direct naar inhoud van Bijlagen bij de toelichting
Plan: Bebouwde kom Kortgene 2014
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1695.BPKortgene2014-VA01

Bijlagen bij de toelichting

Bijlage 2 Toetsing omgevingsaspecten

Westdijk

  Aspect   Kader   Beoordelingsaspect   Noodzaak   Aanv. onderzoek   Toelichting noodzaak/aandachtspunten  
1   bodem
kwaliteit  
Besluit bodemkwaliteit   Bodemkwaliteit dient 
voldoende te zijn voor 
beoogde functie.
Functie mag geen be-
dreiging vormen voor 
bodemkwaliteit.   
ja   nee   Ter plaatse van het plangebied is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd door De Bodemonderzoeker d.d. 3 oktober 2009. Uit dit onderzoek blijkt dat de bodem geschikt is voor woondoeleinden  
2   archeo-
logie  
archeologische beleidskaart   De ontwikkeling mag niet 
leiden tot aantasting van 
archeologische waarden.   
ja   nee   Volgens het gemeentelijk archeologiebeleid is het plangebied grotendeels aangemerkt met een hoge verwachting dan wel categorie 4. Als de oppervlakte van de bodemverstoring groter is dan 250 m² én de grond dieper wordt geroerd dan 0,40 meter, is een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Voor het onderhavige plan is geen archeologisch vooronderzoek nodig, omdat de oppervlakte van de bodemverstoring minder dan 250 m2 bedraagt.  
3   water   watertoets
Provinciale milieuveror-
dening  
Heeft de ontwikkeling effect op de waterhuishouding?   ja   nee   Verwezen wordt naar de tabel voor water.  
4   relatie met om-
liggende 
(bedrijfs)
functies   
bedrijfs-/
milieuzonering  
Zijn er bedrijfsfuncties in 
de omgeving 
aanwezig/mogelijk? Zijn in de nabijheid 
gevoelige bestemmingen 
gelegen?   
ja   nee   Aan de Westdijk 21 is een agrarisch bedrijf gevestigd. Dit bedrijf ligt op een afstand van meer dan 100 meter uit het plangebied. Van belemmering van de agrarische bedrijfsvoering door het realiseren van woningen op deze locatie is geen sprake. Ook de bedrijven aan de Provincialeweg 2 en 5 zijn gelegen op een afstand van meer dan 100 meter uit het plangebied.  
5   wegverkeerlawaai   Wet geluid-
hinder   
Is geluidsbelasting minder dan 48 dB?    ja   nee   De Westdijk is een weg waarop zich uitsluitend bestemmingsverkeer bevindt. De etmaalintensiteit bedraagt circa 225 motorvoertuigen per etmaal. Uit akoestisch onderzoek blijkt dat de 48 dB(A)-contour op 21 meter uit de as van de Westdijk ligt, terwijl de woningen op 26 meter worden gesitueerd. Er behoeft daarom geen nader onderzoek te worden gedaan.  
6   verkeer    CROW   De ontwikkeling mag niet 
leiden tot 
ontwrichting van het 
verkeerssysteem.   
