direct naar inhoud van 5.8 Externe veiligheid
Plan: Oppad 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BP1600oppad22012-va00

5.8 Externe veiligheid

5.8.1 Algemeen

Externe veiligheid heeft betrekking op de gevaren die mensen lopen als gevolg van aanwezigheid in de directe omgeving van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden bewaard en/of bewerkt, transportroutes waarlangs gevaarlijke stoffen worden vervoerd en ondergrondse buisleidingen. De aan deze activiteiten verbonden risico's moeten tot een aanvaardbaar niveau beperkt blijven.

Wettelijk kader

Het wettelijk kader voor risicobedrijven is vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI). Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen vormen de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en de onderliggende regelgeving het beleidskader. Dit pakket van wet- en regelgeving zal volgens verwachting medio 2012 worden geactualiseerd vanwege de introductie van het Basisnet voor vervoer van gevaarlijke stoffen. Het beleid voor ondergrondse buisleidingen is vastgelegd in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Bij de beoordeling van de externe veiligheidssituatie zijn twee begrippen van belang:

Het plaatsgebonden risico (PR) richt zich als maat voor het risico vanwege activiteiten met gevaarlijke stoffen vooral op de basisveiligheid voor personen in de omgeving van die activiteiten. Aan het PR is een wettelijke grenswaarde verbonden die niet mag worden overschreden. Het PR wordt 'vertaald' als een risicocontour rondom een risicovolle activiteit, waarbinnen geen kwetsbare objecten (bijv. woningen) mogen liggen.

Het groepsrisico (GR) is een maat voor de maatschappelijke ontwrichting als gevolg van een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Rondom een risicobron wordt een invloedsgebied gedefinieerd, waarbinnen grenzen worden gesteld aan het maximaal aanvaardbare aantal personen, de z.g. oriƫnterende waarde (OW). Dit is een richtwaarde, waarvan het bevoegd gezag, mits afdoende gemotiveerd, kan afwijken. Deze verantwoordingsplicht geldt voor elke toename van het GR, ook als de OW niet wordt overschreden.

5.8.2 Situatie plangebied

Op de risicokaart van de provincie Noord-Holland worden, in samenwerking met gemeenten, het Rijk en andere partijen, de gegevens van risicovolle inrichtingen onder bevoegd gezag van de gemeenten en het Rijk opgenomen. Daarnaast worden op de kaart kwetsbare objecten aangegeven (zoals scholen en ziekenhuizen). Hieronder is een afdruk van de risicokaart weergegeven welke is ingezoomd op de gemeente Wijdemeren. Hieruit blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen relevante risicobronnen aanwezig zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.1696.BP1600oppad22012-va00_0021.jpg"

Uitsnede risicokaart procincie Noord-Holland (locatie Oppad rood omcirkeld)

In de omgeving van het plangebied zijn alleen de twee aanwezige kwetsbare objecten aangegeven, namelijk Het Trefpunt en de nabijgelegen basisschool (SWS de Catamaran). Het Trefpunt zal met de ontwikkeling van het onderhavige plan verdwijnen.

5.8.3 Conclusie

In de omgeving zijn geen relevante risicobronnen aanwezig. De beoogde ontwikkeling zal niet leiden tot het ontstaan van een plaatsgebonden risico of een groepsrisico.

Het aspect externe veiligheid staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg.