direct naar inhoud van Artikel 5 Detailhandel
Plan: Bestemmingsplan Centrumgebied Roden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01

Artikel 5 Detailhandel

5.1 Hoofdgebouwen

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. supermarkt;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. paden, verhardingen en parkeervoorzieningen;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • f. gebouwen;
  • g. tuinen, erven, en terreinen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • i. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Hoofdgebouwen

Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw dient uitsluitend binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 10 m, dan wel niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt.
5.2.2 Bijgebouwen

Voor een bijgebouw gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a mogen buiten het bouwvlak bijgebouwen worden gebouwd, mits de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 60 m2;
  • c. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 1 m bedragen;
  • d. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3,5 m;
  • e. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 80% van de hoogte van het hoofdgebouw.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte op tuinen en erven niet meer bedraagt dan 3 m;
  • b. de oppervlakte van een overkapping bedraagt, horizontaal gemeten, niet meer dan 20 m2.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:

  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan:

  • a. de goot- en bouwhoogte van gebouwen;
  • b. de plaats van hoofdgebouwen, in die zin dat de naar de weg gekeerde gevel in de naar de weg gekeerde bouwgrens dient te worden gebouwd;
  • c. de plaats van aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • d. de plaats en bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grotere horizontale oppervlakte dan 2 m2 en/of een grotere hoogte dan 1,5 m.