Plan: | Renesse |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1676.00154BpaRE-VA01 |
het bestemmingsplan Renesse met identificatienummer NL.IMRO.1676.00154BpaRE-VA01 van de gemeente Schouwen-Duiveland.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens.
blokken van meer dan twee-aaneen gebouwde hoofdgebouwen.
gedeelte van het erf tussen de achtergevellijn en de aan de achterzijde van het hoofdgebouw gelegen erfgrens.
het meest achterwaarts gelegen deel van een hoofdgebouw.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een hoofdgebouw tot aan de bouwperceelgrenzen.
de gemiddelde hoogte van de grond die bouwwerken omringt; bij hellende terreinen: het hoogste punt van de grond die bouwwerken omringt.
de Rijksarcheoloog van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed of een ander deskundig archeologisch adviesbureau.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een maatvoeringsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
Een nevenactiviteit voor kortdurend toeristisch verblijf bij een woning in het hoofdgebouw of in een bijbehorend bouwwerk waar logies (maximaal 5 slaapplaatsen) en ontbijt worden aangeboden.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.
het gebruik van een gedeelte van een woning of een bijbehorend bouwwerk voor een beroeps- of bedrijfsactiviteit door de bewoner, gericht op het vervaardigen van producten of het verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, haarverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, welke slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon,
ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw dat functioneel en architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
verhoogd platform met afdak en maximaal 2 wanden voor de ingang van een (sta)caravan bereikbaar via een aantal treden of een trap.
verhoogd platform voor de ingang van een gebouw bereikbaar via een aantal treden of een trap.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct, hetzij indirect steun vindt in of op de grond.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van ter plaatse bereide kleine etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak-alcoholische dranken voor consumptie elders dan ter plaatse en niet-alcoholische dranken voor directe consumptie en consumptie elders dan ter plaatse.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleinere etenswaren.
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een gezamenlijk beheer en exploitatie van recreatiewoningen, kampeerterreinen en kampeermiddelen, gericht op het bieden van (permanent wisselende) recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden.
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel (uitgezonderd speelautomatenhallen en casino's), toerisme en educatie, waarbij geen sprake is van overnachting.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen of leveren van goederen aan consumenten.
detailhandel in auto's, boten en caravans.
detailhandel in één of meer van de volgende detailhandelbranches:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen zoals bijvoorbeeld een makelaarskantoor, uitzendbureau, reisbureau, kapper, schoonheidssalon, fysiotherapeut, belwinkel en internetcafé.
al dan niet omheind stuk grond dat in ruimtelijk opzicht direct behoort bij, in functioneel opzicht ten dienste staat van, en in feitelijk opzicht direct aansluit aan een gebouw en dat, blijkens de kadastrale gegevens behoort tot het bouwperceel waarop dat gebouw is geplaatst.
de grens van het erf.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersonen die bedrijfsmatig ,of van omvang alsof zij bedrijfsmatig is, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte (van een seksinrichting) wordt uitgeoefend.
een terugkerende activiteit in de openbare ruimte op het gebied van kunst, cultuur, muziek, sport en/of ontspanning die (mede) gericht is op het aantrekken van een groot aantal bezoekers.
stoffen behorende tot klasse 1 van het Accord Européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route (ADR), met uitzondering van consumentenvuurwerk zoals gedefinieerd in artikel 1.1.1 van het Vuurwerkbesluit.
kleinschalige extensieve recreatieve activiteiten gericht op de beleving van een gebied, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, kanoën, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
een vrijstaand of aan een woning aangebouwd gebouw, die niet direct vanuit de woning toegankelijk is en die gebruikt wordt om niet-commercieel logies te bieden aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben .
