direct naar inhoud van Artikel 16 Sport
Plan: Bebouwde kom Bruinisse
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00026BpAwk-va01

Artikel 16 Sport

16.1 Bestemmingsomschrijving
16.1.1 De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  • a. dagrecreatieve voorzieningen;
  • b. en voor:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld': tevens voor sportvelden;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - tribune op grondtalud': een tribune verwerkt in een grondtalud met bijbehorende overkapping;
    • 3. ter plaats evan de aanduiding 'specifieke vorm van sport - tribune': een overdekte tribune;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'tennisbaan': tevens voor tennisbanen;
    • 5. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport – sportveld met verlichting': sportvelden met lichtmasten;
  • c. sportkantines uitsluitend ten dienste van de in lid 16.1.1, sub a. en b. bedoelde voorzieningen;
  • d. wegen, parkeervoorzieningen, waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

16.1.2 Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 16.1.1 bedoelde bestemming worden gebouwd:
  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
16.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

16.2.1 Gebouwen
  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht, met in achtneming van het op de verbeelding opgenomen bebouwingspercentage daar waar een dergelijk percentage is opgenomen op de verbeelding;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen mogen maximaal de op de verbeelding aangeduide maat bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde in lid 16.2.1, sub a. mogen buiten het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gebouwen en overkappingen worden opgericht ten behoeve van de sportbeoefening, met een oppervlakte van maximaal 20 m² en de bouwhoogte van maximaal 2,50 meter;
  • d. in afwijking van het bepaalde in lid 16.2.1, sub a. mogen buiten het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gebouwen en overkappingen worden opgericht ten behoeve van opslag en berging, met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 50 m² en een bouwhoogte van maximaal 4 meter;
  • e. bij toepassing van hellende dakvlakken mag de dakhelling maximaal 55° bedragen.

16.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met in achtneming van het op de verbeelding opgenomen bebouwingspercentage daar waar een dergelijk percentage is opgenomen op de verbeelding;
  • b. in aanvulling op het bepaalde in 16.2.2, sub a. mogen overkappingen tevens worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - tribune op grondtalud';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - tribune' mag de oppervlakte van de tribune maximaal 150 m² bedragen en de bouwhoogte maximaal 6 meter;
  • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:
    • 1. overkappingen: 3 meter, tenzij anders bepaald in lid 16.2.1, sub c., 16.2.1, sub d., 16.2.2, sub c. en 16.2.2., sub f.;
    • 2. speeltoestellen: 4 meter;
    • 3. lichtmasten: 16 meter;
    • 4. vlaggenmasten: 12 meter;
    • 5. ballenvangers: 6 meter;
    • 6. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 4 meter.
  • f. in afwijking van het bepaalde in lid 16.2.2, sub a. mogen buiten het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gebouwen en overkappingen worden opgericht ten behoeve van de sportbeoefening, met een oppervlakte van maximaal 20 m² en de bouwhoogte van maximaal 2,50 meter;
  • g. in afwijking van het bepaalde in lid 16.2.2, sub a. mogen buiten het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gebouwen en overkappingen worden opgericht ten behoeve van opslag en berging, met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 50 m² en een bouwhoogte van maximaal 4 meter;
  • h. in afwijking van het bepaalde in lid 16.2.2 sub e. mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - tribune op grondtalud' de bouwhoogte van een overkapping maximaal 10 meter bedragen.

16.3 Nadere eisen
16.3.1 Het bevoegd gezag mag, bij het verlenen van een omgevingsvergunning, nadere eisen stellen ten aanzien van:
  • a. de plaatsing van gebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten opzichte van de bouwperceelsgrens en ten opzichte van elkaar;
  • b. de dakhelling van hellende dakvlakken van gebouwen;
  • c. de plaatsing en vormgeving van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

16.3.2 Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten.

16.4 Afwijken van de bouwregels
16.4.1 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
  • a. lid 16.2.1 sub e. tot een steilere dakhelling;
  • b. lid 16.2.2 sub c. onder 6 tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter.

16.4.2 De in lid 16.4.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden verleend, mits:
  • a. dit passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.