direct naar inhoud van Artikel 18 Water
Plan: Bebouwde kom Bruinisse
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00026BpAwk-va01

Artikel 18 Water

18.1 Bestemmingsomschrijving
18.1.1 De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  • a. waterpartijen en (primaire) waterlopen, zoals sloten, watergangen en singels;
  • b. en voor:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water – deltawater': tevens voor watergebonden recreatie, beroepsvaart en –visserij en voor behoud en/of versterking van de aanwezige natuurwaarden;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'haven': tevens voor het afmeren van (beroeps)vaartuigen en de opslag van mosselzaadinvanginstallaties in het water;
  • c. taluds, bermstroken, oevers, bruggen, steigers, ondergeschikte groenvoorzieningen en andere tot de bestemming behorende waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede voor het tijdelijk afmeren van vaartuigen.

18.1.2 Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 18.1.1 bedoelde bestemming bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

18.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

18.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals steigers, mosselzaadinvanginstallaties, aanlegplaatsen, remwerken of verlichting bedraagt maximaal 10 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 2 meter.

18.3 Afwijken van de bouwregels
18.3.1 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2.1 sub b tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter, mits de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.

18.4 Specifieke gebruiksregels
18.4.1 Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt gerekend:
  • a. het permanent innemen van een ligplaats ten behoeve van de pleziervaart ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water – deltawater'.

18.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
18.5.1 Het is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - deltawater' verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren:
  • a. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen van bij eb droogvallende gronden;
  • c. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen;
  • d. het aanleggen van bovengrondse kabels of leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

18.5.2 Uitzonderingen

Het in lid 18.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

18.5.3 Toelaatbaarheid
  • a. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in lid 18.5.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de aanwezige natuur- en landschapswaarden.
  • b. alvorens de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, vraagt het bevoegd gezag aan de natuur- en landschapsdeskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in lid 18.5.3, sub a.;
  • c. overtreding van het verbod in artikel 18.5.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.