direct naar inhoud van Artikel 49 Overige regels
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied Noordenveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1699.2009BP007-vg02

Artikel 49 Overige regels

49.1 Afstemming waterschap

Bij bouwen, dan wel het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden welke gevolgen kunnen hebben voor de waterhuishouding, wordt de waterbeherende instantie om advies gevraagd.

49.2 Afstemming welstandsnota

Voor zover de regels in het bestemmingsplan met betrekking tot:

  • a. de voorgeschreven goothoogte en bouwhoogte;
  • b. de plaatsing op het bouwperceel;

ruimte bieden voor verschillende mogelijkheden tot het realiseren van gebouwen, is deze ruimte tevens bedoeld voor het kunnen stellen van voorwaarden op basis van de in artikel 12a van de Woningwet aangegeven welstandscriteria, mits:

  • de goot- en bouwhoogte van gebouwen met niet meer dan 15% afwijken van de in dit plan toegestane goot- en bouwhoogte;
  • de binnen de regels te realiseren oppervlakte niet wordt verminderd.
49.3 Afstemming Landschapsbeleidsplan

Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, dan wel toepassing te geven aan wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening wordt getoetst of de ontwikkeling past in het bebouwings- en landschapsbeeld, in de zin dat dit in overeenstemming dient te zijn met het Landschapsbeleidsplan van de gemeente Noordenveld.

49.4 Afstemming artikel 19 Natuurbeschermingswet 1998

Voor activiteiten in dit bestemmingsplan waarvoor een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist of waarbij toepassing wordt gegeven aan een wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening, dient-in de daarvoor in aanmerking komende situaties - te worden aangetoond dat zij - gelet op de instandhoudingsdoelstelling - de kwaliteit van de natuurlijke habitatten en de habitatten van de soorten in een Natura 2000-gebied niet verslechteren of een significant verstorend effect hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen.

49.5 Afstemming op de Flora- en faunawet

Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, dan wel toepassing te geven aan een wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening, dient - in de daarvoor in aanmerking komende situaties - een onderzoek in het kader van de Flora- en faunawet te worden uitgevoerd.