direct naar inhoud van Regels

Buitengebied

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.1684.18BPbuitengeb2010-VA01

Hoofdstuk 3 Algemene regels

 

Artikel 33 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

Artikel 34 Algemene bouwregels

 

34.1 Ondergronds bouwen

  1. Op plaatsen waar hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken zijn of gelijktijdig worden gebouwd mag eveneens ondergronds gebouwd worden, direct aansluitend mogen in- dan wel uitritten ten behoeve van de ondergrondse bouwwerken worden gebouwd.

  2. De verticale diepte mag bij ondergronds bouwen niet meer bedragen dan 3,5 m.

  3. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties dan onder het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk mits hierdoor de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig worden aangepast.

 

34.2 Karakteristieke bebouwing

  1. Het slopen van karakteristieke bebouwing, ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’ is niet toegestaan.

  2. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde onder a, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De sloop en herbouw dienen vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijk oogpunt meer gewenst te zijn dan restauratie.

  2. Vooraf dient advies ingewonnen te worden bij een ter zake deskundige.

 

34.3 Onoverdekte zwembaden

Voor het bouwen van onoverdekte zwembaden bij (bedrijfs)woningen gelden de volgende regels:

  1. Onoverdekte zwembaden zijn uitsluitend toegestaan in de bestemming waarbinnen de (bedrijfs) woning is gelegen.

  2. De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m².

  3. De afstand tot de woning mag niet meer bedragen dan 15 m.

 

Artikel 35 Algemene gebruiksregels

 

35.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:

  1. Het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie, met uitzondering van het bepaalde in artikel 9.

  2. Het gebruik van bijbehorende bouwwerken bij een woning als zelfstandige woningen en als afhankelijke woonruimte.

  3. Het gebruik van gronden ten behoeve van paardenbakken.

  4. Het gebruik van gronden en gebouwen voor speelautomatenhal, bingohal, discotheek of dancing.

 

35.2 Beroep- en bedrijf-aan-huis

In de bestemmingen waarin een (bedrijfs)woning is toegestaan of na een omgevingsvergunning mogelijk kan worden gemaakt, is ondergeschikt aan deze bestemmingen de uitoefening van een beroep-aan-huis of een bedrijf-aan-huis toegestaan als medegebruik, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

  1. Het betreft een dienstverlenend of ambachtelijk beroep of bedrijf met een ruimtelijke uitwerking en uitstraling in overeenstemming met de functie wonen, zoals administratieve, juridische, (para-)medische, therapeutische, kunstzinnige, ontwerptechnische of daarmee vergelijkbare beroepen en bedrijven.

  2. Het medegebruik blijft van ondergeschikte betekenis en de woonfunctie blijft in ruimtelijke en visuele zin primair.

  3. Het betreft geen beroep of bedrijf waarvoor een milieuvergunning verleend moet worden of een meldingsplicht geldt in het kader van de Wet milieubeheer.

  4. Er is geen sprake van detailhandel, waaronder in ieder geval begrepen de verkoop over de toonbank en het ophalen van goederen na elektronische betaling.

  5. Het beroep of bedrijf heeft geen structurele verkeersbewegingen tot gevolg, veroorzaakt door bezoekers en laden en lossen.

  6. De benodigde parkeervoorzieningen voor de (bedrijfs)woning en het beroep of bedrijf worden op eigen terrein gerealiseerd.

  7. Het medegebruik blijft beperkt tot de bewoners van de woning.

  8. Het medegebruik blijft beperkt tot maximaal 35% van de bruto-vloeroppervlakte van de woning, met een maximum van 50 m².

  9. De reclame-uitingen zijn onverlicht, hebben een maximale oppervlakte van 0,2 m² en een maximale bouwhoogte van 1,2 m.

 

Artikel 36 Algemene aanduidingregels

 

36.1 dassencorridor

Ter plaatse van de aanduiding ‘dassencorridor’ is het buiten het bouwvlak niet toegestaan hekwerken en rasters te bouwen of aan te brengen die de doorgang van dassen beperken.

 

36.2 funnel

Al dan niet in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, geldt ter plaatse van de aanduiding ‘funnel’ ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor een hogere bebouwing dan:

  1. 150 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'funnel 1'; in verband met het beschermingsgebied van in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen.

 

36.3 Geluidzone – industrie

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone-industrie’ mag ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, tenzij een hogere waarde is vastgesteld.

