direct naar inhoud van Hoofdstuk 3 Gemeentelijk beleid
Plan: Recreatieparken Banjaard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1695.BPparkenBanjaard-VA01

Hoofdstuk 3 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Noord-Beveland 2008

Middels de Structuurvisie Noord-Beveland, die is vastgesteld door de gemeenteraad op 30 oktober 2008, is de visie op het samenhangend gemeentelijk ruimtelijk beleid voor de lange termijn vorm gegeven. De visie heeft tot doel richting en sturing te geven aan toekomstige ontwikkelingen en initiatieven. Daarnaast is een uitvoeringsprogramma opgenomen, waarin wordt aangegeven op welke wijze beleidsdoelstellingen verwezenlijkt kunnen worden. Voor het te voeren ruimtelijk beleid voor Noord-Beveland worden twee centrale beleidsdoelen gehanteerd. Ten eerste dient Noord-Beveland zich zodanig te ontwikkelen dat er sprake is van een versterking van de identiteit. Ten tweede dienen kwalitatieve ontwikkelingen gestimuleerd en kwantitatieve ontwikkelingen beheerst te worden om zodoende de basiskwaliteiten te behouden.

Het accent van het ruimtelijk beleid ten aanzien van verblijfsrecreatie ligt op kwaliteitsverbetering van de aanwezige verblijfsrecreatie, waarbij ingespeeld dient te worden op de toenemende behoefte aan kwaliteit en differentiatie. Om dit te kunnen bereiken zal dit in veel gevallen gepaard gaan met oppervlaktevergroting.

Eindeloos Eiland Noord-Beveland - Visie toerisme Noord-Beveland 2011-2020

Noord-Beveland staat bekend als een hoogwaardig gebied voor toerisme en recreatie. De visie beoogd om door verlenging van verblijf van zowel vaste gasten als nieuwe doelgroepen een hogere besteding te bewerkstelligen. Speerpunten van het beleid is dan ook het creëren van de beleving:

  • geef de bezoeker een gevoel van 'thuiskomen' en 'zichzelf kunnen zijn';
  • de kernwaarden zijn de open natuur, water en de water-landrelatie;
  • het moet avontuurlijker, insteken op actievere vormen van recreatie;
  • ook insteken op hoogwaardige beleving van de kwaliteit.

In 2016 wordt een tussentijdse evaluatie gehouden om in kaart te brengen of bijstelling nodig is.

Groenstructuurplan

Het Groenstructuurplan heeft tot doel de ruimtelijke kwaliteit van de kernen te versterken door een verbetering van het openbaar groen. Op basis van een analyse van de bestaande groenstructuur wordt in het rapport aangegeven hoe tot een groenstructuur kan worden gekomen die van een sterke ruimtelijke kwaliteit is. Per kern is zodoende een groenstructuurplan opgesteld. Tot de natuur- en landschapszone van Kamperland behoren grote groengebieden die door hun omvang kansrijk zijn voor een meer op natuurwaarde gericht groenbeheer. De grotere bosvakken in de bungalowparken de Banjaard, Ruiterplaat en Rancho Grande horen thuis in deze zone. De doelstelling van het groenbeheer in de natuur- en landschapszone is gericht op een natuurvriendelijk beheer. Er wordt gestreefd naar de toepassing van inheems plantmateriaal en naar uitbanning van de gifspuit. Het mogelijk eindresultaat in deze zone is een beheerarm onderhoud (bepaalde ecologische stabiliteit). Bij aanpassing en omvorming van beplantingen dienen natuurlijke principes zoveel mogelijk als uitgangspunt te worden genomen.

Welstandsnota gemeente Noord-Beveland

Doel van de Welstandsnota is inzicht te verschaffen in het huidige en het toekomstige wettelijke beleidskader omtrent welstandtoetsing en het opstellen van zogenaamde “loketcriteria” voor veel voorkomende bouwwerken (dakkapellen, aan en uitbouwen, bijgebouwen e.d.). Tevens bevat de Welstandsnota gebiedsgericht welstandsbeleid voor Noord-Beveland. In de Welstandsnota wordt opgenomen welke welstandscriteria er gelden in welke straat, in welk dorp en in het buitengebied. In sommige gebieden is het welstandsbeleid minder 'streng' dan in andere gebieden. Voor de Banjaard geldt een regulier welstandsniveau.