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
geluidsgevoelige gebouwen en terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder, te weten:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder (Stbl. 1981, 533) rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld.
woning die door middel van architectonisch ondergeschikte onderdelen met een ander hoofdgebouw is verbonden.
een al dan niet uit meerdere bouwlagen bestaande woning, deel uitmakend van een gebouw waarin meerdere woningen zijn ondergebracht, zodanig dat deze boven dan wel beneden elkaar zijn gesitueerd, waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het maaiveld, gewaarborgd is.
onder gevaarlijke stoffen worden de volgende stoffen verstaaan:
denkbeeldige lijn die strak langs de gevel van een gebouw loopt tot aan de bouwperceelgrenzen, dan wel de aangeduide lijn.
een gebouw bestemd voor verblijfsrecreatie door meerdere personen in groepsverband.
het houden van vee, mits ten hoogste de volgende aantallen dieren worden gehouden:
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
de jaarlijkse periode van 1 juli tot en met 30 augustus van enig jaar.
een bedrijf gericht op het bedrijfsmatig:
een terrasoverkapping bestaande uit een frame met twee of meer staanders en een ligger waaraan aan weerszijden een zogenaamd uitval- of knikarmscherm is bevestigd.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht), maaltijden en dranken ter plaatse en eventueel zaalverhuur voor congressen.
een losse hotelkamer zonder (volwaardige) keuken, behorende bij een op hetzelfde perceel gelegen centrale hotelvoorziening.
een detailhandelsbedrijf dat zich toelegt op de verkoop via internet en dat zich kenmerkt door de afwezigheid van een winkelruimte waar uitstalling van goederen plaatsvindt, maar waar wel een loketfunctie aanwezig is voor de levering van goederen ter plaatse.
een gebied als bedoeld in artikel 1.1, onder k, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een eenvoudig gebouw gelegen op een standplaats met een oppervlakte van maximaal 75 m² en een hoogte van maximaal 5,50 meter, mits sprake is van een beperkte inhoud tot 250 m³, bestemd voor recreatief nachtverblijf voor personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
tenten, tentwagen, campers, (sta)caravans of hiermee gelijk te stellen mobiele onderkomens op kampeerterreinen bestemd voor recreatief nachtverblijf, waarbij gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf, waaronder begrepen dienstgebouwen en andere voorzieningen ten dienste van het kamperen.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig/bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, ontwerptechnisch of hiermee naar aard gelijk te stellen gebied.
een kleinschalige kookgelegenheid die niet bestemd is voor het bereiden van complete maaltijden, bestaande uit een aanrecht ten behoeve van een koffiezetapparaat, waterkoker, een kookplaat met één pit, een (combi)magnetron/oven en een koelkast.
Voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport en spel (waarbij overnachting uitdrukkelijk is uitgesloten) zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Staatsblad 2004, nr. 250) een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden.
de jaarlijkse periode van 1 oktober tot en met 31 maart van enig jaar.
sportactiviteiten waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingsgeluid wordt overschreden, waaronder in ieder geval worden begrepen de autosport, motorsport, karting, (model)vliegsport en de schietsport met de hulp van vuurwapens; de jachtsport wordt hieronder niet begrepen.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
voorziening (dat geen bouwwerk is) ten behoeve van de opslag van mest, zoals mestzakken, foliebassins en daarmee vergelijkbare vormen van mestopslag.
bouwwerk ten behoeve van de opslag van mest.
een huurwoning waarvan de aanvangshuurprijs (voor een bewoner) van een woning ten hoogste € 850,- bedraagt (prijspeil 2021, jaarlijks per 1 januari geïndexeerd overeenkomstig de consumentenprijsindex (CPI) van het Centraal bureau voor de Statistiek).
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
De effectieve, vrije standplaatsruimte per kampeerplaats, gemeten zonder beplantingen, wegen, (schouw)paden, sport- en spelvoorzieningen en parkeergelegenheid.
een agrarische bedrijfstak op een agrarisch bedrijf die wat productieomvang betreft ondergeschikt is aan de hoofdtak en waarvan de productieomvang minder bedraagt dan 70% van de minimale omvang van een zelfstandig volwaardig agrarisch bedrijf in die productierichting van de neventak.
