direct naar inhoud van Artikel 24 Sport
Plan: Gasselternijveen dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1680.GNV-VB01

Artikel 24 Sport

 

24. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    sport- en speelterreinen;

b.    gebouwen ten behoeve van:

1.    kantines en/of kleedruimtes;

2.    onderhoud en beheer;

3.    sociaal-culturele doeleinden;

c.    de bescherming van de belevingswaarde en het functioneren van de molen, ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘vrijwa­ringszone - molenbiotoop’;

met daaraan ondergeschikt:

d.    groenvoorzieningen;

e.    nutsvoorzieningen;

f.     sport- en speelvoorzieningen;

g.    parkeervoorzieningen;

h.    water;

met de daarbijbehorende:

i.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder lichtmasten en ballenvangers.

24. 2.    Bouwregels

24. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 24.1. sub b. genoemde ge­bouwen gelden de volgende regels:

a.    het bebouwingspercentage per bestemmingsvlak zal ten hoog­ste 5% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak bedra­gen;

b.    de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,00 m bedra­gen;

c.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 6,00 m bedra­gen.

24. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m be­dragen;

b.    de bouwhoogte van lichtmasten en ballenvangers zal ten hoog­ste 10,00 m bedragen;

c.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

24. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere ei­sen stellen aan de plaatse en de afmetingen van de bebouwing.

24. 4.    Specifieke gebruiksregels

24. 4. 1. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ie­der geval gerekend:

a.    het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefe­ning van detailhandel, tenzij het detailhandel betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 24.1. ge­noemde doeleinden;

b.    het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefe­ning van horeca, tenzij het horeca betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 24.1. genoemde doelein­den.

24. 4. 2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ie­der geval niet gerekend:

-       het tijdelijk als dan niet periodiek gebruik van de gronden voor evenementen.