 

36.4 geluidzone – vliegveld

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone – vliegveld’, mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht.

 

36.5 geluidzone – lawaaisporten

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone – lawaaisporten’, mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht.

 

36.6 Radarverstoringsgebied

Al dan niet in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, geldt ter plaatse van de aanduiding ‘radarverstoringsgebied’ een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor een hogere bebouwing dan 65 m boven NAP.

 

36.7 Veiligheidszone – Bevi

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - bevi’ is geen nieuwbouw van (beperkt) kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, toegestaan.

 

36.8 veiligheidszone - lpg

Ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone – lpg’ gelden de volgende regels:

  1. Op de gronden met de aanduiding ‘veiligheidszone – lpg’ is het niet toegestaan gebouwen te bouwen in verband met de veiligheid van personen en objecten bij calamiteiten ter plaatse.

  2. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde onder a, voor het bouwen in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels, mits;

  1. de veiligheid van personen en objecten in het kader van externe veiligheid kan worden gegarandeerd;

  2. vooraf advies is ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

 

36.9 bebouwingsvrije zone A73

Ter plaatse van de aanduiding ‘bebouwingsvrije zone A73’ mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van de met snelweg verband houdende bouwwerken, zoals geluidswerende voorzieningen.

 

36.10 overlegzone A73

  1. Ter plaatse van de aanduiding ‘overlegzone A73’ mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van de met snelweg verband houdende bouwwerken, zoals geluidswerende voorzieningen.

  2. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van een bouwwerk ter plaatse van de aanduiding ‘overlegzone A73’, mits door de bouw van dit bouwwerk de verkeersbelangen niet onevenredig worden geschaad. Daartoe dient vooraf de betrokken wegbeheerder te worden gehoord.

 

36.11 Boom- en vaste plantenteelt categorie 1

Ter plaatse van de aanduiding ‘boom- en vaste planteelt categorie 1’ mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen boom- en vaste plantenteelt plaatsvinden.

 

36.12 Boom- en vaste plantenteelt categorie 2

 

36.12.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, ter plaatse van de aanduiding ‘boom- en vaste planteelt categorie 2’ boom- en vaste plantenteelt te laten plaatsvinden.

 

36.12.2 Uitzondering

Het in lid 36.12.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  1. Het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn.

  2. Reeds in uitvoering zijn krachtens een verleende omgevingsvergunning, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

  3. Binnen het bouwvlak plaats vinden, met uitzondering van de werken en werkzaamheden ter plaatse van de aanduiding ‘monumentale boom’.

 

36.12.3 Toelaatbaarheid

De in lid 36.12.1 genoemde omgevingsvergunning, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de hierna genoemde waarden:

  1. struweelvogels.

  2. dassenleefgebied.

  3. openheid, historische groenstructuren en archeologische waarden.

  4. aardkundig waardevol gebied.

  5. ecologische hoofdstructuur.

 

36.13 Zoekgebied – evz

 

36.13.1 Verboden werkzaamheden

Ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied - evz’ mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen wegen of paden worden aangelegd en/of verhard dan wel het aanbrengen van andere niet omkeerbare oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2.

 

36.13.2 Uitzondering

Het in lid 36.13.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  1. Het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn.

  2. Reeds in uitvoering zijn krachtens een verleende omgevingsvergunning, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

  3. Binnen het bouwvlak plaats vinden, met uitzondering van de werken en werkzaamheden ter plaatse van de aanduiding ‘monumentale boom’.

 

36.13.3 Toelaatbaarheid

De in lid 36.13.1 genoemde omgevingsvergunning wordt geweigerd, indien het werk of de werkzaamheden de verwezenlijking, het behoud en/of het beheer van de ecologische verbindingszone aantast.

 

36.14 Zoekgebied – voor behoud en herstel watersystemen

 

36.14.1 Verboden werkzaamheden

Ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied – voor behoud en herstel watersystemen’ mogen ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen:

  1. geen wegen of paden worden aangelegd en/of verhard dan wel het aanbrengen van andere niet omkeerbare oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2;

  2. geen gronden worden opgehoogd.

 

36.14.2 Uitzondering

Het in lid 36.14.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  1. Het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn.

  2. Reeds in uitvoering zijn krachtens een verleende omgevingsvergunning, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

  3. Binnen het bouwvlak plaats vinden, met uitzondering van de werken en werkzaamheden ter plaatse van de aanduiding ‘monumentale boom’.