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut.
detailhandel ondergeschikt én ondersteunend aan de hoofdactiviteit, waarbij:
consumptieve gelegenheid die ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit en die zich richt op het verstrekken van etenswaren voor directe consumptie ter plaatse met daarnaast het afzonderlijk verstrekken van dranken voor directe consumptie ter plaatse, waarbij .
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies met een maximum van 25 slaapplaatsen, met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden of dranken aan logerende gasten, waarbij in de kamers geen (volwaardige) keukens aanwezig zijn.
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd of toegepast in het productieproces.
een gebouw, geen woonkeet en geen (sta)caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bestemd is voor recreatief nachtverblijf door één huishouden en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
een inrichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
een kampeermiddel uit één niet-samengesteld geheel, die zelfstandig in zijn geheel over de weg vervoerd kan worden met een maximale oppervlakte van 55 m2 en maximale hoogte van 5 meter hoog.
het gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor recreatief nachtverblijf in één of meerdere kampeermiddelen, waarbij de standplaatsen voor kampeermiddelen nader zijn te onderscheiden in:
een standplaats bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel en twee bijzettentjes van maximaal acht vierkante meter, dat gedurende het gehele jaar aanwezig mag zijn ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
een standplaats bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel, niet zijnde een stacaravan, kampeerhuisje of -lodge, en twee bijzettentjes van maximaal acht vierkante meter gedurende het zomer- of winterseizoen.
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een detailhandelsbedrijf die in hoofdzaak is gericht op de verkoop van een grote verscheidenheid aan levensmiddelen.
blok van twee aaneen gebouwde hoofdgebouwen die door middel van één gemeenschappelijke wand met elkaar zijn verbonden.
landbouwhuisdieren zoals koeien, schapen, paarden, geiten, enzovoorts.
recreatie in ruimten die zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie, logeergebouw, pension of kampeermiddel, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten
de jaarlijkse periode van 1 april tot en met 30 juni en van 1 september tot en met 30 september van enig jaar.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de meest naar de weg zijde gekeerde deel van een hoofdgebouw (voorgevel) tot aan de perceelsgrenzen.
een gebouw zonder gemeenschappelijke wand met een ander gebouw.
voorziening (die geen bouwwerk is) ten behoeve van de opslag van water, zoals een foliebassin en daarmee vergelijkbare vormen van wateropslag.
voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie of waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, (riool)gemalen en inlaten.
een detailhandelsbedrijf dat zich toelegt op de verkoop via internet zonder showroom en zonder afhaalmogelijkheid ter plaatse.
voor het openbaar verkeer openstaande weg inclusief de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die weg behorende paden en bermen of zijkanten.
het gebruik van kampeermiddelen voor recreatief nachtverblijf in de periode van 16 november tot 1 maart.
de jaarlijkse periode van 16 november tot 1 maart van enig jaar.
het stallen van kampeermiddelen in de open lucht op een aparte plaats op het kampeerterrein, zodanig dat daarin geen recreatief nachtverblijf kan plaatsvinden, in het winterseizoen.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
zichtbaar vanuit het openbaar gebied, gemeten in een zone van 10 meter rondom het betreffende pand op een hoogte van 1,80 meter; voor zover de grens van het openbaar gebied binnen die zone is gelegen, wordt gemeten ter hoogte van grens van het openbaar gebied.
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.
gedeelte van het erf tussen een zijgevellijn en de aan die zijde van het gebouw gelegen erfgrens.
een gevel van een gebouw, die niet een voorgevel of achtergevel is.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen.
de jaarlijkse periode van 1 maart tot en met 15 november van enig jaar.
