Plan: | Bedrijventerreinen Zierikzee 2014 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1676.00088BpAbt-va01 |
het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Zierikzee 2014 met identificatienummer NL.IMRO.1676.00088BpAbt-va01 van de gemeente Schouwen-Duiveland.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens.
blokken van meer dan twee-aaneen gebouwde woningen.
gedeelte van het erf tussen de achtergevellijn en de aan de achterzijde van het gebouw gelegen erfgrens.
het meest achterwaarts gelegen deel van een hoofdgebouw.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een hoofdgebouw tot aan de bouwperceelgrenzen.
de gemiddelde hoogte van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, omringende grond; bij hellende terreinen: het hoogste punt van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, omringende grond.
een horecabedrijf dat zich richt op het verstrekken van maaltijden voor directe consumptie ter plaatse met al dan niet het daarnaast afzonderlijk verstrekken van dranken of kleine etenswaren voor directe consumptie ter plaatse. Tevens bestaat hierbij de mogelijkheid dat consumpties ter plaatse afgehaald worden en niet ter plaatse geconsumeerd worden.
de provinciaal archeoloog van Zeeland, de Rijksarcheoloog van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed of een ander deskundig archeologisch adviesbureau.
de in het kader van dit plan aan het gebied toegekende waarde gekenmerkt door voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen direct onder het aardoppervlak.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een maatvoeringsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
een nevenactiviteit in een bestaande woning waar logies wordt verstrekt en waar eventueel afzonderlijke maaltijden worden verstrekt aan gasten.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.
het gebruik van een gedeelte van een woning en/of een bijbehorend bouwwerk voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijk bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk en dat is gericht op consumentenverzorging en waarvan de omvang zodanig is dat de woonfunctie behouden blijft.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, welke slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon,
het gebruik van een gedeelte van een woning en/of een bijbehorend bouwwerk voor een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, haarverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied.
ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
verhoogd platform voor de ingang van een gebouw bereikbaar via een aantal treden of een trap.
een geometrisch bepaald vlak, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het bebouwen van deze gronden.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct, hetzij indirect steun vindt in of op de grond.
architectonisch ondergeschikte uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van ter plaatse bereide kleine etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak-alcoholische dranken voor consumptie elders dan ter plaatse en niet-alcoholische dranken voor directe consumptie en consumptie elders dan ter plaatse.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleinere etenswaren.
een locatie waar activiteiten plaatsvinden op het gebied van kunst, muziek en cultuur.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop (bijvoorbeeld een showroom), het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
detailhandel in de volgende detailhandelbranches:
detailhandel in grote sportartikelen waaronder in elk geval vallen tenten, kajaks, boten, fitnessapparatuur, campingmeubelen, sportfietsen, tafelvoetbal- en biljarttafels, golfkarretjes en skikoffers.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen zoals bijvoorbeeld een kantoor, uitzendbureau, reisbureau, kapper, schoonheidssalon, fysiotherapeut, belwinkel en internetcafé.
al dan niet omheind stuk grond dat in ruimtelijk opzicht direct behoort bij, in functioneel opzicht ten dienste staat van, en in feitelijk opzicht direct aansluit aan een gebouw en dat, blijkens de kadastrale gegevens behoort tot het bouwperceel waarop dat gebouw is geplaatst.
de grens van het erf.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersonen die bedrijfsmatig ,of van omvang alsof zij bedrijfsmatig is, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte (van een seksinrichting) wordt uitgeoefend.
stoffen behorende tot klasse 1 van het Accord Européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route (ADR), met uitzondering van consumentenvuurwerk zoals gedefinieerd in artikel 1.1.1 van het Vuurwerkbesluit.
een bijbehorend bouwwerk welke ten dienste staat van een woning en welke gebruikt wordt om logies te bieden uitsluitend aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen alsmede andere geluidsgevoelige gebouwen of geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder (Wgh) en artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder (Bgh).