nee   nee   Ten behoeve van de ontsluiting van de woningen wordt een toerit vanaf de Westdijk gemaakt.  
7   parkeren    CROW/ 
gemeentelijke 
normen   
Er moet worden voorzien in voldoende 
parkeergelegenheid.  
nee   nee   Het plan moet voldoen aan de CROW normering voor parkeervoorzieningen. In dit geval dient te worden uitgegaan van twee parkeerplaatsen op eigen terrein per woning.  
8   externe vei-ligheid   Bevi-inrich-
tingen  
Wordt voldaan aan normenplaatsgebonden 
risico en groepsrisico?   
ja   nee   De aangrenzende wegen zijn niet bestemd als transportroute voor gevaarlijke stoffen. In de nabijheid van het plangebied zijn geen buisleidingen voor gevaarlijke stoffen gesitueerd. Er is geen risicorelevante bedrijvigheid in de nabijheid van het plangebied aanwezig.  
9   luchtkwali-teit    Wet lucht-
kwaliteit    
Wordt voldaan aan de 
genoemde grenswaarden in de Wet luchtkwaliteit?  
nee   nee   De ontwikkeling betreft de 
realisatie van een vijftal woningen. Een dergelijke ontwikkeling valt in de 
categorie zoals aangewezen in 
het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (minder dan 
2.500 woningen per ontslui-
tingsweg). De ontwikkeling 
draagt hierbij niet in beteken-
ende mate bij aan de 
luchtkwaliteit en nader onder-
zoek is niet noodzakelijk.   
10   ecologie   Natuurbe-
schermingswet 
1998 
Provinciale 
milieuveror- 
dening   
Is er sprake van significant negatieve effecten?   ja   nee   Natura 2000-gebieden in de omgeving zijn op meer dan 1.000 meter van de bouwlocatie gelegen. Gezien de zeer geringe toename van autoverkeer, in combinatie met de grote afstand tot Natura 2000-gebieden, zijn effecten als gevolg van extra Nox hier niet te verwachten.  
  ecologie   Flora- en 
faunawet   
Is er sprake van aantasting,verontrusten of 
verstoren van beschermde 
dier- en plantensoorten, 
hun nesten, holen en anderevoortplantings- of vaste 
rust- en verblijfsplaatsen?   
ja   nee   Gezien het huidige gebruik van de bouwlocatie als landbouwgrond, is een onderzoek naar flora en fauna niet noodzakelijk.  
11   cultuur-
historie  
Omgevingsplan Zeeland    Zijn er cultuurhistorische 
waarden aan de orde?   
ja   nee   De huidige bebouwing aan de Westdijk betreft vrijstaande en geschakelde bebouwing met een eigen karakteristiek. In het plangebied zijn geen monumenten aanwezig  
12   kabels en leidingen   Telecommu-
nicatiewet  
Zijn er planologisch rele-
vante leidingen en 
hoogspanningslijnen in de directe omgeving 
aanwezig?   
nee   nee   Er zijn geen kabels en leidingen aanwezig die middels een toetsingsafstand of een zakelijk recht de voorgenomen bebouwing beperkt.  