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
gemeten in de verticale projectie op het bouwterrein van de grootste buitenwerkse maten van de (denkbeeldige) gevels, exclusief overstekken tot 50 centimeter, boven het afgewerkt terrein en eventueel tot het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur.
de totale oppervlakte van voor mensen toegankelijke ruimte(n) van een gebouw.
de totale vloeroppervlakte van de ruimte(n) gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de buitenste opgaande scheidingsconstructie of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen.
de totale oppervlakte van vaste vloeren in gebouwen, mestdoorlatende vloeren daaronder begrepen, die worden gebruikt voor de huisvesting van dieren ten behoeve van de intensieve veehouderij, die bestaat uit de ruimten waar de dieren worden gehuisvest, waaronder wordt begrepen de hok- of stalruimten, inclusief scheidingswanden en gangpaden.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn ook bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwwerk | oppervlakte | inhoud | goothoogte | bouwhoogte | ||||||||||||||||||
bedrijfsgebouwen | zie onder b | niet nader bepaald | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | ||||||||||||||||||
overkappingen | zie onder b | niet nader bepaald | niet nader bepaald | 3 meter | ||||||||||||||||||
gebouwen t.b.v. nutsvoorzieningen | zie onder b | niet nader bepaald | 3 meter | 6 meter | ||||||||||||||||||
bedrijfswoningen | zie onder b, met een maximum van 200 m² | 750 m³ | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | ||||||||||||||||||
bijbehorend bouwwerk bij bedrijfswoningen | zie onder b, met een maximum van 40 m² | niet nader bepaald | 3,3 meter | 6 meter |
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
licht- en vlaggenmasten | 8 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1.1, onder a en b, ten behoeve van bedrijven en bedrijfsactiviteiten die niet toegestaan zijn volgens de Staat van Bedrijfsactiviteiten, indien:
De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd:
Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden in ieder geval de volgende regels:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 wordt slechts verleend indien de waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. Hiertoe dient vooraf een inrichtingsplan te worden opgesteld, dat door bevoegd gezag wordt betrokken bij haar besluit.
De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
Bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn en tot 1 meter daarachter | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
licht- en vlaggenmasten | 8 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1, onder e, ten behoeve van bedrijven en bedrijfsactiviteiten die niet toegestaan zijn volgens de Staat van Bedrijfsactiviteiten, indien:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||
antennes | 5 meter | |||
speeltoestellen | 4 meter | |||
lichtmasten | 8 meter | |||
openbare nutsvoorzieningen | 3,5 meter | |||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
De voor 'Groen - Landschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 8.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.3.1 wordt slechts verleend indien de werken of werkzaamheden, direct of indirect, geen onevenredige aantasting van de landschappelijke inpassing tot gevolg hebben.
De voor 'Groen - Weidegrond' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
Per bestemmingsvlak is ten behoeve van het hobbymatig houden van vee ten hoogste één schuilgelegenheid toegestaan met dien verstande dat:
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt 1,5 meter.
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.2 voor een grotere oppervlakte van een gebouw tot maximaal 30 m², indien:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bouwwerk | oppervlakte | inhoud | goothoogte | bouwhoogte | ||||||||||||||||||
hoofdgebouwen | zie onder c | niet nader bepaald | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | ||||||||||||||||||
bijbehorende bouwwerken en overkappingen bij hoofdgebouwen en bedrijfswoningen | zie onder c en d | niet nader bepaald | bijbehorend bouwwerk: 3,3 meter; overkapping: niet nader bepaald |
bijbehorend bouwwerk: 6 meter; overkapping: 3 meter | ||||||||||||||||||
bedrijfswoningen | zie onder c, met een maximum van 200 m² | 750 m³ | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | ||||||||||||||||||
recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' | zie onder c, met een maximum van 120 m² | niet nader bepaald | 3 meter | 6 meter |
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
licht- en vlaggenmasten | 8 meter |
terrasschermen | 1,5 meter |
parasols | 5 meter |
uitval- of knikarmschermen om een horecaterras te kunnen overkappen, waarbij de schermen onder een hellingshoek van 20° gemonteerd dienen te worden | 4 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2, onder a, voor het oprichten van een deel van de voorgevel achter de op de verbeelding opgenomen gevellijn, indien ten minste 50% van de voorgevelbreedte wel in de voorgevellijn is gelegen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.4.1 kan slechts worden verleend, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2', deze aanduiding te vervangen door de aanduiding 'horeca tot en met categorie 1', indien het gebruik ten behoeve van horeca-activiteiten uit de categorie 2 van de bij deze regels horende Staat van Horeca-activiteiten gedurende één jaar zijn beëindigd en het niet aannemelijk is dat die activiteiten op korte termijn worden hervat.