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder (Stbl. 1981, 533) rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld.
denkbeeldige lijn die strak langs de gevel van een gebouw loopt tot aan de bouwperceelgrenzen, dan wel de aangeduide lijn.
een risico als bedoeld in artikel 1.1 onder j van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
akkerbouw, fruitteelt-, en overige tuinbouwbedrijven waaronder bloem- en boomkwekerijen: bedrijven die zich toeleggen op het telen of veredelen van gewassen in of op de open grond (de teelt onder afdekmateriaal en in tijdelijke kweektunnels daarbij begrepen).
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
een bedrijf gericht op het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereidde en al dan niet ter plaatse te nuttigen dranken en/of etenswaren en/of het verstrekken van logies en/of het exploiteren van zaalaccommodaties.
een terrasoverkapping bestaande uit een frame met twee of meer staanders en een ligger waaraan aan weerszijden een zogenaamd uitval- of knikarmscherm is bevestigd.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht), maaltijden en dranken ter plaatse en zaalverhuur voor congressen.
een detailhandelsbedrijf dat zich toelegt op de verkoop via internet en dat zich kenmerkt door de afwezigheid van een winkelruimte waar uitstalling van goederen plaatsvindt, maar waar wel een loketfunctie aanwezig is voor de levering van goederen ter plaatse.
een gebied als bedoeld in artikel 1.1 onder k van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig/bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, ontwerptechnisch of hiermee naar aard gelijk te stellen gebied.
alle vormen van langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Bij de mogelijk hiervoor benodigde extra woonruimte dient er sprake te zijn van bewoning door één huishouden.
Door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut.
gelegenheid waarbij het doel van de onderneming niet primair gericht op de verkoop van goederen, maar slechts ter ondersteuning is van de hoofdactiviteit.
gelegenheid waarbij het doel van de onderneming niet primair gericht op het verstrekken van consumptieve goederen, maar slechts ter ondersteuning is van de hoofdactiviteit. Deze consumptieve gelegenheid richt zich op het verstrekken van etenswaren voor directe consumptie ter plaatse met daarnaast het afzonderlijk verstrekken van dranken voor directe consumptie ter plaatse.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
de risicocontour als bedoeld in artikel 1.1 onder o van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
een inrichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten en andere siergewassen en in samenhang daarmee de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschappen, tuinmeubilair en tuingrond, alsmede voor aanverwante artikelen ten behoeve van dierenverzorging en lifestyle.
blok van twee aaneen gebouwde hoofdgebouwen die door middel van één gemeenschappelijke wand met elkaar zijn verbonden.
recreatie in ruimten die zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie, logeergebouw, pension, kampeermiddel of kampeerhuisje, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de meest naar de weg zijde gekeerde deel van een hoofdgebouw (voorgevel) tot aan de perceelsgrenzen.
een gebouw zonder gemeenschappelijke wand met een ander gebouw.
voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, (riool)gemalen en inlaten.
een detailhandelsbedrijf dat zich toelegt op de verkoop via internet en dat zich kenmerkt door de afwezigheid van een winkelruimte waar uitstalling, verkoop en levering van goederen ter plaatse plaatsvindt.
voor het openbaar verkeer openstaande weg inclusief de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die weg behorende paden en bermen of zijkanten.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
gedeelte van het erf tussen een zijgevellijn en de aan die zijde van het gebouw gelegen erfgrens.
een gevel van een gebouw, die niet een voorgevel of achtergevel is.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen.
