direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum
Plan: Cuijk Centrum
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1684.07BPcuijkcentrum-OH01

Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. in de ondergrond:
    • 1. parkeren in een parkeergarage, inclusief fietsenstalling, bergingen, stallingen en technische ruimten voor de bovengelegen functies;
  • b. op de begane grond:
    • 1. detailhandel;
    • 2. dienstverlening;
    • 3. kantoren;
    • 4. horeca-activiteiten uit categorie 1, zoals opgenomen in bijlage 4 'Staat van Horeca-activiteiten' van de regels;
    • 5. recreactie-activiteiten, met uitzondering van sporthallen, muziekscholen en badinrichtingen;
    • 6. maatschappelijke activiteiten;
    • 7. bedrijfsmatige activiteiten, zoals opgenomen in bijlage 3 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijf' van de regels;
  • c. op de verdiepingslagen:
    • 1. wonen;
  • d. de instandhouding van de karakteristieke kenmerken en hoofdvorm van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
  • e. de instandhouding van bouwwerken die als rijksmonument zijn aangewezen en beschermd zoals bedoeld in de Monumentenwet ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument';

in afwijking van lid b. geldt dat:

  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - speelautomatenhal' ook een speelautomatenhal is toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2' ook horeca-activiteiten zijn toegestaan die vallen in de categorie 2, zoals opgenomen in bijlage 4 'Staat van Horeca-activiteiten' van de regels;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' ook verkeersbewegingen zijn toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 1' een voetgangerspassage moet worden gerealiseerd;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' ook wonen is toegestaan;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' alleen detailhandel en dienstverlening zijn toegestaan;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' alleen horeca, detailhandel en dienstverlening zijn toegestaan;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' ook horeca is toegestaan uit categorie 2 en 3, zoals opgenomen in bijlage 4 'Staat van Horeca-activiteiten' van de regels;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het maximum aantal toegestane woningen op de verbeelding is weergegeven;

in afwijking van lid c. geldt dat:

  • o. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' ook kantoren zijn toegestaan;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' ook maatschappelijk activiteiten zijn toegestaan;
  • q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - 1':
    • 1. dienstverlening is toegestaan;
    • 2. detailhandel is toegestaan;
    • 3. wonen is uitgesloten;

en medebestemd voor:

  • r. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • s. groenvoorzieningen;
  • t. paden, wegen en verkeersvoorzieningen;
  • u. nutsvoorzieningen;

en de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, werken en werkzaamheden.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Het bouwen van gebouwen is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', onder voorwaarde dat:

  • a. het bebouwingspercentage voor gronden buiten de aanduiding 'bouwvlak' maximaal 50% mag zijn, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' waar het weergegeven maximale bebouwingspercentage geldt;
  • b. het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' maximaal 100% mag zijn;
  • c. de uitbreiding van de bedrijfsvloeroppervlakte voor horeca in totaal maximaal 300 m² mag zijn;
  • d. de uitbreiding van de bedrijfsvloeroppervlakte voor bedrijven in totaal maximaal 500 m² mag zijn;
  • e. de uitbreiding van de bedrijfsvloeroppervlakte voor kantoren in totaal maximaal 1.000 m² mag zijn;
  • f. de goothoogte maximaal 9 m mag zijn, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' waar de weergegeven maximale goothoogte geldt;
  • g. de bouwhoogte maximaal 10 m mag zijn, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' waar de weergegeven maximale bouwhoogte geldt; 
5.2.2 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde is toegestaan, onder voorwaarde dat:

  • a. de bouwhoogte op het voorerf maximaal 1 m mag zijn, met uitzondering van verlichtingsarmaturen voor het bedrijfsgedeelte, vlaggenmasten, antennes en vergelijkbare constructies waarvan de bouwhoogte maximaal 6 m mag zijn;
  • b. de bouwhoogte op het achtererf maximaal 3 m mag zijn, met uitzondering van:
    • 1. erf- en bouwperceelsafscheidingen waarvan de bouwhoogte maximaal 2 m mag zijn;
    • 2. verlichtingsarmaturen voor het bedrijfsgedeelte, vlaggenmasten, antennes en vergelijkbare constructies waarvan de bouwhoogte maximaal 6 m mag zijn. 
5.2.3 Aanduidingen

In afwijking van lid 5.2.1 geldt dat ter plaatse van:

  • a. de aanduiding 'wonen' de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de woning op het bouwperceel maximaal 75 m² mag zijn;
  • b. de aanduiding 'onderdoorgang' de begane grond vrij moet blijven van bebouwing om verkeersbewegingen mogelijk te maken, met een doorganghoogte van minimaal 4,2 m;
  • c. de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - speelautomatenhal' de bedrijfsvloeroppervlakte maximaal 350 m² mag zijn;
  • d. de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2' geen maximum geldt voor de uitbreiding van de bedrijfsvloeroppervlakte;
  • e. de figuur 'gevellijn' de voor-, dan wel achtergevel van de gebouwen in de figuur 'gevellijn' moeten worden gebouwd;
  • f. de figuur 'gevellijn' de voorgevel van een gebouw minimaal 6 m en maximaal 10 m breed mag zijn;
  • g. de aanduiding 'minimale-maximale dakhelling' gebouwen moeten zijn voorzien van een kap, vallend binnen de op de verbeelding weergegeven minimale- en maximale dakhelling;
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, met inachtneming van de regels en het bepaalde lid 35.1, nadere eisen te stellen aan:

  • a. de bouw- en goothoogte van bouwwerken;
  • b. de afmetingen van bouwwerken;
  • c. de situering van bouwwerken;
  • d. het aantal en de situering van parkeerplaatsen.

In het geval van nieuwbouw, verbouw en/of uitbreiding van bebouwing van en/of bij karakteristieke en (rijks)monumentale objecten kunnen aanvullend nadere eisen worden gesteld aan:

  • e. de onderlinge situering van bouwwerken;
  • f. de verhouding tussen lengte, breedte, goothoogte en/of bouwhoogte;
  • g. de dakhelling, nokrichting en/of kapvorm van bouwwerken;

onder de aanvullende voorwaarden dat:

  • h. er een noodzaak is uit het oogpunt van behoud en/of herstel van de aan de bestaande bebouwing te onderkennen cultuurhistorische en historisch stedenbouwkundige waarden;
  • i. vooraf advies is ingewonnen van een ter zake deskundige instantie of de gemeentelijke monumentencommissie.
5.4 Afwijking van de bouwregels
5.4.1 Gebouwen

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde lid 36.1, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 voor:

  • a. het verhogen van de goothoogte tot maximaal 8 m;
  • b. het verhogen van de bouwhoogte tot maximaal 12 m;
  • c. het verhogen van de bouwhoogte in verband met milieutechnische voorzieningen zoals afzuiginstallaties en koelinstallaties tot maximaal 2,25 m boven de hoogste daklijn van de binnen 25 m van de uitmonding gelegen bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  • d. de uitbreiding van de bedrijfsvloeroppervlakte voor horeca tot in totaal maximaal 750 m².
5.5 Specifieke gebruiksregels

Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval het gebruik van gronden en bouwwerken verstaan voor:

  • a. een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie;
  • b. een smartshop, een growshop en een headshop, alsmede het gebruik van opstallen voor het telen, bewerken en verhandelen van soft- en harddrugs;
  • c. een speelautomatenhal met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - speelautomatenhal', een casino of een discotheek/dancing.
5.6 Afwijking van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde lid 36.1, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 voor:

  • a. detailhandel en dienstverlening op de verdiepingslagen;
  • b. horeca-activiteiten op de eerste verdieping ter plaatse van de aanduiding 'horeca', onder voorwaarde dat:
    • 1. het maximum aantal toegestane wooneenheden wordt verminderd met één woning;
    • 2. er maximaal één horecabedrijf is gevestigd;
  • c. de functies wonen, horeca, maatschappelijk en bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' en de functies wonen, maatschappelijk en bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'horeca' , onder voorwaarde dat:
    • 1. de toename van de woningvoorraad past in het woningbouwprogramma van de gemeente;
    • 2. de bedrijfsmatige activiteiten beperkt blijven tot categorie 1, zoals opgenomen in bijlage 3 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijf' van de regels, dan wel naar aard daarmee zijn gelijk te stellen en het geen geluidzoneringsplichtigeinrichting is; 
5.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' is het verboden om zonder omgevingsvergunning een bouwwerk te slopen of te laten slopen.

Het verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

Het verlenen van de omgevingsvergunning is alleen toelaatbaar, in het geval dat:

  • c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke kenmerken en hoofdvorm van de bebouwing;
  • d. de karakteristieke kenmerken en hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld;
  • e. de karakteristieke kenmerken en hoofdvorm in redelijkheid niet te handhaven zijn;
  • f. het delen van een gebouw of bijbehorende bouwwerken betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke kenmerken en hoofdvorm plaatsvindt;
  • g. de sloop en herbouw vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijke belangen wenselijker is dan restauratie;
  • h. het bevoegd gezag schriftelijk advies inwint bij een ter zake deskundige instantie of de gemeentelijke monumentencommissie.