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde (exclusief overkappingen), bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.2, onder c, voor het oprichten van een deel van de voorgevel achter de op de verbeelding opgenomen gevellijn, indien ten minste 50% van de voorgevelbreedte wel in de voorgevellijn is gelegen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.4.1 kan slechts worden verleend, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Buitenopslag van goederen is niet toegestaan.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwwerk | oppervlakte | inhoud | goothoogte | bouwhoogte | |||
bedrijfswoningen | zie onder b, met een maximum van 200 m² | 750 m³ | 6 meter | 10 meter | |||
bijbehorend bouwwerk bij bedrijfswoningen | zie onder b, met een maximum van 40 m² | niet nader bepaald | 3,3 meter | 6 meter |
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter | |||
erfafscheidingen elders | 2 meter | |||
licht- en vlaggenmasten | 8 meter | |||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 2 meter.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als opslagplaats voor bagger en grondspecie (uitgezonderd het deponeren van baggerspecie in het kader van normaal onderhoud van waterlopen) en als uitstallings-, opslag-, stand-, of ligplaats voor kampeermiddelen.
Het is binnen deze bestemming verboden gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden), de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 13.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. Hiertoe dient vooraf een inrichtingsplan te worden opgesteld, dat door bevoegd gezag wordt betrokken bij haar besluit.
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||||
speeltoestellen | 4 meter | |||||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
De voor 'Recreatie - Kampeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
Gebouw | Oppervlakte (m2) | Inhoud (m3) | Goothoogte (m) | Bouwhoogte (m) | ||||||||||||||||||
sanitairgebouw | zie onder a, met een maximum van 50 m² | niet nader bepaald | niet nader bepaald | 4 meter | ||||||||||||||||||
stacaravan (inclusief bordes) | 55 m2 | niet nader bepaald | niet nader bepaald | 5 meter | ||||||||||||||||||
bijgebouw bij permanente standplaats | 9 m2
|
niet nader bepaald | niet nader bepaald | 3,50 meter | ||||||||||||||||||
groepsaccommodatie | zie onder a | niet nader bepaald | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | ||||||||||||||||||
bedrijfswoning inclusief aangebouwde bijgebouwen | zie onder a, met een maximum van 200 m2 | 750 m3 | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | ||||||||||||||||||
vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | zie onder a, met een maximum van 40 m2 | niet nader bepaald | 3,50 meter | 6 meter | ||||||||||||||||||
overige gebouwen ten behoeve van dienstverlening en beheer | zie onder a | niet nader bepaald | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | ||||||||||||||||||
overkappingen | zie onder a | niet nader bepaald | niet nader bepaald | 3 meter |
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk, geen gebouw zijnde | Bouwhoogte (m) | |||||
bordes op permanente standplaats bij een stacaravan | de hoogte van op de standplaats aanwezige stacaravan | |||||
speelvoorzieningen | 3 meter | |||||
erf- en terreinafscheidingen op gronden die zijn gekeerd naar de openbare weg en die liggen buiten een bouwvlak | 1 meter | |||||
erf- en terreinafscheidingen elders | 2 meter | |||||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden in ieder geval de volgende regels:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde (exclusief overkappingen), bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||||
speeltoestellen | 4 meter | |||||
erfafscheidingen voor de voorgevellijn | 1 meter | |||||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden in ieder geval de volgende regels:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||||
ballenvangers | 6 meter | |||||
vlaggenmasten | 8 meter | |||||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 4 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.3 ten behoeve van lichtmasten als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 17.4.1 kan slechts verleend worden als:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook nadere eisen als bedoeld in lid 17.3 gesteld worden.
