Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1701.0000BP000000000509-0010 |
Een eerste belangrijke stap naar de herziening van het Bestemmingsplan Buitengebied is het vaststellen van het beleid op hoofdlijnen.
Daarmee wordt de basis gelegd voor een uitwerking in bestemmingen. Dit beleid is in de Kadernota (vastgesteld 14 februari 2006) vastgelegd.
In de Kadernota zijn de algemene uitgangspunten voor ontwikkelingen in het buitengebied van de gemeente Westerveld opgenomen. Belangrijk onderdeel van de nota is een ontwikkelingskaart aan de hand waarvan nieuwe ontwikkelingen worden getoetst.
De drie ontwikkelingsgebieden geven de gewenste richting voor ontwikkelingen aan. De gebieden zijn op basis van het bestaande grondgebruik en het vastgelegde beleid in grote eenheden globaal begrensd en gelden als vertrekpunt. De gewenste ontwikkelingsrichting van de drie ontwikkelingsgebieden staan in het kader aangegeven.
Figuur 7: Ontwikkelingsgebieden Kadernota (bron: Kadernota 2006)
De nationale parken en overige natuurgebieden vormen de pijlers onder het recreatieve beleid in Westerveld. De recreatieve beleving is gericht op natuur en landschap, maar ook op cultuurhistorie, fietsen en wandelen. Nieuwe ontwikkelingen dienen hier op aan te sluiten. Het beleid richt zich hierbij enerzijds op de rustzoekende, cultuurgeïnteresseerde en natuurgerichte toeristen en recreanten en anderzijds op de eigen bevolking. De toeristisch-recreatieve missie van Westerveld is als volgt geformuleerd: 'Ontwikkeling en versterking van het toeristisch-recreatieve product gericht op een beheerste groei en kwaliteitsverbetering, teneinde te komen tot seizoensverlenging, genereren van herhalingsbezoeken en vergroten van de herkenbaarheid van de gemeente Westerveld.'
In het kader van ontwikkeling wordt ruimte geboden aan vestiging van vernieuwende hoogwaardige toeristisch-recreatieve voorzieningen die zich onderscheiden van het bestaande aanbod. Randvoorwaarde hierbij is dat er nieuwe doelgroepen worden aangesproken. De in te zetten ontwikkelingen moeten in de komende jaren meer banen en hogere bestedingen opleveren.
Met versterking wordt gedoeld op kwaliteitsverbetering van het bestaande aanbod. Van groot belang daarbij is de afstemming tussen het aanbod uit de sector en de inpassing in landschap en natuur. Het toeristisch-recreatief product van Westerveld zal hierbij in een groter geheel (provincie Drenthe) worden bezien. Het Recreatieschap Drenthe vormt daarbinnen een belangrijke spil. Om de missie concreet te maken, is een zevental strategieën ontwikkeld:
De welstandsnota van de gemeente Westerveld is in 2008 herzien. Daarmee sluit de welstandsnota beter aan bij de wens van de gemeente om kleinere bouwplannen ambtelijk te kunnen toetsen en zijn enkele gebieden, waarvoor in de 'oude' nota nog geen of onjuist beleid was, opnieuw bekeken. De doelstelling van het welstandsbeleid is het veiligstellen van een basiskwaliteit van de gebouwde omgeving. Indien mogelijk zal plaatselijk een verbetering van de kwaliteit van de gebouwde omgeving het gewenste doel zijn. Kleine veel voorkomende veranderingen en aanpassingen, mogen niet storend zijn.
Bij kleine en middelgrote projecten moet er sprake zijn van een samenhang met de omgeving. Bij grote projecten moeten de stedenbouwkundige kwaliteitsdoelstellingen worden vertaald in toetsingskaders voor de welstandsadvisering.
De gemeente baseert haar ruimtelijk kwaliteitsbeleid in hoofdzaak op de in de gemeente van kracht zijnde bestemmingsplannen. De gemeente onderscheid algemene welstandscriteria die altijd van toepassing zijn en gebiedsgerichte criteria die alleen voor bepaalde gebieden van toepassing zijn.
In de welstandsnota zijn zes aandachtspunten geformuleerd voor het ontwerpen van gebouwen. De aandachtspunten vormen een algemeen beoordelingskader om in eerste instantie snel na te gaan of een bouwplan aan redelijke eisen van welstand voldoet. De volgende aandachtspunten zijn geformuleerd:
Voor een 14-tal gebieden heeft de gemeente gebiedsgerichte welstandscriteria opgesteld. Bij de indeling van deze gebieden heeft cultuurhistorie een belangrijke rol gespeeld. Voor gebieden zoals beschermde dorpsgezichten, lintbebouwing, esgronden, natuurgebieden, e.d., die beeldbepalend zijn voor deze omgeving, gelden gebiedsgerichte welstandscriteria.