Spuiweg

  Aspect   Kader   Beoordelingsaspect   Noodzaak   Aanvullend onderzoek   Toelichting noodzaak/aandachtspunten  
1   bodemkwa-liteit   Besluit bodemkwaliteit   Bodemkwaliteit dient 
voldoende te zijn voor 
beoogde functie.
Functie mag geen bedrei-
ging vormen voor bodem-
kwaliteit.   
ja   nee   Er dient een verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd.  
2   archeo-
logie  
archeologische beleidskaart   De ontwikkeling mag niet 
leiden tot aantasting van 
archeologische waarden.   
ja   nee   Ten aanzien van de ontwikkelingen aan de Spuiweg kan de verwachtingenkaart voor Kortgene van RAAP (zie bijlage) wordt beschouwd als een archeologisch rapport. Op basis hiervan kan de eerste 1,5 meter vanaf het maaiveld worden vrijgesteld van archeologisch onderzoek. Dus indien niet dieper dan 1,5 meter vanaf het maaiveld verstoord zal worden, is archeologisch (vervolg)onderzoek niet nodig.  
3   water   watertoets
Provinciale milieuveror-
dening  
Heeft de ontwikkeling effect op de waterhuishouding?   ja     Verwezen wordt naar de tabel voor water.  
4   relatie met omliggende(bedrijfs)
functies   
bedrijfs-/
milieuzonering  
Zijn er bedrijfsfuncties in 
de omgeving aanwezig/mo- gelijk?  Zijn in de nabijheid gevoelige bestemmingen ge-legen?   
ja   nee   Er liggen geen (agrarische) bedrijven in de omgeving van de Spuiweg.  
5   wegverkeerlawaai   Wet geluid-
hinder   
is geluidsbelasting minder dan 48 dB?    ja   nee   De weg is een 30 km weg. Dat betekent dat geen akoestisch onderzoek hoeft te worden uitgevoerd.  
6   verkeer    CROW   De ontwikkeling mag niet 
leiden tot ontwrichting van het verkeerssysteem.   
nee   nee   Voor de nieuwe woningen aan de Spuiweg wordt gebruik gemaakt van de huidige ontsluiting.  
7   parkeren    CROW/ 
gemeentelijke 
normen   
Er moet worden voorzien in voldoende 
parkeergelegenheid.  
nee   nee   Het plan moet voldoen aan de CROW normering voor parkeervoorzieningen. In dit geval dient bij de ontwikkeling van één woning te worden uitgegaan van twee parkeerplaatsen per woning op eigen terrein.  
8   externe 
veiligheid  
Bevi-inrich-
tingen  
Wordt voldaan aan normenplaatsgebonden 
risico en groepsrisico?   
ja   nee   De aangrenzende wegen zijn niet bestemd als transportroute voor gevaarlijke stoffen. In de nabijheid van het plangebied zijn geen buisleidingen voor gevaarlijke stoffen gesitueerd. Er is geen risicorelevante bedrijvigheid in de nabijheid van het plangebied aanwezig.  
9   luchtkwali-teit    Wet lucht-
kwaliteit    
Wordt voldaan aan de 
genoemde grenswaarden in de Wet luchtkwaliteit?  
ja   nee   De ontwikkeling betreft de rea-
lisatie van één woning. Een 
dergelijke ontwikkeling valt in 
de categorie zoals aangewezen  in het Besluit niet in 
betekenende mate bijdragen 
(minder dan 2.500 woningen 
per ontsluitingsweg). De ont-
wikkeling draagt hierbij niet in betekenende mate bij 
aan de luchtkwaliteit en nader 
onderzoek is niet noodzakelijk.  
10   ecologie   Natuurbe-
schermingswet 
1998 
Provinciale 
milieuveror- 
dening   
Is er sprake van significant negatieve effecten?   ja   nee   Natura 2000-gebieden in de omgeving zijn op circa 1.000 meter van de bouwlocatie gelegen. In de huidige situatie worden ter plaatse paarden gehouden, die verdwijnen met de wijzigingsbevoegdheid. Hierdoor zal er geen toename van autoverkeer zijn. In combinatie met de afstand tot Natura 2000-gebieden, zijn effecten als gevolg van extra Nox hier niet te verwachten.  
  ecologie   Flora- en 
faunawet   
Is er sprake van aantasting,verontrusten of verstoren 
van beschermde dier- en 
plantensoorten, hun nesten,holen en andere voortplan- tings- of vaste rust- en 
verblijfsplaatsen?   
ja   nader te bepalen   De huidige boerderij en omliggende bomen zouden voor vleermuizen een onderkomen kunnen bieden. Bij het voorbereiden van de wijzigingsbevoegdheid dient onderzoek naar flora- en fauna te worden uitgevoerd om de effecten te bepalen en eventuele maatregelen te formuleren.  
11   cultuur-
historie  
Omgevingsplan Zeeland    Zijn er cultuurhistorische 
waarden aan de orde?   
ja   nee   Er liggen geen monumenten in het plangebied.  
12   kabels en leidingen   Telecommu-
nicatiewet  
Zijn er planologisch rele-
vante leidingen en 
hoogspanningslijnen in de directe omgeving 
aanwezig?   
nee   nee   Er liggen geen relevante kabels en leidingen in het plangebied.  