De ondergeschikte horeca- en detailhandelsactiviteiten vinden alleen plaats vanuit het centrale gebouw op het betreffende complex.
De voor 'Tuin - Natuur en landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend toegestaan erfafscheidingen tot een bouwhoogte van maximaal 1 meter.
De gronden met de bestemming Tuin - Natuur en landschap worden niet beschouwd als 'erf' in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan.
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, worden in elk geval gerekend speelvoorzieningen en zwembaden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 18.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 18.4.1 wordt slechts verleend indien de werken of werkzaamheden, direct of indirect, geen onevenredige aantasting van de landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden tot gevolg hebben.
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||||
antennes | 5 meter | |||||
speeltoestellen | 4 meter | |||||
licht- en vlaggenmasten | 8 meter | |||||
openbare nutsvoorzieningen | 3,5 meter | |||||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwwerk | bouwhoogte | |||||
antennes | 5 meter | |||||
speeltoestellen | 4 meter | |||||
licht- en vlaggenmasten | 8 meter | |||||
openbare nutsvoorzieningen | 3,5 meter | |||||
uitval- of knikarmschermen om een horecaterras te kunnen overkappen, waarbij de schermen onder een hellingshoek van 20° gemonteerd dienen te worden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras'. | 4 meter | |||||
horecaterrasschermen | 1,5 meter | |||||
parasols | 5 meter | |||||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Een standplaats voor ambulante handel en informatieverstrekking en ten behoeve van de gezondheidszorg is uitsluitend toegestaan, indien
In afwijking van artikel 20.4.1, onder c, is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - standplaats' een standplaats op minder dan 10 meter tot percelen bestemd voor het wonen toegestaan, met dien verstande dat indien de gronden gedurende een jaar niet worden gebruikt als standplaats, een standplaats niet meer is toegestaan en het bepaalde 20.4.1, onder c, weer van toepassing is.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een nieuw horecaterras toestaan, dan wel een bestaand terras verplaatsen door de aanduiding 'terras' toe te voegen dan wel te verplaatsen, met in achtneming van het volgende:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bouwaanduidingsvlak | breedte woning | afstand tot bouwperceelsgrens | |||
vrijstaand | maximaal 20 meter | minimaal 3 meter | |||
twee-aaneen | maximaal 15 meter | aan één zijde minimaal 3 meter | |||
aaneengebouwd | maximaal 10 meter | niet nader bepaald | |||
gestapeld | niet nader bepaald | niet nader bepaald |
bijbehorend bouwwerk aan de zij- of achtergevel | vrijstaand bijbehorend bouwwerk | ||
bij vrijstaande woningen | 3 meter | 3 meter (aan één zijde) | |
bij twee-aaneen gebouwde woningen | 3 meter (aan één zijde) | niet nader bepaald | |
bij overige woningen | niet nader bepaald | niet nader bepaald |
Ter plaatse van de aanduiding 'garagebox' gelden de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste:
Bouwwerk | Bouwhoogte |
vlaggenmasten en overige masten | 8 meter |
erfafscheidingen voor de voorgevellijn | 1 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.2 voor de bouw van een vrijstaande woning en voor twee-aaneen gebouwde woningen ter plaatse van de aanduidingen 'aaneengebouwd' en voor de bouw van een vrijstaande woning ter plaatse van de aanduidingen 'twee-aaneen', mits:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 22.4.2 kan slechts worden verleend, indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook nadere eisen als bedoeld in lid 3.3 gesteld worden.