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
de brutovloeroppervlakte volgens NEN 5077.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
gemeten in de verticale projectie op het bouwterrein van de grootste buitenwerkse maten van de (denkbeeldige) gevels, exclusief overstekken tot 40 centimeter, boven het afgewerkte maaiveld en eventueel tot het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
Let op: de gebruiks- en de bouwmogelijkheden die in de enkelbestemmingen zijn opgenomen, kunnen worden beperkt door de dubbelbestemmingen of door de bepalingen uit hoofdstuk 3 (de algemene regels). Als bijvoorbeeld de toelaatbare hoogte van bebouwing volgens de vrijwaringszone- molenbiotoop of vrijwaringszone-zichtlijnen lager is dan de maximum hoogte volgens de enkelbestemming, dan geldt deze (lagere) hoogte van de vrijwaringszone als maximum toelaatbare hoogte! |
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwwerk | oppervlakte | inhoud | goothoogte | bouwhoogte | ||||||||
bedrijfsgebouwen en overkappingen | zie onder b | niet geregeld | 6 meter | 9 meter | ||||||||
overkappingen | zie onder b | niet geregeld | 3 meter | 3 meter | ||||||||
bedrijfswoningen | zie onder b | 750 m³ | 6 meter | 10 meter | ||||||||
bijbehorend bouwwerk bij bedrijfswoningen | zie onder b, met een maximum van 40 m² | niet geregeld | 3,3 meter | 6 meter |
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
licht- en vlaggenmasten | 8 meter |
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming Agrarisch te wijzigen in de bestemmingen:
De wijziging als bedoeld in lid 3.5.1 kan slechts worden toegepast indien:
De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor Bedrijventerrein - 1 aangewezen gronden zijn ook bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwwerk | oppervlakte | inhoud | goothoogte | bouwhoogte | |||
bedrijfsgebouwen en overkappingen | zie onder b | niet geregeld | niet geregeld | 10 meter | |||
bedrijfswoningen | zie onder b | 750 m³ | 6 meter | 10 meter | |||
bijbehorend bouwwerk bij bedrijfswoningen | zie onder b, met een maximum van 40 m² | niet geregeld | 3,3 meter | 6 meter |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
licht- en vlaggenmasten | 8 meter |
zendmast, ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' | 40 meter |
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder f voor gebouwen in een bouwvlak op een kortere afstand tot de perceelsgrens, indien op het naastgelegen perceel in een straal van 5 meter rondom het gebouw (gemeten vanaf de gevel) geen andere gebouwen gebouwd zijn of gebouwd mogen worden krachtens een bestemmingsplan en/of verleende omgevingsvergunning.
Het bevoegd gezag kan, met uitzondering van erfafscheidingen vóór de voorgevellijn, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.3 onder a tot een bouwhoogte van ten hoogste 10 meter.
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 en lid 4.4.2 kan slechts verleend worden als:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 4.3 gesteld worden.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Ter plaatse van de aanduidingen 'detailhandel volumineus' en 'specifieke vorm van detailhandel - meubel- en woninginrichting' mag ten hoogste 10% van de brutovloeroppervlakte met een maximum van 150 m² worden gebruikt ten behoeve van een bijbehorend niet-volumineus assortiment.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1.1 onder a door bedrijven en bedrijfsactiviteiten toe te staan die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel bedrijven of bedrijfsactiviteiten toe te staan uit één milieucategorie hoger, indien:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1.2 onder a, c en d, voor de vestiging van detailhandel in volumineuze goederen, indien
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de aanduiding 'detailhandel volumineus' al dan niet in combinatie met de aanduiding 'parkeerterrein' op te nemen op andere gronden dan bedoeld in lid 4.1.2 onder a tot en met d, indien,
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de aanduiding 'parkeerterrein' te verwijderen of een bestaand vlak met deze aanduiding te wijzigen indien aangetoond is dat voldoende parkeerplaatsen aanwezig blijven (op eigen terrein of in een centrale voorziening) conform de parkeernormen uit de CROW publicatie nr. 317 "Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie" (oktober 2012).
