Plan: | Recreatieparken Banjaard |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1695.BPparkenBanjaard-VA01 |
Toetsingskader en analyse
Watertoets
Over een ruimtelijk planvoornemen dient in een vroeg stadium overleg plaats te vinden met de waterbeheerder(s). Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.
Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Waterschap Scheldestromen, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Rijkswaterstaat is beheerder van de zeewering langs de Noordzee. De waterparagraaf is voorgelegd aan de waterbeheerders in het kader van het overleg ingevolge artikel 3.1.1 Bro. Het wateradvies wordt opgenomen in Bijlage 1.
Huidige situatie
Het plangebied ligt in het afvoergebied van Sluis Jacobapolder. Oppervlaktewater uit het plangebied wordt via een stelsel van sloten en watergangen afgevoerd naar het gemaal Jacoba, in de haven van Kamperland. Er zijn in het plangebied geen problemen van wateroverlast bekend.
In het plangebied is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig. Vuilwater en regenwater worden gezamenlijk afgevoerd naar de rioolwaterzuivering.
Het Waterschap Scheldestromen heeft ingevolge de Waterwet de bevoegdheid om regels te stellen om haar taak te kunnen uitoefenen. Een van de taken is de waterkeringszorg. De Keur (2011) gaat zoveel mogelijk uit van één reglementeringsysteem voor alle waterkeringen. Tot de waterkering worden dan alle werken in of aan de waterkering die (mede) een waterkerende functie hebben, gerekend. Het waterschap maakt onderscheid in zones (zie tevens figuur 4.1.):
Wanneer er gebouwd wordt binnen de Keurzones van de waterkeringen dient er ontheffing bij de betreffende beheerder te worden aangevraagd.
Het plangebied ligt voor een deel binnen de keurzones, waarvan een zeer klein deel binnen de kernzone, van de primaire waterkering langs de Noordzee. Rijkswaterstaat is beheerder van de waterkering. Daarnaast is de Vredenhofweg een secundaire waterkering, die onder beheer is van het waterschap.
Figuur 4.1. Belangen waterkering
Toekomstige situatie
Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe verharding. Bij vervanging van de riolering zal beoordeeld worden of de aanleg van een gescheiden stelsel mogelijk is uit het oogpunt van waterkwaliteit en -kwantiteit.
Conclusie
Dit bestemmingsplan leidt niet tot een wezenlijke verandering voor of van de waterhuishouding in het plangebied. Er is geen sprake van een voor de waterhuishouding relevante toename in de verhardingsoppervlakte of aanpassing van het waterhuishoudingssysteem. In dit bestemmingsplan zijn immers (op grond van het karakter: consoliderend c.q. beheerplan) planologisch geen nieuwe ontwikkelingen aan de orde.