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in elk geval gerekend het inrichten of gebruiken van een bijbehorend bouwwerk bij een woning of van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'garagebox' als
Burgemeester en wethouders kunnen met ingang van 22 oktober 2025 ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone – wijzigingsgebied - 1' het bestemmingsplan wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
Op of in deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de bestemming bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een hoogte van maximaal 2 meter.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2.2, onder a, ten behoeve van het bouwen groter dan 50 m² en dieper dan 0,50 meter, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder lid 23.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 23.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met deze dubbelbestemming bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) te slopen.
Het verbod, bedoeld in lid 23.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk op of in gronden ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Archeologie - 4'.
Aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk voor de gronden, als bedoeld in lid 23.5.1, kan het bevoegd gezag het voorschrift verbinden dat de sloopwerken vanaf 0,30 meter boven het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd archeologisch deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 50 m² en de verstoringsdiepte meer is dan 0,50 meter.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning voor het slopen.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 4, bedoeld in lid 23.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie - 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
Op of in deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de bestemming bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een hoogte van maximaal 2 meter.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2.2, onder a, ten behoeve van het bouwen groter dan 250 m² en dieper dan 0,50 meter, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder lid 24.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 24.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met deze dubbelbestemming bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) te slopen.
Het verbod, bedoeld in lid 24.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk op of in gronden ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Archeologie - 5'.
Aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk voor de gronden, als bedoeld in lid 24.5.1, kan het bevoegd gezag het voorschrift verbinden dat de sloopwerken vanaf 0,30 meter boven het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd archeologisch deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 250 m² en de verstoringsdiepte meer is dan 0,50 meter.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kan verbinden aan de omgevingsvergunning voor het slopen.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 5 bedoeld in lid 24.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie - 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
Op of in deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de bestemming bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een hoogte van maximaal 2 meter.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2.2, onder a, ten behoeve van het bouwen groter dan 2500 m² en dieper dan 0,50 meter, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder lid 25.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 25.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met deze dubbelbestemming bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) te slopen.
Het verbod, bedoeld in lid 25.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk op of in gronden ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Archeologie - 6'.
Aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk voor de gronden, als bedoeld in lid 25.5.1, kan het bevoegd gezag het voorschrift verbinden dat de sloopwerken vanaf 0,30 meter boven het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd archeologisch deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 2.500 m² en de verstoringsdiepte meer is dan 0,50 meter.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kan verbinden aan de omgevingsvergunning voor het slopen.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 6 bedoeld in lid 25.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor de waterkering.
Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de in lid 26.1 genoemde bestemming toegestaan met een bouwhoogte van ten hoogste 2 meter.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met in achtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder het peil, niet wordt uitgebreid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2.2 met inachtneming van het volgende:
Voor bouwwerken die op het tijdstip van vaststelling van het plan niet voldoen aan de in het plan voorgeschreven aantallen, afstands-, hoogte-, inhouds-, hellings- of oppervlaktematen, terwijl het bouwwerk krachtens een omgevingsvergunning aanwezig is of gebouwd kan worden, gelden deze afwijkende maten als vervangende regel. Bij vervangende nieuwbouw dient de bebouwing op dezelfde plaats te worden herbouwd.
Bij nieuwbouw en/of uitbreiding van gebouwen dient op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid te worden voorzien en in stand te worden gehouden, overeenkomstig het 'Parkeerbeleid 2017-2020' of het daarvoor in de plaats tredende parkeerbeleid. Hierbij wordt de parkeernorm berekend over het nieuw te bouwen of het te wijzigen gedeelte.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 27.2:
Het aantal toegestane vlaggenmasten bedraagt maximaal 3 per bouwperceel.
Verlichte reclame-uitingen mogen geen licht naar boven uitstralen. Skybeamers zijn niet toegestaan.
Bij een (bedrijfs)woning mag een onoverdekt zwembad worden gebouwd, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te doen of laten gebruiken voor een doel of op een wijze, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming(en).