 

36.14.3 Toelaatbaarheid

De in lid 36.14.1 genoemde omgevingsvergunning wordt geweigerd, indien het werk of de werkzaamheden de verwezenlijking, het behoud en/of het beheer van het watersysteem aantast.

 

36.15 Accentgebied boom- en vaste plantenteelt

Binnen het agrarisch bouwvlak, ter plaatse van de aanduiding ‘boom- en vaste plantenteelt’ zijn, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, hoge teeltondersteunende voorzieningen toegestaan mits de afstand tot (bedrijfs)woningen op naast gelegen percelen niet minder bedraagt dan 25 meter en de hoogte niet meer bedraagt dan 5 m..

 

Artikel 37 Algemene afwijkingsregels

 

37.1 Algemene afwijking

 

37.1.1 Kleinschalig logeren

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels voor het toestaan van kleinschalig logeren bij agrarische bedrijven en woningen, waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:

  1. De logeerplaatsen dienen een plek te krijgen binnen de bestaande bebouwing.

  2. Het aantal logeerplaatsen niet meer mag bedragen dan 5.

  3. De oppervlakte die gebruikt wordt ten behoeve van het kleinschalig logeren mag niet meer bedragen dan 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte tot een maximum oppervlakte van 150 m2.

  4. Voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.1.8.

 

37.1.2 Kleinschalig kamperen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels voor het toestaan van kleinschalig kamperen bij agrarische bedrijven, gemengd, en woningen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. Het aantal kampeerplaatsen mag niet meer bedragen dan 25.

  2. De oppervlakte die gebruikt wordt ten behoeve van het kleinschalig kamperen, mag niet meer bedragen dan 0,2 ha.

  3. De gronden die gebruikt worden voor het kleinschalig kamperen dienen direct te grenzen aan het bouwvlak of bestemmingsvlak van het agrarische bedrijf of woning.

  4. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  5. Het kleinschalig kamperen dient te passen binnen het toeristisch/recreatief beleid van de gemeente.

  6. Voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.1.8.

 

37.1.3 Bouwen van (bedrijfs)woningen en bijbehorende bouwwerken

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels ten aanzien van het bouwen van (bedrijfs)woningen en bijbehorende bouwwerken, waarbij geldt dat:

  1. Bij sloop van overtollige bedrijfsbebouwing, ofwel 15% van de oppervlakte van de overtollige bedrijfsgebouwen mag worden toegevoegd aan de inhoud van de woning tot een maximum van 900 m3 en/of 15% van de oppervlakte van de overtollige bedrijfsgebouwen mag worden toegevoegd aan de maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 250 m².

  2. Bij in te richten of te beplanten gronden 5% van de oppervlakte mag worden toegevoegd aan de inhoud van de woning tot een maximum van 900 m3 en/of 5% van de oppervlakte mag worden toegevoegd aan de maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 250 m².

  3. Voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.1.8.

 

37.1.4 Paardenbakken

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels ten behoeve van paardenbakken, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De paardenbak wordt gesitueerd direct grenzend aan het bouwvlak of bestemmingsvlak waarbij de paardenbak wordt gerealiseerd.

  2. De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 800 m2.

  3. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 2 m, met uitzondering van lichtmasten waarvan de hoogte niet meer dan 6 m mag bedragen.

  4. Bedrijfsmatig gebruik is niet toegestaan.

  5. De belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad.

  6. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  7. Voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.1.8.

 

37.1.5 Bestemmingsgrenzen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels en toestaan dat bestemmingsgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft en voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.1.8.

 

37.1.6 Openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:

  1. De oppervlakte per gebouwtje niet meer dan 20 m² zal bedragen.

  2. De (bouw)hoogte niet meer dan 3,5 m zal bedragen.

  3. Voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.1.8.

 

37.1.7 Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:

  1. Ten behoeve van kunstwerken (zoals beelden, etc.), geen gebouwen zijnde, tot maximaal 20 m.

  2. Ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 10 m.

  3. Voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.1.8.

 

37.1.8 Algemene voorwaarden

De onder 37.1.1 tot en met 37.1.7 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend verleend worden mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

  2. de verkeersveiligheid;

  3. de sociale veiligheid;

  4. de milieusituatie;

  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; en

  6. de aanwezige waarden.

