Plan: | Akkerweg, Vianen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1684.BPViaAkkerweg-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Plan:
het bestemmingsplan Akkerweg, Vianen met identificatienummer NL.IMRO.1684.BPViaAkkerweg-VA01 van de gemeente Cuijk.
Bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen.
Aanbouw:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan hel hoofdgebouw;
Aan-huis-verbonden bedrijfsactiviteiten:
het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke - geheel of overwegend door handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteiten -niet zijnde milieuvergunningplichtig Ingevolge de Wet Milieubeheer- in de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse kan worden uitgeoefend;
Aan-huis-verbonden beroep:
een beroep op administratief, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, huidverzorgend, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door de gebruiker van een woning in die woning en/of een bijbehorend aangebouwd bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
Achtererf:
het deel van het perceel bij een hoofdgebouw dat wordt begrensd door
Achtergevel:
de van de openbare weg afgekeerde meest evenwijdig daaraan liggende gevel van een hoofdgebouw, of de van de openbare weg afgekeerde meest evenwijdig daaraan liggende grens van het bebouwingsvlak waarbinnen hel hoofdgebouw mag worden gebouwd;
Afhankelijke woonruimte:
Een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van het huishouden uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
Ander-werk:
een werk, geen bouwwerk zijnde. of werkzaamheid;
Architectonische waarde:
de aan een gebouw toegekende waarde. gekenmerkt door de opbouw en/of indeling van de buitengevel, de dakopbouw en het materiaal en/of kleurgebruik eventueel in samenhang met de omgeving;
Bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
Bebouwingsgrens:
een op de plankaart aangegeven lijn, welke niet door bebouwing mag worden overschreden;
Bebouwingspercentage:
de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen op een bouwterrein in procenten van de oppervlakte van dat bouwterrein;
Beroeps- c.q. bedrijfsoppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voer een aan huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
Bestaand:
- bij bouwwerken: bestaand ten tijde van de terinzagelegging van hel bestemmingsplan als ontwerp:
- bij gebruik: bestaand ten tijde van hel van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod;
Bestemmingsgrens:
een op de plankaart aangegeven lijn die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak;
Bestemmingsvlak:
een op de kaart door bestemmingsgrenzen omsloten vlak waarmee gronden zijn aangegeven met een zelfde
bestemming;
Bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dal door de vorm onderscheiden kan worden van het
hoofdgebouw en dat In architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en he! vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
Bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen aan de bovenkant begrensd middels een plat dak. waarbij ook de begane grond, maar niet de onderbouw die onder de begane grond ligt en de zolder als bouwlaag gelden;
Bouwperceel:
de aaneengesloten bebouwde en/of onbebouwde grond, behorende bij een bestaand or op te richten
bouwwerk of complex van bouwwerken;
Bouwperceelsgrens:
een grens van een bouwperceel;
Bouwvlak:
een door bebouwingsgrenzen op de plankaart aangegeven oppervlak, waarbinnen volgens deze voorschriften
bepaalde gebouwen mogen worden gebouwd;
Bouwwerk:
elke bouwconstructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of
indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in or op de grond;
Dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
Detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik. verbruik of aanwending anders dan In de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
ter verduidelijking:
dienstverlening door een horecabedrijf en een sekswinkel worden hieronder niet begrepen;
Dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
(Eengezins-) woning:
een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
Eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
Erf:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht Is ingericht ten dienste van het gebruik van het gebouw;
ter verduidelijking:
achtererf is het gedeelte dat aan de achterzijde van het gebouw is gelegen;
zijerf is het gedeelte dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen:
Erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie Welk e is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van
porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
Escortbedrijf:
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof
zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt
uitgeoefend;
Gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten
ruimte vormt;
Gesloten of aaneengesloten woningen:
drie of meer woningen aaneengesloten;
Geluidbelasting vanwege het wegverkeer:
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het
gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in
de Wet geluidhinder;
Geluidgevoelige functies:
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld In de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
Geluidgevoelige gebouwen:
gebouwen welke dienen Ier bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
Hogere grenswaarde:
een maximale waarden voor de geluidbelasting, dié hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
Hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
Huishouden:
één of meer personen die in vast verband samen leven en waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling en onderlinge verbondenheid;
Kap:
een dak met een helling van minimaal 15°;
Kelder:
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of ten hoogste 0,50 meter boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel is gelegen;
Mantelzorg:
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
Milieusituatie:
het rekening houden met milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en verkeersaantrekkende werking;
Openbaar gebied:
gebied dat voor iedereen toegankelijk is;
Overkapping:
een bouwwerk geen gebouw zijnde, voorzien van een dak;
Peil:
Perceelsgrens:
de grens die een bouwperceel van een ander bouwperceel, ander terrein of van de openbare weg scheidt;
Permanente bewoning:
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;
Plankaart:
de kaart, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen, en deel uitmakende van hel plan;
Prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
Raamprostitutiebedrijf:
