Plan: | Wijdemeren, Kern 's-Graveland en Landgoederen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1696.BP0200kernGVL2008-va01 |
Dorpslint
's-Graveland omvat waardevolle dorpsbebouwing en buitenplaatsen en is grotendeels aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Centrale as van het beide is het lint Noordereinde-Zuidereinde. Tussen deze weg en de 's-Gravelandse Vaart aan de westzijde is dorpsbebouwing tot stand gekomen. Aan de oostzijde van de weg is een aantal woonclusters aanwezig. Deze bebouwing in het lint heeft een individueel karakter, is gevarieerd en kleinschalig. De gebouwen zijn georiënteerd op de weg en de rooilijn volgt de weg. De diversiteit komt tot uitdrukking in de goothoogten, de dakvormen en de breedte van de bebouwing.
Opvallend zijn langs het Noorder- en Zuidereinde de vele privéstoepen met hekjes en trappen, waardoor een geleidelijke overgang aanwezig is tussen openbaar en privé (straat-woning).
De nokrichting evenwijdig aan de weg domineert enigszins boven de nokrichting loodrecht op de weg, zeker aan de beide uiteinden van de lange as. Van beide typen nokrichtingen zijn zeer fraaie voorbeelden aanwezig.
Er is een sterk verschil tussen de gevels aan de voor- en achterkant (vaartkant). Aan de voorkant is de bebouwing consequent op één lijn geplaatst (rooilijn), aan de achterkant zijn er allerlei sprongen. Kleine tuintjes, dakterrasjes en binnenplaatsjes geven hier een levendig beeld aan het water.
Buitenplaatsen
Aan de oostzijde van het dorpslint ligt de 's-Gravelandsepolder met de buitenplaatsen. De hoofdgebouwen staan vrij in de ruimte en zijn zowel op de weg aan de voorzijde als op het omliggende park gericht.
Het landschap van de buitenplaatsen is van een bijzondere schoonheid. Deze waardering wordt in de eerste plaats opgeroepen door de volgroeidheid van de beplanting, die een weelderig en besloten beeld geeft. Daarnaast wordt hieraan bijgedragen door de afwisseling van omzoomde weiden, bossen en lanen waarin de landhuizen staan.
Bijzonder in het landschap is ook het ongewone en visueel aantrekkelijke contrast tussen de rij kleine huizen van de dorpsbuurt en de daartegenover liggende buitenplaatsen. Het grotere structurele geheel waarin de dorpsbuurt en de buitenplaatsen liggen zorgt ervoor dat er niet slechts contrast is, maar ook verbondenheid.
Het beperkte aantal elementen dat het landschap vormt komt in regelmatige afwisseling voor: bos, weilanden, lanen, landhuis met grasvelden en sierbeplanting en sloten. Alle elementen liggen in een eenvoudige geometrische structuur, waarbinnen de richtingen loodrecht op elkaar staan. De ruggengraat van het landschap wordt gevormd door het Noorder- en Zuidereinde. Aan één zijde van deze laan liggen tussen weg en vaart de vrijwel aaneengesloten afwisselend hoge en lage huizen van de dorpsbuurt en aan de andere zijde liggen de buitenplaatsen met hun weilanden en monumentale huizen, grasvelden, lanen en rododendrongroepen. De lanen van de buitenplaatsen versterken samen met de laan van het Noorder- en Zuidereinde de regelmatigheid van het landschap en vormen hierdoor het skelet van het landschap.
De laan van het Noorder- en Zuidereinde heeft niet alleen een ruggengraatfunctie in het landschap van de buitenplaatsen, maar ook in relatie met het aangrenzend open veenlandschap fungeert zij als een belangrijk element.
Ten opzichte van de open weidsheid van dat landschap vormt de laan een strakke hoge groene grens.
Tussen de vrijwel gesloten bebouwingswand van het Noorder- en Zuidereinde door is af en toe een glimp te zien van de uitgestrekte weilanden van het veenlandschap. Het lange Noorder- en Zuidereinde is door enkele bolle bruggetjes visueel in stukken verdeeld. Ondanks de regelmaat van de structuur is het beeld van de laan van plaats tot plaats verrassend afwisselend. Dan weer vernauwt het beeld zich waar aan beide zijden bebouwing is of het bos van een buitenplaats tot aan de weg nadert, dan weer verwijdt het zich waar een weiland aan de weg grenst. Ook de variatie in de bebouwing zelf en de erin gehuisveste functies dragen bij tot de aangename afwisseling in het beeld.
Openbare ruimte
Karakteristiek voor de openbare ruimte is de grote langgerektheid van de laan met de loodrechte verkaveling van landschapselementen en bebouwing in het evenwijdig aan de weg gelegen dorpslint, vooral aan de westzijde. De rooilijn vertoont aan deze westzijde nauwelijks verschuivingen. Er is overal één afgemeten breedte tussen de weg en de 's-Gravelandse Vaart. Aan de andere zijde is er een voortdurende afwisseling van voorgevelrooilijnen van bebouwing en individuele landhuizen en vooral open ruimten. Daarmee varieert ook het wegprofiel vaak van smal tot breed met veel wisselingen over de totale lengte van de weg.
Groenstructuur, bomenrijen
Het groen vormt een belangrijk onderdeel van het dorpsgezicht. Afgezien van de tuin- en landschapsinrichting van de landgoederen, levert het een bijdrage tot het dorpsgezicht door het openbaar groen langs de weg. Daarnaast is er nog veel waardevol privégroen in tuinen. De groenstructuur is het meest markant aanwezig aan de oostzijde van de rijweg. Er zijn veel volwassen, imposante bomen van de eerste grootte die de bebouwing in hoogte ver overtreffen en waarvan het bladerdak vaak de hele weg overschaduwt.
Aan het Zuidereinde komen, in noordelijk richting gaand, vanaf de Beresteinseweg waar mogelijk enkele en dubbele bomenrijen voor en soms nog bredere rijen. Het groene karakter wordt afwisselend versterkt door het groen van de landgoederen en geconfronteerd met open groene ruimten (weilanden). Ook langs het Noordereinde zijn enkele en dubbele bomenrijen.
Water
Naast het groen, is het water een belangrijk ruimtelijk element in het dorpsgezicht van Noorder- en Zuidereinde, in de eerste plaats in de vorm van de strakke 's-Gravelandse Vaart met aan de westzijde (buiten het plangebied) een weg en aan de zijde van het plangebied de informele achterkanten van de bebouwing aan het water. De vaart hoort bij het historische dorpsbeeld en is in het plan opgenomen. Daarnaast is het water belangrijk in de vorm van de dwarssloten loodrecht op de 's-Gravelandse Vaart, welke aanleiding zijn tot wegversmallingen en bruggetjes in het Noorder- en Zuidereinde. De opbouw van het landschap wordt er door verduidelijkt; zij zorgen voor een compartimentering van het lange lint.
Ten slotte zijn er sloten aan de oostzijde van de weg. Dit verloop is zeer wisselend. Soms is de sloot afwezig (buurtje tussen Beresteinseweg en J.H. Burgerlaan), soms loopt de sloot vóór de huizen (als die er zijn) en soms daarachter (begin Zuidereinde). De breedte en de afstand tot de weg variëren.