direct naar inhoud van 3.3 Historie
Plan: Bebouwde kom Bruinisse
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00026BpAwk-va01

3.3 Historie

Vroeger bestond Schouwen-Duiveland uit twee aparte eilanden: Schouwen en Duiveland, die door de Gouwe van elkaar gescheiden waren. In 976 wordt voor het eerst de naam Schouwen als 'Scaldis' vermeld (de oude naam voor de Schelde); later werd het gebied 'Scolden' of 'Scouden' genoemd. In 1206 werd het gebied ten oosten van de Gouwe voor het eerst vermeld als 'Duvinlant' en 'Duvelant', hetgeen betekent 'land behorend aan Duva (een vrouwennaam)'. Vroege bewoning en intensief grondgebruik concentreerde zich op het zogenaamde oudland, dat gekenmerkt werd door kreekruggen en poelgronden. Oudland vinden we op Schouwen, en een klein deel van Duiveland. Het overgrote deel van Duiveland was echter nieuwland, gebieden gelegen buiten het door de ringdijk omsloten oudland en die vanaf het midden van de 13e eeuw op de zee werden veroverd. De Bruinissepolder is een van de laatste polders die op de zee werd veroverd, de schorren aan de oostpunt van Duiveland werden in 1468 bedijkt.

afbeelding "i_NL.IMRO.1676.00026BpAwk-va01_0007.jpg"

Voorheen bestond Schouwen-Duiveland uit meerdere separate eilanden

In de Middeleeuwen is het huidige bewoningspatroon ontstaan. Verspreid over de verschillende eilanden ontstonden nederzettingen, waarin de bewoning zich concentreerde. In de nieuwlandpolders verrezen nieuwe dorpen, vaak langs wegen en dijken. Vanaf de 15e eeuw werd een speciaal type nederzetting gebouwd: het voorstraatdorp. Het waren vooral de grotere polders waarin deze nieuwe dorpen ontstonden. De bebouwing werd neergezet aan de voorstraat, die meestal loodrecht op de dijk werd aangelegd. Eventuele dorpsuitbreidingen werden gerealiseerd door parallel aan de voorstraat een of twee achterstraten te leggen. Achter de dijk ligt meestal een haven, tenzij er verdere inpolderingen hebben plaatsgevonden. De dijk zelf wordt doorgaans niet bebouwd, benedendijkse bebouwing aan de polderzijde komt wel voor. De voorstraatdorpen vervulden een verzorgende functie; ze waren overwegend niet-agrarisch van karakter. De boerderijen lagen buiten de dorpen, temidden van het bijbehorende land. Bruinisse is een typisch voorbeeld van een voorstraatdorp.

afbeelding "i_NL.IMRO.1676.00026BpAwk-va01_0008.jpg"

Historische kaart van circa 1850

Het op de plek van Bruinisse gestichte dorp werd aanvankelijk Oost-Duiveland genoemd, maar uiteindelijk kreeg de oudere naam Bruinisse de overhand. In deze naam is "nisse" een ander woord voor landtong, "bruin" is waarschijnlijk afgeleid van een persoonsnaam, maar kan ook verwijzen naar de bruine kleur van de schorren. Bruinisse is van oudsher het aanlandingspunt aan de oostzijde van het eiland Schouwen-Duiveland.