 

37.2 Afwijken ten behoeve van mantelzorg

  1. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 35.1 sub b, en toestaan dat een (vrijstaand) bijbehorend bouwwerk gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits:

  1. aangetoond wordt dat inwoning in het hoofdgebouw ter plaatse redelijkerwijs niet tot de mogelijkheden behoort;

  2. bewoning van een (vrijstaand) bijbehorend bouwwerk noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg, hetgeen onder andere dient te blijken uit een positief advies van de onafhankelijke deskundige instantie;

  3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;

  4. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m².

  1. Het bevoegd gezag trekken de omgevingsvergunning in, verleend op grond van het bepaalde onder a, in, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

 

37.3 Afwijken beroep- en bedrijf-aan-huis

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken het bepaalde in lid 35.2 en toestaan dat:

  1. Een volgens de Wet milieubeheer meldingplichtige beroep of bedrijf wordt uitgeoefend, onder voorwaarde dat:

  1. het beroep of bedrijf voldoet aan de regels omtrent meldingplichtige inrichtingen van de Wet milieubeheer;

  2. aan de overige voorwaarden uit lid 35.2 is voldaan.

  1. Detailhandel mogelijk is, onder voorwaarde dat:

  1. het om producten gaat die specifiek ten dienste staan of voortkomen uit het beroep of bedrijf en daarmee direct verband houden;

  2. de detailhandel in economische en ruimtelijke zin ondergeschikt is aan het beroep of bedrijf;

  3. aan de overige voorwaarden uit lid 35.2 is voldaan.

  1. Op de openbare weg wordt geparkeerd ten behoeve van het beroep of bedrijf, onder voorwaarde dat:

  1. het fysiek niet mogelijk is te parkeren op eigen terrein;

  2. het stedenbouwkundig niet verantwoord is te parkeren op eigen terrein;

  3. uit de verkeerssituatie ter plaatse is af te leiden dat de verkeersaantrekkende werking en het parkeren niet tot structurele problemen in de verkeersafwikkeling zal leiden;

  4. aan de overige voorwaarden uit lid 35.2 is voldaan.

  1. Maximaal één personeelslid niet als bewoner staat ingeschreven, onder voorwaarde dat:

  1. aan de overige voorwaarden uit lid 35.2 is voldaan.

 

Artikel 38 Algemene wijzigingsregels

 

38.1 Wijziging naar ‘Bos’, ‘Natuur’ en ‘Water’

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, ter plaatse van de aanduiding ‘ecologische hoofdstructuur’, de bestemmingen ‘Agrarisch’, ‘Agrarisch met waarden – Landschapswaarden’, ‘Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden’ en ‘zoekgebied – evz’ te wijzigen in de bestemming ‘Bos’, ‘Natuur’ en/of ’Water’ ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van bos en/of natuur, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen.

  2. De wijziging pas plaatsvindt nadat de aankoop/overdracht in voldoende mate verzekerd is of al heeft plaatsgevonden of de realisatie anderszins verzekerd is.

 

38.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 1: uitbreiding rwzi

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied 1’ wijzigen in de bestemming ‘Bedrijf’ ten behoeve van de uitbreiding van de rioolwaterzuiveringsinstallatie, met inachtneming van de volgende regels:

  1. De bouwhoogte van vergistingstank mag niet meer bedragen dan 18 m

  2. De bouwhoogte van overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan 14 m.

  3. Bij het projecteren van de rwzi moet rekening worden gehouden met de vereiste afstanden tot woonbebouwing inzake geurhinder en geluid.

  4. De economische uitvoerbaarheid moet gewaarborgd zijn.

  5. De aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  6. De uitbreiding van de rwzi mag geen onevenredige aantasting van de woon- en leefmilieu van omliggende woningen tot gevolg hebben.

  7. Er dient sprake te zijn van ene goede landschappelijke inpassing van de bedrijfsgebouwen op basis van een erfbeplantingsplan, waarbij rekening wordt gehouden met de in het gebied voorkomende waarden.

  8. De wijziging dient stedenbouwkundig aanvaardbaar te zijn.

 

Artikel 39 Overige regels

 

39.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige regels;

  2. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;

  3. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;

  4. het bouwen bij ondergrondse hoofdtransportleidingen;

  5. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden, en

  6. de ruimte tussen bouwwerken.

 

39.2 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen

Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.