Als een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, geldt in ieder geval het gebruik van gronden en bouwwerken:
Het aanbieden van bed & breakfast als nevenactiviteit bij een (bedrijfs)woning is toegestaan als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het beroeps- of bedrijfsmatig gebruik van een (bedrijfs)woning en bijbehorende bouwwerken is toegestaan als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit plan voor het overschrijden van de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens, alsmede van de ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelgrens bepaalde minimumafstand door:
Deze regel is van toepassing voor het overschrijden van grenzen voor zover deze niet leiden tot wijziging van bestemmingen.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit plan voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte van ten hoogste 10 meter, indien in de regels van de betreffende bestemming geen afwijkingsbevoegdheid voor bouwwerken geen gebouwen zijnde is opgenomen. Deze afwijkingsbevoegdheid geldt niet voor:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit plan voor het bouwen van een toegangshek bij een (bedrijfs)woning voor de voorgevellijn, mits:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 29.1, 29.2 en 29.3 kan slechts worden verleend, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit plan voor het inrichten of gebruiken van een bijbehorend bouwwerk bij een woning als gastenverblijf, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van:
Deze regels zijn van toepassing voor het overschrijden van grenzen voor zover deze leiden tot wijziging van bestemmingen;
Burgemeester en wethouders kunnen de bij deze regels horende Staat van Bedrijfsactiviteiten wijzigen door de categorie-indeling van bedrijfsactiviteiten te wijzigen indien technologische ontwikkelingen binnen de betreffende bedrijfsactiviteiten daartoe aanleiding geeft.
Een wijziging als bedoeld in lid 30.1 kan slechts worden toegepast, indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - natuurgebieden' zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd als afwegingszone van de aangrenzende natuurgebieden, zoals opgenomen in artikel 2.27 van de Omgevingsverordening Zeeland 2018.
Indien het bevoegd gezag op grond van de andere ter plaatse geldende bestemming(en) toepassing geeft aan een afwijkingsbevoegdheid van de bouwregels of van de gebruiksregels, geldt naast de in het betreffende artikel genoemde voorwaarden ook de voorwaarde dat de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden van het aangrenzende natuurgebied plaatsvindt.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenemententerrein' zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor evenementen.
Uitsluitend de volgende evenementen uit de Lijst van toegelaten evenementen zijn toegestaan:
Ter plaatse van de aanduiding overige zone - oude lint zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het verbeteren van de uitstraling en het creëren van meer samenhang in het beeld van het centrum van Renesse.
Ter plaatse van de aanduiding overige zone - bruisend centrum zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het verbeteren van de uitstraling en het creëren van meer samenhang in het beeld van het centrum van Renesse.
Ter plaatse van de aanduiding overige zone - gezellige ring zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het verbeteren van de uitstraling en het creëren van meer samenhang in het beeld van het centrum van Renesse.
Ter plaatse van de aanduiding overige zone - gezellige ring zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het verbeteren van de uitstraling en het creëren van meer samenhang in het beeld van het centrum van Renesse.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - monumentale boom' zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding van monumentale bomen.
Het is binnen gronden met de aanduiding 'overige zone - monumentale boom' verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 31.7.2 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die reeds in uitvoering dan wel vergund zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 31.7.2 wordt slechts verleend indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - leiding' zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van ondergrondse rioolleidingen.
Voor het bouwen gelden de volgende bouwregels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.8.2, onder a en b, ten behoeve van bebouwing als toegestaan volgens de andere voorkomende bestemmingen, mits door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de leiding en nadat advies is gevraagd aan de betreffende leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te doen of te laten uitvoeren:
Het verbod, bedoeld 31.8.4 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 31.8.4 wordt slechts verleend indien het belang van bescherming van de leiding(en) door de werken niet onevenredig worden geschaad en er door de werken of werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan. Alvorens de vergunning te verlenen, vraagt het bevoegd gezag advies aan de betreffende leidingbeheerder.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Renesse.