direct naar inhoud van Artikel 42 Algemene afwijkingsregels
Plan: Gasselternijveen dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1680.GNV-VB01

Artikel 42 Algemene afwijkingsregels

 

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeers­veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

 

a.    de bestemmingsregels in die zin dat bouwgrenzen wor­den overschreden, indien een meetverschil daartoe aan­leiding geeft;

b.    het bepaalde in de artikelen 4 en 31 ten aan­zien van het toelaten van bouwwerken, geen gebou­wen zijnde, in die zin dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van paardrijdbakken worden gebouwd, mits:

-       de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten be­hoeve van paardrijdbakken ten hoogste 1,50 m zal bedragen, indien:

1.    het uitsluitend gaat om een hobbymatige functie bij het wonen;

2.    een paardrijdbak achter de (bedrijfs-/dienst)woning wordt gesitueerd;

3.    de afstand van een paardrijdbak tot de zijdelingse per­ceelgrens ten minste 5,00 m bedraagt;

4.    er een minimale afstand van 50 meter tussen de paard­rijdbak en woningen van derden wordt aange­houden;

5.    wanneer er verlichting wordt gebruikt, er sprake dient te zijn van objectgerichte verlichting, die niet tot buiten de paardrijdbak reikt. Dit dient te worden aangetoond door middel van een verlichtingsrapport;

6.    de oppervlakte van een paardrijdbak maximaal 1.000 m² bedraagt, met dien verstande dat de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 40% van het bouwper­ceel dat tot de (bedrijfs-/dienst)woning moet worden gerekend;

7.    de landschappelijke inpassing gestalte krijgt in een in­richtingsplan (uitgaande van inheemse beplanting);

c.    het bepaalde in de artikelen 3, 29, 30 en 31 ten aanzien van het gebruik ten behoeve van verblijfsrecreatie, in die zin dat de realisering van een functie voor verblijfsrecreatie wordt toegestaan, mits:

1.    de capaciteit van deze verblijfsrecreatieve functie ten hoogste 10 personen bedraagt;

2.    de verblijfsrecreatie is gericht op bed & breakfast of recreatieappartementen;

3.    het gebruik ten behoeve van verblijfsrecreatie ondergeschikt blijft aan de hoofdfunctie;

4.    het bedrijfsvloeroppervlak ten hoogste een derde deel van het bedrijfsvloeroppervlak van de gebouwen op het bouwperceel bedraagt;

5.    het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van verblijfsrecreatie ten hoogste 100 m² bedraagt;

6.    de ontwikkeling van de verblijfsrecreatie past binnen de ‘Notitie Recreatieve ontwikkeling in bestaande gebouwen’;

d.    de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;

e.    de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten be­hoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten be­hoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 30,00 m;


f.     het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van ge­bouwen in die zin dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorste­nen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:

1.    de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;

2.    de bouwhoogte leidt tot een hoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende ge­bouw zal bedragen.