direct naar inhoud van 4.3 Bodemkwaliteit
Plan: Ansen landschappelijk bouwen Om de Kamp / Broekdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1690.BP00263-0406

4.3 Bodemkwaliteit

4.3.1 Algemeen

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient te worden bepaald of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van die bodem en of deze optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Om hierin inzicht te krijgen dient een bodemonderzoek te worden uitgevoerd.

Kruse Milieu B.V. uit Geesteren heeft een verkennend bodemonderzoek op de locatie uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in Bijlage 2 van deze toelichting. Voor de opzet van het onderzoek is uitgegaan van een onverdachte locatie op basis van de NEN 5740 norm.

Het terrein is beschouwd als niet verdacht. In totaal zijn er 15 boringen verricht, waarvan één tot 3.2 meter diepte. Er is één boring afgewerkt tot peilbuis. Gebleken is dat de bodem voornamelijk bestaat uit matig fijn zand. Zintuiglijk zijn geen bodemvreemde materialen waargenomen. Het freatische grondwater is in peilbuis 1 aangetroffen op gemiddeld 1.45 meter min maaiveld.

4.3.2 Resultaten chemische analyses

Op basis van de resultaten van de chemische analyses kan het volgende worden geconcludeerd:

  • de bovengrond (BG I en BG II) is niet verontreinigd;
  • de ondergrond (OG I) is niet verontreinigd;
  • het grondwater is licht verontreinigd met barium en matig verontreinigd met koper.
4.3.3 Hypothese

De hypothese "onverdachte locatie" dient te worden verworpen, aangezien overschrijdingen van de streef- en tussenwaarden zijn aangetoond.

4.3.4 Conclusies en aanbevelingen

In het grondwater is een lichte tot matige verontreiniging aangetoond. De vaste bodem is niet verontreinigd. Voor een beschrijving en mogelijke verklaringen wordt verwezen naar de paragrafen 4.3 en 4.4 van het bodemonderzoek. Naar aanleiding van de tussenwaarde overschrijding van het gehalte koper in het grondwater is het grondwater herbemonsterd. Na herbemonstering bevindt het gehalte koper onveranderd boven de tussenwaarde. Aanvullend grondwateronderzoek niet nodig (zie paragraaf 4.5 van het in Bijlage 2 opgenomen bodemonderzoek).

Op basis van het historisch vooronderzoek kan gesteld worden dat de onderzoekslocatie niet asbestverdacht is. Door de veldwerker zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen.

Bij de geplande nieuwbouw komt in de toekomst mogelijk grond vrij. Afvoer van de grond dien te voldoen aan het Besluit Bodemkwaliteit en de voorschriften van het bevoegd gezag (de ontvangende gemeente). Op basis van de huidige onderzoeksresultaten kan een indicatieve toetsing in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit worden uitgevoerd.

Alle onderzochte grond, die bij de nieuwbouwwerkzaamheden mogelijk vrij komt, is multifunctioneel toepasbaar, aangezien geen verontreinigingen zijn aangetroffen in de boven- of ondergrond. Met andere woorden: er gelden geen beperkingen ten aanzien van het hergebruik van de grond.

4.3.5 Slotconclusie

Uit milieukundig oogpunt is er naar onze mening geen bezwaar tegen de voorgenomen bestemmingsplanwijziging en nieuwbouwplannen, aangezien de vastgestelde verontreiniging geen risico voor de volksgezondheid oplevert. De bodem wordt geschikt geacht voor het huidige en toekomstige gebruik (wonen met tuin).