Bijlage 3 Wateraspecten

Westdijk

Thema   Doelstelling   Realisatie  
Veiligheid   Waarborgen veiligheidsniveau   Er liggen geen primaire of regionale waterkeringen in en/of grenzend aan het plangebied.  
Wateroverlast   Reductie van wateroverlast en vergroten van de veerkracht van het (afval) watersysteem   Het bebouwd oppervlak bedraagt ca. 500 m2, dus er is 38 m3 extra waterberging nodig. Achter het perceel zal een bergingsvijver worden aangelegd.  
Riolering   Vasthouden, bergen, afvoeren; reductie hydrolische belasting rwzi.   Er wordt een gescheiden stelsel aangelegd. Het hemelwater wordt naar het oppervlaktewater geleid. De uitbreiding wat betreft het afvalwater is reeds voorzien in het GRP.  
Watervoorziening   Het voorzien van de bestaande functie van water van de juiste kwaliteit en de juiste hoeveelheid op het juiste moment Het tegengaan van nadelige effecten van veranderingen in ruimtegebruik op de behoefte aan water.   De watervoorziening is niet in het geding.  
Volksgezondheid   Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen en voorkomen van verdrinkingsgevaar.   Er zijn geen overstorten die uitkomen op het oppervlaktewater in het plangebied. Verdrinkingsgevaar is hier niet van toepassing  
Bodemdaling   Tegengaan van verdere bodemdaling   De polderpeilen worden niet aangepast. Bodemdaling zal niet optreden.  
Grondwateroverlast.   Tegengaan van grondwateroverlast   Het grondwater is ter plaatse aangetroffen op een diepte van circa 1.0 meter beneden maaiveld, en levert dus geen probleem op.  
Oppervlaktewaterkwaliteit   Behoud en realisatie van goede waterkwaliteit voor mens en natuur   Het hemelwater wordt afgekoppeld conform de door het Waterschap gehanteerde afkoppelbeslisboom.
Er zijn daardoor geen nadelige gevolgen voor de waterkwaliteit.  
Grondwaterkwaliteit   Behoud en beheersing van een goede waterkwaliteit   Er wordt niet gebouwd in een infiltratiegebied, natuurgebied of gebied voor drinkwatervoorziening.  
Verdroging   Bescherming karakteristieke grondwaterafhankelijke ecologische waarden   Verdroging is niet aan de orde. Het plangebied grenst niet aan natte natuurgebieden. Er zijn daarom geen bijzondere maatregelen nodig.  

Spuiweg 6

Thema   Doelstelling   Realisatie  
Veiligheid   Waarborgen veiligheidsniveau   Er liggen geen primaire of regionale waterkeringen in en/of grenzend aan het plangebied.  
Wateroverlast   Reductie van wateroverlast en vergroten van de veerkracht van het (afval) watersysteem   Het verhard oppervlak zal (incl. de woning) toenemen met ca. 150 m2. Extra waterberging is hiervoor niet nodig. Geadviseerd wordt te bouwen boven een peil van NAP+0,50m ter voorkoming van wateroverlast. Maaiveld ligt op ca. NAP+0,60m.  
Riolering   Vasthouden, bergen, afvoeren; reductie hydrolische belasting rwzi.   Regenwaterafvoer (HWA) wordt gescheiden afgevoerd. De afvoer naar het riool (DWA) zal toenemen door het beoogde bouwplan. Onderzocht wordt of het afvalwater van de studio (whirlpool, douches) hergebruikt kan worden als spoelwater voor de toiletten, mede omdat de aanwezige riolering maar een beperkte capaciteit heeft.  
Watervoorziening   Het voorzien van de bestaande functie van water van de juiste kwaliteit en de juiste hoeveelheid op het juiste moment Het tegengaan van nadelige effecten van veranderingen in ruimtegebruik op de behoefte aan water.   De watervoorziening is niet in het geding.  
Volksgezondheid   Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen en voorkomen van verdrinkingsgevaar.   Er zijn geen overstorten die uitkomen op het oppervlaktewater in het plangebied. Ter voorkoming van verdrinkingsgevaar dient initiatiefnemer zelf passende maatregelen te nemen (bv. afrastering)  
Bodemdaling   Tegengaan van verdere bodemdaling   De polderpeilen worden niet aangepast. Bodemdaling zal niet optreden.  
Grondwateroverlast.   Tegengaan van grondwateroverlast   Er is geen grondwateroverlast, vooral vanwege de directe nabijheid van oppervlaktewater (met een zomerpolderpeil van –0,5 meter NAP en een winterpolderpeil van –1,0 meter NAP).  
Oppervlaktewaterkwaliteit   Behoud en realisatie van goede waterkwaliteit voor mens en natuur   Alleen regenwater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater, dus er zijn geen negatieve gevolgen voor oppervlaktewaterkwaliteit.  
Grondwaterkwaliteit   Behoud en beheersing van een goede waterkwaliteit   Er wordt niet gebouwd in een infiltratiegebied, natuurgebied of gebied voor drinkwatervoorziening.  
Verdroging   Bescherming karakteristieke grondwaterafhankelijke ecologische waarden   Verdroging is niet aan de orde. Het plangebied grenst niet aan natte natuurgebieden. Er zijn daarom geen bijzondere maatregelen nodig.  

