direct naar inhoud van Artikel 33 Leiding - Gas
Plan: Gasselternijveen dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1680.GNV-VB01

Artikel 33 Leiding - Gas

 

33. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Leiding - Gas’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

a.    een strook ten behoeve van een hoofdgasleiding;

met de daarbijbehorende:

b.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

33. 2.    Bouwregels

33. 2. 1. In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorko­mende bestemming(en), mogen op of in deze gronden geen ge­bouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden ge­bouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming.

33. 2. 2. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden ge­bouwd.

33. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

-       de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde zal ten hoogste 2,00 m bedragen.

33. 3.    Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

33. 3. 1. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werk­zaamheden is, ongeacht het bepaalde in de re­gels bij de andere daar voorkomende bestemming(en), een omgevingsvergunning vereist:

a.    het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;

b.    het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm;

c.    het in de grond brengen van voorwerpen dieper dan 30 cm;

d.    het aanleggen van oppervlakteverhardingen;

e.    het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplan­tingen, die dieper wortelen of kunnen wortelen dan 30 cm.

33. 3. 2. Het bepaalde in lid 33.3.1. is niet van toepassing op wer­ken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht wor­den van het plan.

33. 3. 3. De omgevingsvergunning zal slechts wor­den verleend, indien geen onevenredige afbreuk zal worden ge­daan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding.

33. 4.    Wijzigingsbevoegdheid

33. 4. 1. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

-       de in de andere daar voorkomende bestemming(en) toegela­ten gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wor­den gebouwd, mits:

1.    vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder;

2.    geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding.

33. 4. 2. Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 33.4.1. bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hier­door geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een veilig en doelmatig functioneren van de leiding.