De voor Bedrijventerrein - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bedrijven als bedoeld in lid 5.1.1 onder a zijn toegestaan voor zover deze voorkomen op de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:
De voor Bedrijventerrein - 2 aangewezen gronden zijn ook bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwwerk | oppervlakte | inhoud | goothoogte | bouwhoogte | |||
bedrijfsgebouwen en overkappingen | zie onder b | niet geregeld | niet geregeld | 11,5 meter, tenzij op de verbeelding een afwijkende maatvoering is opgenomen | |||
bedrijfswoningen | zie onder b | 750 m³ | 6 meter | 10 meter | |||
bijbehorend bouwwerk bij bedrijfswoningen | zie onder b, met een maximum van 40 m² | niet geregeld | 3,3 meter | 6 meter |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen | 2 meter |
licht- en vlaggenmasten | 8 meter |
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.4.1 kan slechts verleend worden als:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 5.3 gesteld worden.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1.2 sub a tot en met f door bedrijven en bedrijfsactiviteiten toe te staan die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel bedrijven of bedrijfsactiviteiten toe te staan uit één milieucategorie hoger, indien:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5 door uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - afwijkingsgebied' risicovolle inrichtingen toe te staan, onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de specifieke aanduidingen als bedoeld in lid 5.1.3 onder a tot en met c en e tot en met l te verwijderen, indien de betreffende bedrijfsactiviteiten gedurende één jaar zijn beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteiten op korte termijn worden voortgezet.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de aanduidingen als bedoeld in lid 5.1.3 onder n en in lid 5.2.2 onder c te verwijderen, indien het gebruik als dienstwoning is beëindigd en de gronden en/of bouwwerken gedurende ten minste één jaar feitelijk voor een andere functie dan bedrijfswoning in gebruik zijn genomen.
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter | |||
erfafscheidingen elders | 2 meter | |||
licht- en vlaggenmasten | 8 meter | |||
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan, met uitzondering van erfafscheidingen, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.3 tot een bouwhoogte van ten hoogste 10 meter, tenzij op grond van de aanduiding 'vrijwaringszone - zichtlijnen' een lagere bouwhoogte is toegestaan: in dat geval geldt deze lagere maat als maximaal toelaatbare bouwhoogte.
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.4.1 kan slechts verleend worden als:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 6.3 gesteld worden.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Buitenopslag ten dienste van de bestemming is toegestaan voor zover gelegen op het achtererf en met een stapelhoogte van maximaal 3 meter.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied - 3' de bestemming Cultuur en ontspanning te wijzigen in de bestemming Bedrijventerrein - 2 met de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2', indien:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn ook bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||
erfafscheidingen vóór voorgevellijn | 1 meter | |||
erfafscheidingen elders | 2 meter | |||
licht- en vlaggenmasten | 8 meter | |||
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan, met uitzondering van erfafscheidingen, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.3 tot een bouwhoogte van ten hoogste 10 meter.
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1 kan slechts verleend worden als:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 7.3 gesteld worden.
Zelfstandige kantoorfuncties als bedoeld in lid 7.1.1 onder c zijn uitsluitend toegestaan indien:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1.1 onder a door bedrijven en bedrijfsactiviteiten toe te staan die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel bedrijven of bedrijfsactiviteiten toe te staan uit één milieucategorie hoger, indien:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1.2 onder c voor de vestiging van detailhandel in volumineuze goederen, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de aanduiding 'detailhandel volumineus' al dan niet in combinatie met de aanduiding 'parkeerterrein' op te nemen, indien
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de aanduiding 'parkeerterrein' te verwijderen of een bestaand vlak met deze aanduiding te wijzigen indien aangetoond is dat voldoende parkeerplaatsen aanwezig blijven (op eigen terrein of in een centrale voorziening) conform de parkeernormen uit de CROW publicatie nr. 317 "Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie" (oktober 2012).
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||
antennes | 5 meter | |||
speelvoorzieningen | 4 meter | |||
licht- en vlaggenmasten | 8 meter | |||
openbare nutsvoorzieningen | 3,5 meter | |||
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan, met uitzondering van overkappingen en erfafscheidingen, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.3 tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter, tenzij op grond van de aanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop en/of 'vrijwaringszone - zichtlijnen' een lagere bouwhoogte is toegestaan: in dat geval geldt deze lagere maat als maximaal toelaatbare bouwhoogte.
De in lid 8.3.1 genoemde afwijking kan slechts worden verleend, mits
De voor 'Groen - Landschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2, onder b ten behoeve van een geluidscherm dat wordt gebouwd op een geluidwerende grondwal tot een bouwhoogte van maximaal 2 meter ten opzichte van het hoogste punt van de grondwal.
