Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1701.0000BP000000000509-0010 |
De bestaande waardevolle beschermde natuurterreinen en grote aaneengesloten natuurgebieden (zoals deze zijn beschreven in paragraaf 5.4), die zijn aangewezen via de Natuurbeschermingswet en zijn opgenomen in Europees, nationaal en provinciaal beleid, zijn in het bestemmingsplan opgenomen binnen de gebiedsfunctie 'Natuur'. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen bos en natuur. Die gebieden die in de Kadernota en op de Natuurdoeltypenkaart 2007 zijn aangegeven als bosgebied, zijn in het bestemmingsplan opgenomen als 'Bos'.
De terreinen groter dan 2 hectare, uitgezonderd lijnvormige elementen, die binnen een andere gebiedsbestemming liggen, zijn beschermd in het bestemmingsplan door een specifieke bestemming voor 'Bos' of 'Natuur'.
Naast de grotere natuurterreinen komt in het buitengebied van de gemeente Westerveld ook veel natuur voor met een oppervlakte kleiner dan 2 hectare. Vaak gaat het om landschappelijke en cultuurhistorische waardevolle landschapselementen. De bescherming van deze elementen is beschreven in paragraaf 6.4.
In de Reactienota Zienswijzen is ter plaatse van de beantwoording van de zienswijzen van de provincie en de natuurbeherende organisaties een uitvoerige uitleg gegeven van de wijze waarop de natuur in het bestemmingsplan is opgenomen. De daar weergegeven uitgangspunten worden hier ingelast beschouwd.
Productiebos wordt gezien als een agrarische activiteit, terwijl permanent bos meer als natuur wordt gezien. Beide 'bossoorten' hebben invloed op het landschap.
Voor permanent bos is, conform het provinciaal beleid, gestreefd naar bosclustering. De toekenning van de bestemming is gebaseerd op de provinciale natuurdoeltypenkaart. Alleen permanent bos met een duidelijke maatschappelijke meerwaarde is mogelijk. Binnen bos wordt een onderscheid gemaakt tussen bos waar recreatief medegebruik is toegestaan en bos met meer een natuurfunctie.
In gebieden met openheid als landschappelijke kernkwaliteit is bosaanleg niet mogelijk. Daarnaast geldt voor het landbouwontwikkelingsgebied dat de landbouwkundige functie niet wezenlijk belemmerd wordt. Deze voorwaarde is gekoppeld aan een wijzigingsbevoegdheid.
In het Bestemmingsplan Buitengebied is voor de aanleg tot maximaal 1,0 hectare bos een omgevingsvergunningsstelsel opgenomen. Voor de aanplant van meer dan 1,0 hectare bos is een wijzigingsbevoegdheid noodzakelijk. Aan deze wijzigingsbevoegdheid zijn ten aanzien van de locatie voor bosaanplant voorwaarden gekoppeld. Aan minimaal één van de volgende voorwaarden moet worden voldaan:
In de waardevolle open gebieden mag geen bosaanplant plaatsvinden, tenzij het een landschappelijke versterking betreft.