direct naar inhoud van Artikel 4 Maatschappelijk
Plan: Repelakker
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1685.bpzeerepelakk2009-OH01

Artikel 4 Maatschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning' voor zorgwoning, met de daarbij behorende ondergeschikte voorzieningen welke ten dienste staan aan dit doeleind, zijnde:
    • 1. medische en welzijnsvoorzieningen;
    • 2. horecavoorzieningen;
    • 3. publieksgerichte dienstverlening;
    • 4. detailhandel met een maximaal oppervlak van 50 m2.
  • b. de uitoefening van beroepsmatige activiteiten in hoofd- en bijgebouwen;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. groen- en speelvoorzieningen;
  • f. verblijfsgebieden;
  • g. voorzieningen van algemeen nut;
  • h. de bij deze doeleinden behorende erven, tuinen, terreinen, brandgangen, in- en uitritten, voorzieningen en bouwwerken.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op de in dit artikel bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van genoemde bestemmingsomschrijving worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan is aangegeven op de plankaart;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mag de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven op de plankaart.

4.2.2 Bijgebouwen

Bijgebouwen moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabel.

Maatvoeringseisen bijgebouwen   Eis  
maximale goothoogte vrijstaand bijgebouw   2,75 meter  
maximale goothoogte aangebouwd bijgebouw   hoogte eerste bouwlaag hoofdgebouw  
maximale bouwhoogte   4 meter  

4.2.3 Voorzieningen van openbaar nut

Voor het bouwen van voorzieningen van algemeen nut gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte bedraagt 3 meter;
  • b. de maximale oppervlakte van een voorziening van algemeen nut bedraagt 15 m².

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van tuinmeubilair bedraagt 3 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 2 meter;
  • d. de maximale bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt 4 meter, van afvalcontainers 2 meter en van kunstobjecten 7 meter;
  • e. de maximale bouwhoogte van verlichtingsarmaturen en vlaggenmasten bedraagt 5 meter.
  • f. de maximale oppervlakte van afvalcontainers bedraagt 4 m2, indien bovengronds geplaatst.

4.3 Nadere eisen

Burgmeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

  • a. de bouwhoogte en/of goothoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals bepaald in dit artikel;
  • b. de situering van gebouwen en bouwwerken, zoals bepaald in dit artikel;
  • c. de nadere eisen als bedoeld in dit artikel mogen slechts worden gesteld ter voorkoming van onevenredige aantasting in:
    • 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de directe omgeving;
    • 3. de milieukwaliteit (waaronder begrepen o.a. archeologie, ecologie, geluid en water);
    • 4. de verkeersveiligheid;
    • 5. de sociale veiligheid;
    • 6. de brandveiligheid en rampenbestrijding;
    • 7. het woon- en leefklimaat.

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. de uitoefening van handel;
  • b. de uitoefening/vestiging van een seksinrichting;
  • c. van bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • d. de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten in hoofd- en bijgebouwen;
  • e. het opslaan of bergen van gebruikte, afgedankte c.q. aan de oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen, voorwerpen of materialen, behoudens voor zover noodzakelijk in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • f. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen, behoudens voor zover dat noodzakelijk in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • g. de opslag en verkoop van motorbrandstoffen;
  • h. de opslag en verkoop van vuurwerk;
  • i. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.

4.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in 4.4.1 is niet van toepassing voor zover het betreft:

  • a. tijdelijke opslag van materialen, goederen en voorwerpen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de in het plan aangewezen bestemming;
  • b. opslag in het kader van het normale onderhoud van de gronden.