Beeldkwaliteitsplan
De welstandsnota richt zich op de gebouwde omgeving. Nieuwe ontwikkelingen dienen aan te sluiten bij bestaande structuren. Om deze ontwikkelingen ook landschappelijk in te kunnen passen, is er een Beeldkwaliteitsplan 16 opgesteld die de landschappelijke waarden van de gemeente in beeld brengt. Zo zorgen de welstandsnota en het Beeldkwaliteitsplan samen voor een goede inpassing van nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied van de gemeente Westerveld. Het Beeldkwaliteitsplan is door de gemeenteraad vastgesteld op 21 september 2010.
Het Beeldkwaliteitsplan gaat over de kenmerken en essenties van de zes verschillende landschapstypen en de verschillen in bebouwingstypologieën binnen de gemeente Westerveld. Aan de hand van de verschillende landschapstypen, overeenkomstig de Kadernota beschreven, zijn de kenmerken van de landschappen weergegeven.
Vervolgens zijn criteria geformuleerd die gehanteerd kunnen worden bij de toetsing van nieuwe ontwikkelingen. In het Beeldkwaliteitsplan worden tevens voorstellen gedaan voor de landschappelijke inpassing per landschapstype.
Het Beeldkwaliteitsplan is gericht op behoud van de kernkwaliteiten van het landschap en landschappelijke inpassing. Dit is echter geen harde regel. Dit wil zeggen dat het niet zo is dat ontwikkelingen die hier niet in passen per definitie niet mogelijk zijn.
De gemeente Westerveld heeft in december 2009 de 'Beleidsnota lokale economie, Met kwaliteit en authenticiteit boven het maaiveld uit' vastgesteld. De nota schetst de mogelijkheden die gelden voor de langere termijn. Tegelijkertijd zijn er verschillende richtingen uitgewerkt die op korte termijn versterking kunnen geven aan de lokale economie. De nota geeft daarnaast de koers aan waaraan zowel ondernemers als gemeente houvast hebben voor investeringsbeslissingen, prioriteiten of inrichtingsvragen.
De Verkeer en Vervoer visie van de gemeente Westerveld onderschrijft de doelstellingen uit de Nota Mobiliteit en het PVVP van de provincie Drenthe en sluit aan bij het landelijke Duurzaam Veilig Beleid. Dit is in 1997 door de gezamenlijk overheden (gemeenten, provincies, waterschappen en Rijk) vastgesteld.
Duurzaam Veilig staat voor: Preventief verkeersveiligheidsbeleid; voorkomen van verkeersongevallen. Wanneer er toch ongevallen plaatsvinden; er voor zorgen dat de kans op ernstig letsel minimaal is. Dit wordt bereikt door onder andere een veilige en herkenbare weginrichting. De volledige weginfrastructuur wordt daarom ingedeeld in verkeersaders en verblijfsgebieden.
In principe worden er binnen de Duurzaam Veilig visie drie wegcategorieën onderscheiden met elk hun eigen essentiële herkenbaarheidkenmerken:
Binnen de gemeente zijn bovendien een aantal erftoegangsverzamelwegen aanwezig. Binnen een gebied dat bestaat uit erftoegangswegen (verblijfsgebied) kan een aantal wegen worden aangeduid als erftoegangsverzamelweg. Dit zijn wegen die binnen het gebied een zekere verzamelfunctie hebben en meer verkeer afwikkelen dan een gemiddeld wegvak in dit gebied. De inrichting van deze wegen is gericht op een gemiddelde trajectsnelheid van 60 of 30 km/uur. Op de plaatsen waar het kan mag men sneller rijden (80 of 50 km/uur), op risicovolle locaties wordt de snelheid middels snelheidsremmende maatregelen daadwerkelijk naar 30 of 60 km/uur teruggebracht.
Gemeentelijk beleid is dat alle kernen in principe zijn ingericht als verblijfsgebied binnen de kom met een maximumsnelheid van 30 km/uur. Het buitengebied wordt in principe ingericht als verblijfsgebied buiten de kom met een maximumsnelheid van 60 km/uur.
Alleen de provinciale wegen (N855, N371, N353, N381) zijn (grotendeels) aangeduid als ontsluitingsweg waarop in principe een maximumsnelheid geldt van 80 km/uur. Hier is de verkeersfunctie de hoofdfunctie. Verkeer dient zoveel mogelijk via dit hoofdwegennet (stroomwegen/gebiedsontsluitingswegen) zijn bestemming te bereiken.
Op 22 maart 2011 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westerveld de Nota toetsingskader zorg- en opvangvoorzieningen voorlopig vastgesteld. In de nota wordt onder meer een concreet toetsingkader voorgesteld ten aanzien van de vestiging van zorg- en opvanginstellingen in de gemeente. Verschillende aspecten krijgen aandacht; schaalgrootte van de gemeente en de instelling, spreiding, draagvlak, draagkracht, kwaliteit en veiligheid.
De nota is bedoeld om een afgewogen en breed gewogen besluit van gemeentezijde te kunnen nemen om al dan niet mee te werken aan een verzoek om bestemmingswijziging ten aanzien van de realisatie en vestiging van een zorg- en opvanginstelling. Het beleid is in dit bestemmingsplan verwerkt.