direct naar inhoud van Artikel 16 Sport
Plan: Cuijk Centrum
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1684.07BPcuijkcentrum-OH01

Artikel 16 Sport

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de beoefening van sporten; 

in afwijking van lid a. geldt dat:

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'tennisbaan' alleen tennisbanen zijn toegestaan;
  • c. horeca-activiteiten uit categorie VI, zoals opgenomen in bijlage 4 'Staat van Horeca-activiteiten' van de regels, alsmede horeca-activiteiten die naar de aard en de invloed op de omgeving hieraan gelijk te stellen zijn, onder voorwaarde dat:
    • 1. de oppervlakte van de ruimte maximaal 7% van de totaal bebouwde oppervlakte mag zijn, met een maximum van 400 m²;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'tennisbaan' mag de oppervlakte van de ruimte maximaal 50 m² zijn;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' is ook detailhandel van sportartikelen direct gerelateerd aan de ter plaatse uitgeoefende sporten toegestaan, onder voorwaarde dat de oppervlakte van de ruimte maximaal 2% van de totaal bebouwde oppervlakte mag zijn, met een maximum van 120 m²;

en medebestemd voor:

  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen, al dan niet met een visueel afschermende functie;
  • g. paden, wegen en verkeersvoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;

en de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, werken en werkzaamheden.

16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen

Het bouwen van gebouwen is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', onder voorwaarde dat:

  • a. het bebouwingspercentage maximaal 80% mag zijn, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', waar het weergegeven maximum bebouwingspercentage geldt;
  • b. de afstand tot de bouwperceelsgrens minimaal 3 m moet zijn;
  • c. de goothoogte maximaal 9 m mag zijn;
  • d. de bouwhoogte maximaal 10 m mag zijn, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', waar de weergegeven maximale bouwhoogte geldt.
16.2.2 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde is toegestaan, onder voorwaarde dat:

  • a. het bebouwingspercentage voor gronden buiten de aanduiding 'bouwvlak' maximaal 50% mag zijn.
  • b. de bouwhoogte op het voorerf maximaal 1 m mag zijn, met uitzondering van:
    • 1. vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen waarvan de bouwhoogte maximaal 6 m mag zijn.
    • 2. de oppervlakte maximaal 30 m² mag zijn.
  • c. de bouwhoogte op het achtererf maximaal 3 m mag zijn, met uitzondering van:
    • 1. erf- en perceelsafscheidingen waarvan de bouwhoogte maximaal 2 m mag zijn;
    • 2. ballenvangers waarvan de bouwhoogte maximaal 5 m mag zijn;
    • 3. vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen waarvan de bouwhoogte maximaal 6 m mag zijn;
    • 4. lichtmasten waarvan de bouwhoogte maximaal 15 m mag zijn;
  • d. de oppervlakte maximaal 30 m² mag zijn. 
16.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, met inachtneming van de regels en het bepaalde lid 35.1, nadere eisen te stellen aan:

  • a. de bouw- en goothoogte van bouwwerken;
  • b. de afmetingen van bouwwerken;
  • c. de situering van bouwwerken;
  • d. het aantal en de situering van parkeerplaatsen. 
16.4 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde lid 36.1, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 voor het bouwen tot in de zijdelingse bouwperceelsgrens, onder voorwaarde dat:

  • a. het gebouw voldoet aan de brandveiligheidseisen;
  • b. een advies van de brandweer is ontvangen.
16.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor:

  • a. het beoefenen van sporten met motorvoertuigen;
  • b. de opslag van grote obstakels als boten, caravans e.d. alsmede als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van bruikbare en/of onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens als zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.