een prostitutiebedrijf, waarbij prostituees of prostituees zich aanbieden door zich opvallend voor een raam aan het openbaar gebied te vertonen;
Seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub or een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Sekswinkel:
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotische pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd;
Sociale veiligheid:
het instandhouden c.q. tot stand brengen van en ruimtelijke situatie die overzichtelijk, herkenbaar en sociaal controleerbaar is;
Stacaravan;
een caravan, die, ook als hij niet bouwvergunningplichtig is, toch als een gebouw valt aan te merken;
Straat- en bebouwingsbeeld:
het instandhouden c.q. tot-stand-brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, waarbij gelet wordt op de volgende aspecten:
Stedenbouwkundig beeld:
ruimtelijke verschijningsvorm van de bestaande bebouwing, die wordt bepaald door de situering, de aansluitende terreinen, de bouwmassa's, de gevelindeling en de dakvormen;
Straatmeubilair:
verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, telefooncellen, abri's en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen;
Tuinmeubilair:
de op een erf en/of in een tuin opgerichte sierobjecten zoals tuinkabouters, gazonverlichting en stenen tuinmeubelen;
Uitbouw:
een gebouw dat een vergroting van een bestaande ruim te van het hoofdgebouw is gebouwd, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan hel hoofdgebouw;
Verkeersveiligheid:
het instandhouden c.q. tot stand brengen van een goede verkeersveilige situatie;
Voorerf:
gedeelte van het erf gelegen aan de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan;
Voorgevel:
de naar de openbare weg gekeerde, meest evenwijdig daaraan liggende gevel van een hoofdgebouw, of de naar de openbare weg gekeerde, meest evenwijdige daaraan liggende grens van he t bebouwingsvlak waarbinnen het hoofdgebouw mag worden gebouwd;
Voorkeursgrenswaarde:
de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
Vrijstaande woning:
een woning, waarvan het hoofdgebouw niet aan een op een aangrenzend bouwperceel gelegen gebouw Is aangebouwd;
Weg:
weg als bedoeld in de wegenverkeerswetgeving;
Wonen:
het gehuisvest zijn in (een) woning(en);
Woning:
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
Woonhuis:
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
Woonsituatie:
het instandhouden c.q. garanderen van een goede woonsituatie alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy;
Zijerf:
gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
van hel peil tot aan hel hoogste punt van een bouwwerk, met dien verstande dal voor wat betreft gebouwen daarbij niet worden meegerekend antennes, schoorstenen. balkonhekken en andere ondergeschikte dakopbouwen;
boven peil tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of hel hart van de gemeenschappelijke scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen buitenwerkse eindgevelvlakken, tussen harten van scheidingsmuren dan wel tussen het hart van een scheidingsmuren het buitenwerks eindgevelvlak;
de hoek die gemaakt wordt van het dakvlak ten opzichte van hel horizontale vlak;
de kortste afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens gelegen punt van de zijgevel van het gebouw.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor 'Tuin - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geen achtererfgebied' mag niet worden gebouwd en deze gronden dienen niet te worden beschouwd als achtererfgebied in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van de inwerkingtreding van dit plan.
aantast en/of belemmerd.
De voor 'Wonen - W1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Bouwwerken mogen uitsluitend ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de aanduidingen op de verbeelding en de volgende
bepalingen:
Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Ondergronds bouwen is alleen toegestaan als onderbouw onder hoofd- en bijgebouwen. De diepte mag niet meer bedragen dan 4,00 meter onder peil.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken, ten behoeve van:
Het is verboden de gronden, gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming.
Gebruik van ruimten binnen de woning of in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 4.5.1 wordt in ieder geval gerekend:
De gronden behorende bij een perceel mogen uitsluitend worden bebouwd en/of in gebruik worden genomen of zijn ten behoeve van de bestemmingsomschrijving conform artikel 4.1 en 4.2 indien:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5.1 en lid 4.5.3 onder a en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits:
Burgemeester en wethouders trekken de afwijking, verleend op grond van het artikel 4.6.2 in, indien de bij het afwijken bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in in ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en bijgebouwen voor aan-huis-verbonden (bedrijfs)activiteiten, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen voor de overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, onder voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op de oprichting van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwen van openbaar nut, mits zij geen grotere oppervlakte verkrijgen dan 15 m² en geen grotere hoogte dan 3,00 meter.
Voor zover in deze regels verwezen wordt naar andere wettelijke en gemeentelijke regelingen, worden deze regelingen bedoeld zoals deze luidden op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan.
Het is verboden te bouwen dan wel het gebruik van gronden en/of bouwwerken te wijzigen indien er niet wordt voldaan aan de op grond van dit artikel gestelde parkeernormen.
Een bouwplan dient te voorzien in voldoende parkeermogelijkheden. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de parkeernota. Indien deze nota gedurende de planperiode wijzigt of wordt vervangen, geldt de gewijzigde c.q. de vervangende nota.
Indien het geheel of gedeeltelijk veranderen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet voor wat betreft de toename in de parkeerbehoefte worden voorzien in voldoende parkeermogelijkheden. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de parkeernota. Indien deze nota gedurende de planperiode wijzigt of wordt vervangen, geldt de gewijzigde c.q. de vervangende nota.
Ruimte(n) voor het parkeren van voertuigen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimte(n) krachtens deze parkeerregels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik.
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
“Regels van het bestemmingsplan 'Akkerweg, Vianen' van de gemeente Cuijk”.