De in lid 9.3.1 genoemde afwijking kan slechts worden verleend, mits dit noodzakelijk is vanuit het oogpunt van geluidhinder en het belang van een goede landschappelijke inpassing niet onevenredig wordt geschaad.
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 9.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.4.1 wordt slechts verleend indien de werken of werkzaamheden, direct of indirect, geen onevenredige aantasting van de landschappelijke inpassing tot gevolg hebben.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
licht- en vlaggenmasten | 8 meter |
terrasschermen | 1,5 meter |
parasols | 5 meter |
horecaterrasoverkappingen | 4 meter |
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan, met uitzondering van erfafscheidingen, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.3 voor een grotere bouwhoogte van de in de tabel genoemde categorie 'overige bouwwerken, geen gebouw zijnde' tot een bouwhoogte van ten hoogste 10 meter.
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.4.1 kan slechts verleend worden als:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 10.3 gesteld worden.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend de buitenopslag van goederen.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter | |||
erfafscheidingen elders | 2 meter | |||
licht- en vlaggenmasten | 8 meter | |||
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan, met uitzondering van erfafscheidingen, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.3 tot een bouwhoogte van ten hoogste 10 meter.
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.4.1 kan slechts verleend worden als:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 11.3 gesteld worden.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend de buitenopslag van goederen.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming Maatschappelijk te wijzigen in de bestemming Bedrijventerrein - 1, waarbij een bouwvlak, al dan niet voorzien van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' kan worden opgenomen gelijk aan het bouwvlak zoals opgenomen in dit plan, indien de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter | |||
erfafscheidingen elders | 2 meter | |||
licht- en vlaggenmasten | 8 meter | |||
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan, met uitzondering van erfafscheidingen, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.3 tot een bouwhoogte van ten hoogste 10 meter.
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.4.1 kan slechts verleend worden als:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 12.3 gesteld worden.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming Recreatie te wijzigen in de bestemming Bedrijventerrein - 2 met de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1' waarbij een bouwvlak gelijk aan het bouwvlak zoals opgenomen in dit plan kan worden opgenomen, indien
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter | |||
erfafscheidingen elders | 2 meter | |||
licht- en vlaggenmasten | 8 meter | |||
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan, met uitzondering van erfafscheidingen, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.3 tot een bouwhoogte van ten hoogste 10 meter, tenzij op grond van de aanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop en/of 'vrijwaringszone - zichtlijnen' een lagere bouwhoogte is toegestaan: in dat geval geldt deze lagere maat als maximaal toelaatbare bouwhoogte .
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.4.1 kan slechts verleend worden als:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 13.3 gesteld worden.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als uitstallings-, opslag-, standplaats van kampeermiddelen.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||
antennes | 5 meter | |||
speelvoorzieningen | 4 meter | |||
licht- en vlaggenmasten | 8 meter | |||
openbare nutsvoorzieningen | 3,5 meter | |||
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 3 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning, met uitzondering van erfafscheidingen en overkappingen, afwijken van het bepaalde in lid 14.2.3 tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter, tenzij op grond van de aanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop en/of 'vrijwaringszone - zichtlijnen' een lagere bouwhoogte is toegestaan: in dat geval geldt deze lagere maat als maximaal toelaatbare bouwhoogte.
De omgevingsvergunning als bedoeld in 14.4.1 kan slechts worden verleend, mits:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 14.3 gesteld worden.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van het bepaalde in lid 15.2 tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter, tenzij op grond van de aanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop en/of 'vrijwaringszone - zichtlijnen' een lagere bouwhoogte is toegestaan: in dat geval geldt deze lagere maat als maximaal toelaatbare bouwhoogte.
