direct naar inhoud van Regels

Buitengebied

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.1684.18BPbuitengeb2010-VA01

Artikel 37 Algemene afwijkingsregels

 

37.1 Algemene afwijking

 

37.1.1 Kleinschalig logeren

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels voor het toestaan van kleinschalig logeren bij agrarische bedrijven en woningen, waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:

  1. De logeerplaatsen dienen een plek te krijgen binnen de bestaande bebouwing.

  2. Het aantal logeerplaatsen niet meer mag bedragen dan 5.

  3. De oppervlakte die gebruikt wordt ten behoeve van het kleinschalig logeren mag niet meer bedragen dan 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte tot een maximum oppervlakte van 150 m2.

  4. Voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.1.8.

 

37.1.2 Kleinschalig kamperen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels voor het toestaan van kleinschalig kamperen bij agrarische bedrijven, gemengd, en woningen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. Het aantal kampeerplaatsen mag niet meer bedragen dan 25.

  2. De oppervlakte die gebruikt wordt ten behoeve van het kleinschalig kamperen, mag niet meer bedragen dan 0,2 ha.

  3. De gronden die gebruikt worden voor het kleinschalig kamperen dienen direct te grenzen aan het bouwvlak of bestemmingsvlak van het agrarische bedrijf of woning.

  4. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  5. Het kleinschalig kamperen dient te passen binnen het toeristisch/recreatief beleid van de gemeente.

  6. Voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.1.8.

 

37.1.3 Bouwen van (bedrijfs)woningen en bijbehorende bouwwerken

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels ten aanzien van het bouwen van (bedrijfs)woningen en bijbehorende bouwwerken, waarbij geldt dat:

  1. Bij sloop van overtollige bedrijfsbebouwing, ofwel 15% van de oppervlakte van de overtollige bedrijfsgebouwen mag worden toegevoegd aan de inhoud van de woning tot een maximum van 900 m3 en/of 15% van de oppervlakte van de overtollige bedrijfsgebouwen mag worden toegevoegd aan de maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 250 m².

  2. Bij in te richten of te beplanten gronden 5% van de oppervlakte mag worden toegevoegd aan de inhoud van de woning tot een maximum van 900 m3 en/of 5% van de oppervlakte mag worden toegevoegd aan de maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 250 m².

  3. Voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.1.8.

 

37.1.4 Paardenbakken

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels ten behoeve van paardenbakken, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De paardenbak wordt gesitueerd direct grenzend aan het bouwvlak of bestemmingsvlak waarbij de paardenbak wordt gerealiseerd.

  2. De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 800 m2.

  3. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 2 m, met uitzondering van lichtmasten waarvan de hoogte niet meer dan 6 m mag bedragen.

  4. Bedrijfsmatig gebruik is niet toegestaan.

  5. De belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad.

  6. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  7. Voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.1.8.

 

37.1.5 Bestemmingsgrenzen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels en toestaan dat bestemmingsgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft en voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.1.8.

 

37.1.6 Openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:

  1. De oppervlakte per gebouwtje niet meer dan 20 m² zal bedragen.

  2. De (bouw)hoogte niet meer dan 3,5 m zal bedragen.

  3. Voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.1.8.

 

37.1.7 Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:

  1. Ten behoeve van kunstwerken (zoals beelden, etc.), geen gebouwen zijnde, tot maximaal 20 m.

  2. Ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 10 m.

  3. Voldaan wordt aan het bepaalde in lid 37.1.8.

 

37.1.8 Algemene voorwaarden

De onder 37.1.1 tot en met 37.1.7 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend verleend worden mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

  2. de verkeersveiligheid;

  3. de sociale veiligheid;

  4. de milieusituatie;

  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; en

  6. de aanwezige waarden.

 

37.2 Afwijken ten behoeve van mantelzorg

  1. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 35.1 sub b, en toestaan dat een (vrijstaand) bijbehorend bouwwerk gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits:

  1. aangetoond wordt dat inwoning in het hoofdgebouw ter plaatse redelijkerwijs niet tot de mogelijkheden behoort;

  2. bewoning van een (vrijstaand) bijbehorend bouwwerk noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg, hetgeen onder andere dient te blijken uit een positief advies van de onafhankelijke deskundige instantie;

  3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;

  4. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m².

  1. Het bevoegd gezag trekken de omgevingsvergunning in, verleend op grond van het bepaalde onder a, in, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

 

37.3 Afwijken beroep- en bedrijf-aan-huis

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken het bepaalde in lid 35.2 en toestaan dat:

  1. Een volgens de Wet milieubeheer meldingplichtige beroep of bedrijf wordt uitgeoefend, onder voorwaarde dat:

  1. het beroep of bedrijf voldoet aan de regels omtrent meldingplichtige inrichtingen van de Wet milieubeheer;

  2. aan de overige voorwaarden uit lid 35.2 is voldaan.

  1. Detailhandel mogelijk is, onder voorwaarde dat:

  1. het om producten gaat die specifiek ten dienste staan of voortkomen uit het beroep of bedrijf en daarmee direct verband houden;

  2. de detailhandel in economische en ruimtelijke zin ondergeschikt is aan het beroep of bedrijf;

  3. aan de overige voorwaarden uit lid 35.2 is voldaan.

  1. Op de openbare weg wordt geparkeerd ten behoeve van het beroep of bedrijf, onder voorwaarde dat:

  1. het fysiek niet mogelijk is te parkeren op eigen terrein;

  2. het stedenbouwkundig niet verantwoord is te parkeren op eigen terrein;

  3. uit de verkeerssituatie ter plaatse is af te leiden dat de verkeersaantrekkende werking en het parkeren niet tot structurele problemen in de verkeersafwikkeling zal leiden;

  4. aan de overige voorwaarden uit lid 35.2 is voldaan.

  1. Maximaal één personeelslid niet als bewoner staat ingeschreven, onder voorwaarde dat:

  1. aan de overige voorwaarden uit lid 35.2 is voldaan.