Oldenhave/Bos, Ruinen

3.2 Stedenbouwkundig plan

Het plangebied (zie Bijlage 5) wordt structureel bepaald door de Oldenhave aan de noordzijde en het Bos aan de zuidzijde. Het zijn 2 wegen met bomen en uitgangspunt is dat deze karakteristiek gehandhaafd blijft.
Het plangebied wordt gevormd door twee kavels, die nu nog in het landschap zichtbaar zijn.

Gekozen is voor een stedenbouwkundige opzet, waarbij de woningbouw de reeds aanwezige woningen aan Het Bos aan de zuidzijde en aan de oostzijde volgt. Aan de noordzijde is de geprojecteerde bebouwing deels op enige afstand van de Oldenhave geprojecteerd, waardoor enerzijds invulling kon worden gegeven aan de overgang van dorpsbebouwing naar landelijk gebied en anderzijds kon rekening worden gehouden met de milieucontour vanaf de ijsbaan. Wel ontstond op deze manier een groene strook die uitstekend geschikt is om als retentiegebied te gebruiken.

Het bouwen aan Bos is gekozen om optimaal de woonkwaliteit te kunnen benutten.

Er is in verband met de beeldkwaliteit gekozen om de woningen naar buiten te richten, met de voorzijde, de zichtzijde naar de omliggende straten/wegen en het buitengebied. Van oudsher was het bouwen van woningen aan de wegen met de voorzijde van de woningen naar de wegzijde uitgangspunt. Deze karakteristiek is in deze dorpsuitbreiding eveneens als uitgangspunt gehanteerd. Bijkomend aspect van dit uitgangspunt is het visuele beeld dat op deze wijze ontstaat, een eenvoudige heldere structuur, die niet kan worden ontsierd door achterzijde van woningen naar open ruimte al dan niet voorzien van verstorende elementen zoals schuttingen en dergelijke.

De ontsluiting van het plangebied vindt deels plaats vanaf de Oldenhave, tegenover de overgang van ijsbaan naar het parkeren ten behoeve van de recreatieve voorzieningen.

Deze ontsluiting is vormgegeven door een woonstraat waarlangs rijenwoningen en twee-onder-een-kapwoningen zijn geprojecteerd. Tussen deze woonstraat en de Oldenhave is een groene ruimte voorzien, waarin bijvoorbeeld een speelgelegenheid kan worden gerealiseerd. Verder zijn op deze wijze infiltratiemogelijkheden gecreëerd.

Aan het eind van de woonstraat is een keerlus geprojecteerd. Hier is voorzien in een ondergeschikte aansluiting voor fietsers en voetgangers. Deze aansluiting kan in noodsituaties gebruikt worden door brandweer en dergelijke. Verder zijn nog twee aansluitingen voor voetgangers en een voor fietsers in zuidelijke richting op het Bos geprojecteerd.

De woningen gelegen aan het Bos worden vanaf die weg ontsloten en zijn op ruime afstand van het Bos gesitueerd. De plaats van de inritten moet zorgvuldig worden gekozen in verband met de aanwezige bomen. Hierdoor wordt de bestaande lijn - het Bos, een smalle weg met laan(boom)beplanting - aan weerszijden gerespecteerd, en blijft als lijnvormig beeld behouden.

Om het landelijk karakter van dit gebied in het plan op te nemen wordt de goothoogte hier laag gehouden, namelijk maximaal 3 meter. Daardoor kunnen er relatief grote dakvlakken gemaakt worden, zoals dit bij landelijke bebouwing als boerderijen en schuren gebruikelijk is.

De woningen die op de oostelijke kavel van de planlocatie zijn geprojecteerd zijn aan de zuidzijde gericht op het Bos (eveneens op ruime afstand van de weg). Aan de oostrand zijn de woningen gericht op de bestaande weg (het Bos) en sluiten aan op de bestaande woningen. In het midden van de planlocatie zijn de woningen noord-zuid gericht en volgen de huidige kavelgrens. Een en ander is deels ingegeven door de bestaande kaveldeling, deels om gebruik te kunnen maken van passieve zonne-energie en anderzijds door de noodzaak om zorg te dragen voor de waterhuishouding c.q. de infiltratie in het gebied.

Verder is door deze kavelrichting en de openheid tussen de plandelen gezorgd voor ruimte en doorzicht vanuit het Bos (en de zuidelijk van deze weg gelegen woningen).

Aan de noordrand wordt de bestaande Oldenhave gerespecteerd, doordat de geprojecteerde woningen niet vanaf deze lijnverbinding worden ontsloten. Zie ook Bijlage 6.

Op de hiervoor beschreven wijze is een dorpsuitbreiding ontworpen die op een eenvoudige, heldere wijze is aangesloten op de bestaande dorpsuitbreidingen, waarbij in de uitbreiding (weer) aansluiting is gezocht bij de oorspronkelijke bebouwingskarakteristiek.
Het dorpse karakter van de uitbreiding wordt verder nog versterkt door de uitstraling van de geprojecteerde woningen (lage gootlijn aan de zuidzijde en hoofdzakelijk vrijstaande en halfvrijstaande woningen). Slechts een tweetal bouwblokken met rijenwoningen zijn geprojecteerd. De maximale bouwbloklengte bedraagt vier woningen aaneen. Dit langste bouwblok is met de kop naar de Oldenhave gericht, waardoor het beeld langs de Oldenhave transparant blijft.
De woningen zullen alle voorzien worden van een kap (met pannen gedekt) waardoor het dorpse beeld nog verder wordt versterkt. Het bestratingsmateriaal zal uit klinkers bestaan (geen asfaltverharding) en ten aanzien van de straatverlichting wordt uitgegaan van qua hoogte beperkte armaturen. De woningen zullen grotendeels in baksteen worden uitgevoerd, waarbij gedekte (aarde) kleuren uitgangspunt zijn.

Het parkeren ten behoeve van de vrijstaande en de halfvrijstaande woningen zal op eigen terrein plaatsvinden. Gelet op de voortuindiepte en de daardoor te realiseren garages en opritten is een en ander zonder meer mogelijk.

Bij de rijenwoningen is realisering van een garage/carport ten behoeve van de hoekwoningen mogelijk. De zijtuinbreedte biedt deze mogelijkheid (3,00 meter breedte is aanwezig). Verder zijn acht parkeerplaatsen buiten de rijbaan geprojecteerd.