepast.
Bijzondere agrarische functies
Deze bestemming ziet op een regeling voor de gebruiksgerichte paardenhouderijen. Hier geeft met name de begripsbepaling invulling aan de functie van de bestemming. Binnen deze paardenhouderijen zijn ondergeschikte manegeactiviteiten toegestaan. Het bestemmingsvlak is afgestemd op de bestaande situatie met enige uitbreidingsruimte. De gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en overkappingen zal niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak met een maximum van 2500 m2 behalve als de bestaande oppervlakte al groter is. Onder voorwaarden mag de oppervlakte van bedrijfsgebouwen 75% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak bedragen. Hiervoor is een omgevingsvergunning nodig.
Er is geen sprake van een publieksgerichte functie, om welke reden er ook geen mogelijkheid bestaat om ondergeschikte horeca in te passen.
Nevenactiviteiten zijn onder voorwaarden mogelijk. Hiervoor is wel een omgevingsvergunning nodig.
Natuur
De bestemming 'Natuur' betreft de bestaande grote natuurgebieden. Hieronder vallen de Natura 2000-gebieden, maar ook de overige natuurgebieden met een oppervlakte groter dan 2,0 hectare. De begrenzing van de Natura 2000-gebieden is in bijlage 2 opgenomen. Het behoud, herstel en ontwikkeling van de waarden van deze gebieden staat voorop. Om onevenredige aantasting van de aanwezige waarden te voorkomen, is een omgevingsvergunningenstelsel voor bepaalde werkzaamheden opgenomen en zijn enkele expliciete verboden opgenomen.
Binnen de natuurgebieden komen enkele schaapskooien voor. Deze zijn specifiek bestemd als ´Natuur - Schaapskooi´. De bestemming richt zich onder andere op bebouwing voor het beheer en onderhoud van omliggende gebieden en eventuele informatievoorzieningen en dagrecreatief medegebruik. Voor de schaapskooi nabij Uffelte is, aansluitend bij de plannen, een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.
Bos
Aan de aaneengesloten bosgebieden is de bestemming 'Bos' gegeven. Sommige bosgebieden zijn onderdeel van de Natura 2000-gebieden. De gebiedsbestemming 'Bos-1' is toegekend aan de natuurgebieden waarvan de verschijningsvorm overwegend bos is en deze verschijningsvorm als een te behouden en te beschermen landschappelijke kernkwaliteit is aangemerkt. Kleinschalige natuur- en landschapselementen zoals in het bosgebied aanwezige vennen, poelen, zandverstuivingen en heideterreintjes zijn in de bestemming opgenomen en daarmee ook beschermd. Binnen de bestemming is geen bebouwing toegestaan. 'Bos -2' is toegekend aan bosgebieden met een meervoudige functie waarbij het recreatief medegebruik nevengeschikt is aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van de bosgebieden. Aangezien in "Bos - 1" recreatief medegebruik in zeer ondergeschikte mate is toegestaan, is het kamperen van de scouting aan de rand van het nationaal park Dwingelderveld aangeduid. Voor de bescherming van de bosgebieden is een omgevingsvergunningstelsel voor bepaalde werkzaamheden opgenomen.
In 'Bos - 2' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om onder voorwaarden de bestemming te wijzigen in "Recreatie - 1" of "Recreatie - 2" ten behoeve van het uitbreiden van bestaande kampeerterreinen. Bij vermindering van het bosareaal dient compensatie plaats te vinden door het aanplanten van nieuw bos binnen of aansluitend aan het betreffende bestaande kampeerterrein. Tevens moet er een goede landschappelijke inpassing plaatsvinden.
Water
Deze bestemming is gelegd op de bestaande hoofdwatergangen. De bijbehorende kaden, dijken en oeverstroken zijn ook als zodanig bestemd. Op deze gronden mogen geen bouwwerken en overkappingen worden gebouwd.