Archeologiebeleid Noord-Beveland

Met het ontwikkelen van archeologiebeleid wil de gemeente Noord-Beveland voldoen aan de wettelijke verplichting, archeologie in ruimtelijke procedures integreren, een verantwoorde afweging kunnen maken en op verantwoorde en gemotiveerde wijze invulling geven aan de archeologische monumentenzorg.

Afhankelijk van de plaatselijke situatie kan worden afgeweken van de in de Monumentenwet opgenomen algemene ontheffing voor bodemingrepen tot 100 m2 op basis van een beleidsnota en archeologische beleidskaart. In de beleidsnota is daartoe een regeling opgenomen die voorziet in een effectieve en doelmatige omgang met bekende en te verwachte archeologische waarden. De ruimtelijke consequenties van het gemeentelijk archeologiebeleid worden juridisch-planologisch verankerd in bestemmingsplannen waardoor het voor alle partijen van meet af aan duidelijk is welke eisen de gemeente stelt aan bodemingrepen in specifieke zones/terreinen.

Implementatie van uitvoering van archeologiebeleid in de gemeentelijke organisatie vergroot de kennis en het draagvlak voor het gemeentelijk bodemarchief als een vorm van publiek belang. Archeologie gaat een volwaardig afwegingskader vormen binnen de ruimtelijke ordening en waar mogelijk een inspiratiebron voor de inrichting van de ruimte vormt. De gemeente onderkent het belang van de aanwezige archeologische terreinen. Door middel van goede communicatie, informatie en handhaving streeft de gemeente ernaar dat de kwaliteit van deze monumenten niet verder wordt aangetast door onoordeelkundige ingrepen.

Handhavingsnota 2003

Noord-Beveland heeft als visie de handhaving zodanig te hanteren dat er een leefbaar woonklimaat gecreëerd wordt voor de burger. Er wordt zowel preventief als repressief gehandhaafd. Voor wat betreft de ruimtelijke ordening is aangesloten bij de handhavingstrategie bestemmingsplannen Zeeland. Deze gaat uit van een driestappenstrategie te weten een ambtelijke waarschuwing, de voorwaarschuwing inclusief aanschrijving van het conceptbesluit en het uiteindelijke besluit middels een aanschrijving. De milieupraktijk werkt ook volgens deze strategie. Bij deze strategie maakt de toezichthouder of opsporingsambtenaar de overtreder attent op de gemaakte overtreding en geeft de overtreder de gelegenheid om een eind te maken aan de illegale situatie binnen een bepaalde termijn. Uit de praktijk blijkt dat met deze eerste stap reeds een groot aantal overtredingen ongedaan kan worden gemaakt, zonder daadwerkelijk te handhaven. Er kunnen in specifiek urgente situaties echter redenen zijn om de eerste stap over te slaan en direct over te gaan tot de waarschuwing. De keuze om naar een tweestapsstrategie over te gaan, is daarmee afhankelijk van het concrete geval.

Handhaving is niet alleen het daadwerkelijk repressief optreden tegen overtreders, maar ook voor een belangrijk deel het maken van heldere en hanteerbare regels en het daarin inzicht verschaffen, zodat mensen het vanzelfsprekend achten zich aan de gestelde norm te houden. Voor wat betreft de handhaving van bestemmingsplannen wordt in de nota uitgegaan van een op te stellen minimumvariant. De elementen daarvan zijn alle gehaald met het vaststellen en uitvoeren van de nota en het handhavingprogramma. Bij onderhavig bestemmingsplan zijn de volgende programma-onderdelen relevant:

  • het opnemen van een handhavingparagraaf in het bestemmingsplan;
  • het registreren van ontheffingen en het gebruiken van de ervaringen uit het verleden bij het beoordelen van nieuwe situaties;
  • er vindt structureel toezicht plaats;
  • advisering en besluitvorming vinden plaats op basis van de in de nota vastgestelde stappenplan en beleid;
  • de werkprocessen voor toezicht en handhaving worden beschreven.