De omgevingsvergunning als bedoeld in 15.3.1 kan slechts worden verleend, mits:
De voor 'Waterstaatswerk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming toegestaan:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste de navolgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen | 2 m |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 5 m |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwaanduidingsvlak | afstand |
vrijstaand | 3 meter |
aaneengebouwd | niet nader bepaald |
Bij iedere woning mogen binnen het bouwvlak bijbehorende bouwwerken (inclusief overkappingen) worden gebouwd, met inachtneming van het volgende:
bouwaanduidingsvlak | bijbehorend bouwwerk aan de zij- of achtergevel | vrijstaand bijbehorend bouwwerk | |
vrijstaand | 3 meter | 3 meter (aan één zijde) | |
aaneengebouwd | niet nader bepaald | niet nader bepaald |
Ter plaatse van de aanduiding 'garagebox' mogen berg- en werkruimten worden gebouwd ten behoeve van (elders gelegen) woningen, met inachtneming van het volgende:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt ten hoogste de volgende maten:
Bouwwerk | Bouwhoogte |
lichtmasten en overige masten | 8 meter |
erfafscheidingen voor de voorgevellijn | 1 meter |
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 2 meter |
Bij woningen mogen onoverdekte zwembaden worden gebouwd, mits:
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2.2 voor de bouw van een vrijstaande woning en voor twee-aaneen gebouwde woningen ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd', mits:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 17.4.2 kan slechts worden verleend, indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 17.3 gesteld worden.
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in elk geval gerekend het inrichten en/of gebruiken van een bijbehorend bouwwerk of een huishoudelijke berg- of werkruimte als:
Het aanbieden van bed & breakfast in een woning is toegestaan als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het beroepsmatig of bedrijfsmatig gebruik van een woning en bijbehorende bouwwerken is toegestaan als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.5.2 onder b voor beroepsmatig of bedrijfsmatig gebruik van een woning en bijbehorende bouwwerken tot een oppervlakte van ten hoogste 50 m² als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Waarde - Archeologie - 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 18.1 genoemde bestemming worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte van maximaal 2 meter.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2.2, onder a ten behoeve van het bouwen groter dan 2.500 m² en dieper dan 0,50 meter, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder lid 18.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen, vraagt het bevoegd gezag aan de archeologisch deskundige advies over het criterium als bedoeld in lid 18.3.1. Bij een negatief advies verzoekt het bevoegd gezag de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 18.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
Het is verboden binnen deze bestemming zonder, of in afwijking van een omgevingsvergunning een bouwwerk te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 18.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden die:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk.
Aan de omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk voor de gronden, als bedoeld in lid 18.5.1, kan het bevoegd gezag het voorschrift verbinden dat de sloopwerken vanaf 0,30 meter boven het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 2.500 m² en de verstoringsdiepte meer is dan 0,50 meter.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kan verbinden aan de omgevingsvergunning voor het slopen.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 6', als bedoeld in lid 18.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie - 7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 19.1 genoemde bestemming worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte van maximaal 2 meter.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2.2, onder a ten behoeve van het bouwen groter dan 5.000 m² en dieper dan 0,50 meter, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder lid 19.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen, vraagt het bevoegd gezag aan de archeologisch deskundige advies over het criterium als bedoeld in lid 19.3.1. Bij een negatief advies verzoekt het bevoegd gezag de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 19.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
Het is verboden binnen deze bestemming zonder, of in afwijking van een omgevingsvergunning een bouwwerk te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 19.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk.
Aan de omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk voor de gronden, als bedoeld in lid 19.5.1, kan het bevoegd gezag het voorschrift verbinden dat de sloopwerken vanaf 0,30 meter boven het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 5.000 m² en de verstoringsdiepte meer is dan 0,50 meter.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kan verbinden aan de omgevingsvergunning voor het slopen.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 7, als bedoeld in lid 19.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Landschappelijk waardevolle dijk' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van landschappelijke en/of cultuurhistorische waarde van de dijk.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met in achtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien de omgevingsvergunning betrekking heeft op vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder het peil, niet wordt uitgebreid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2, indien de bij de betrokken andere bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen en de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van de dijk niet substantieel wordt geschaad.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in lid 20.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 20.4.1 wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden de landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet substantieel worden geschaad.
De voor 'Waarde - Stads- en dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van het historisch en ruimtelijk karakter van het beschermd stadsgezicht Zierikzee.
Gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de bepalingen die gelden op grond van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en).
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de vormgeving, kleurstelling en het materiaalgebruik voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, alsmede aan de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met de dubbelbestemming Waarde - Stads- en dorpsgezicht bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 21.4.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 21.4.1 kan slechts worden verleend, indien:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor de waterkering.
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 22.1 genoemde bestemming worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een bouwhoogte van ten hoogste 2 meter.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met in achtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien de omgevingsvergunning betrekking heeft op vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder het peil, niet wordt uitgebreid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2.2 met inachtneming van het volgende:
Voor bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan niet voldoen aan de in het plan voorgeschreven afstands-, hoogte-, inhouds-, hellings- en/of oppervlaktematen, terwijl het bouwwerk krachtens een omgevingsvergunning aanwezig is of gebouwd kan worden, gelden deze afwijkende maten als vervangende regel. Bij vervangende nieuwbouw dient de bebouwing op dezelfde plaats te worden herbouwd.
Het aantal toegestane vlaggenmasten bedraagt maximaal 3 per bouwperceel.
Verlichte reclame-uitingen, waaronder skybeamers worden begrepen, mogen geen licht naar boven uitstralen.
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te doen of laten gebruiken voor een doel of op een wijze, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming(en).
Als een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, geldt in ieder geval het gebruik van gronden en bouwwerken:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.1 wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op nieuwe geluidsgevoelige bebouwing als gevolg van industrielawaai.
Het is - met uitzondering van herbouw ten behoeve van een bestaande geluidsgevoelige functie - niet toegestaan om gebouwen ten behoeve geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder te bouwen dan wel het gebruik van gebouwen om te zetten ten behoeve van geluidsgevoelige functies.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - leiding' zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van ondergrondse rioolleidingen.
Voor het bouwen gelden de volgende bouwregels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2.2 onder a en b ten behoeve van bebouwing als toegestaan volgens de andere voorkomende bestemmingen, mits door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de leiding en nadat advies is gevraagd aan de betreffende leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld 25.2.4 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 25.2.4 wordt slechts verleend indien het belang van bescherming van de leiding(en) door de werken niet onevenredig worden geschaad en er door de werken en/of werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan. Alvorens de vergunning te verlenen, vraagt het bevoegd gezag advies aan de betreffende leidingbeheerder.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het in stand houden van de cultuurhistorische belangen van molens als werktuig en als beeldbepalend element door het beschermen van de windvang van de molens.
De bouwhoogte van bouwwerken bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven maat, tenzij op grond van de geldende bestemming(en) van de betreffende gronden voor het betreffende bouwwerk reeds een lagere maximale hoogte is toegestaan.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het vorige lid, ten behoeve van een bouwwerk dat is toegelaten op grond van de overige regels van dit bestemmingsplan, indien
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - zichtlijnen' zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de zichtlijn op de binnenstad van Zierikzee.
De bouwhoogte van bouwwerken bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven maat, tenzij op grond van de geldende bestemming(en) van de betreffende gronden voor het betreffende bouwwerk reeds een lagere maximale hoogte is toegestaan.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit plan voor het overschrijden van de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens, alsmede van de ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelgrens bepaalde minimumafstand door:
Deze regel is van toepassing voor het overschrijden van grenzen voor zover deze niet leiden tot wijziging van bestemmingen.
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 26.1 kan slechts worden verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van:
Deze regel is van toepassing voor het overschrijden van grenzen voor zover deze leiden tot wijziging van bestemmingen;
Burgemeester en wethouders kunnen de bij deze regels horende Staat van Bedrijfsactiviteiten wijzigen door de categorie-indeling van bedrijfsactiviteiten te wijzigen indien technologische ontwikkelingen binnen de betreffende bedrijfsactiviteiten daartoe aanleiding geeft.
De wijziging als bedoeld in 27.1 kan slechts worden toegepast, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De voorschriften van stedenbouwkundige aard en bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de Bouwverordening van de gemeente Schouwen-Duiveland blijven buiten toepassing, behalve ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Zierikzee 2014.