direct naar inhoud van Artikel 10 Tuin
Plan: Bestemmingsplan Centrumgebied Roden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01

Artikel 10 Tuin

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en voorkanten behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. parkeren, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein;
  • c. nutsvoorziening, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';

alsmede voor:

  • d. de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van het gebouw ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';

met daaraan ondergeschikt:

  • e. paden, verhardingen en parkeervoorzieningen;
  • f. (openbare) groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • j. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Voor deze bestemming geldt dat er geen gebouwen mogen worden gebouwd, met uitzondering van de bestaande nutsgebouwtjes ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor de voorgevel van gebouwen niet meer dan 1 m bedraagt en de bouwhoogte van vlaggenmasten niet meer dan 6 m bedraagt.

10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid,

afwijken van het bepaalde in:

voor de bouw van erkers en toegangsportalen voor de naar de weg gekeerde gevel van woningen tot een oppervlakte van 6 m² met een bouwhoogte van maximaal 3 m.

10.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen te slopen, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
  • b. De onder a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan worden hersteld, de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet is te handhaven en/of het delen van het pand betreft die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm wordt veroorzaakt.