langs een wegzijde met een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging van de
voorgevels van de bestaande bebouwing: de evenwijdig aan de as van de weg gelegen
lijn, welke, zo veel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de
bestaande bebouwing, een zo veel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn
overeenkomstig de richting van de weg geeft;
langs een wegzijde waarlangs geen bebouwing als onder a bedoeld aanwezig is en
waarlangs mag worden gebouwd: bij een wegbreedte van ten minste 10 m, de lijn
gelegen op 15 m uit de as van de weg; bij een wegbreedte geringer dan 10 m, de lijn
gelegen op 10 m uit de as van de weg;