Spuiweg 14

Thema   Doelstelling   Realisatie  
Veiligheid   Waarborgen veiligheidsniveau   De locatie ligt deels binnen de beschermingszone A van de waterkering. Binnen deze beschermingszone mag de bestaande bebouwing maximaal 20% worden uitgebreid (m2/m3). De bestaande bebouwing in deze zone meet 350 m2 en mag dus worden uitgebreid tot 420 m2.  
Wateroverlast   Reductie van wateroverlast en vergroten van de veerkracht van het (afval) watersysteem   De aanwezige bebouwing zal worden vervangen door nieuwbouw. Het bebouwd oppervlak neemt per saldo niet toe. Extra waterberging is dus niet nodig. Geadviseerd wordt te bouwen boven een peil van NAP+0,50m ter voorkoming van wateroverlast.  
Riolering   Vasthouden, bergen, afvoeren; reductie hydrolische belasting rwzi.   Regenwaterafvoer (HWA) wordt gescheiden afgevoerd. De afvoer naar het riool (DWA) zal niet toenemen ten opzichte van de huidige situatie.  
Watervoorziening   Het voorzien van de bestaande functie van water van de juiste kwaliteit en de juiste hoeveelheid op het juiste moment Het tegengaan van nadelige effecten van veranderingen in ruimtegebruik op de behoefte aan water.   De watervoorziening is niet in het geding.  
Volksgezondheid   Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen en voorkomen van verdrinkingsgevaar.   Er zijn geen overstorten die uitkomen op het oppervlaktewater in het plangebied. Ter voorkoming van verdrinkingsgevaar dient initiatiefnemer zelf passende maatregelen te nemen (bv. afrastering)  
Bodemdaling   Tegengaan van verdere bodemdaling   De polderpeilen worden niet aangepast. Bodemdaling zal niet optreden.  
Grondwateroverlast.   Tegengaan van grondwateroverlast   Er is geen grondwateroverlast, vooral vanwege de directe nabijheid van oppervlaktewater (met een zomerpolderpeil van –0,5 meter NAP en een winterpolderpeil van –1,0 meter NAP).  
Oppervlaktewaterkwaliteit   Behoud en realisatie van goede waterkwaliteit voor mens en natuur   Alleen regenwater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater, dus er zijn geen negatieve gevolgen voor oppervlaktewaterkwaliteit.  
Grondwaterkwaliteit   Behoud en beheersing van een goede waterkwaliteit   Er wordt niet gebouwd in een infiltratiegebied, natuurgebied of gebied voor drinkwatervoorziening.  
Verdroging   Bescherming karakteristieke grondwaterafhankelijke ecologische waarden   Verdroging is niet aan de orde. Het plangebied grenst niet aan natte natuurgebieden. Er zijn daarom geen bijzondere maatregelen nodig.