direct naar inhoud van Artikel 3 Groen
Plan: Repelakker
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1685.bpzeerepelakk2009-OH01

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. plantsoenen en groenstroken;
  • c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging' tevens voor wadi's;
  • e. bruggen en duikers;
  • f. rijwiel- en voetpaden;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. in- en uitritten;
  • i. jongerenontmoetingsplaatsen;
  • j. voorzieningen van beeldende kunst;
  • k. voorzieningen van algemeen nut;
  • l. de bij deze doeleinden behorende voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op de in artikel 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingomschrijving worden gebouwd.

3.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd;
  • b. de maximale bouwhoogte bedraagt 3 meter;
  • c. de maximale oppervlakte van voorzieningen van algemeen nut bedraagt 15 m².

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt 4 meter, van afvalcontainers 2 meter, van kunstobjecten 7 meter en van overige bouwwerken 3 meter;
  • b. de maximale oppervlakte van afvalcontainers bedraagt 4 m2, indien bovengronds geplaatst.

3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan of bergen van gebruikte, afgedankte c.q. aan de oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen, voorwerpen of materialen, behoudens voor zover noodzakelijk in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • c. opslag en verkoop van motorbrandstoffen;
  • d. opslag en verkoop van vuurwerk;
  • e. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • f. parkeervoorzieningen.

3.3.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in 3.3.1 is niet van toepassing voor zover het betreft:

  • a. tijdelijke opslag van materialen, goederen en voorwerpen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de in het plan aangewezen bestemming;
  • b. opslag in het kader van het normale onderhoud van de gronden.