direct naar inhoud van Artikel 11 Natuur
Plan: Buitengebied Maasdonk 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1671.BPBG2009MD000004-01VA

Artikel 11 Natuur

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
  • b. behoud, herstel en ontwikkeling van kleinschalige natuur- en landschapselementen, bestaande uit graslanden, heideveldjes, (gerief)-bosjes, weg- en erfbeplanting, houtwallen en -singels en boomgroepen;
  • c. instandhouding van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • d. houtproductie;
  • e. wandel- en fietspaden en bestaande (onverharde) wegen;
  • f. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • g. extensief recreatief medegebruik;

Onder het doel 'behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden' is de instandhouding begrepen van bos en de natuur- en landschapswaarden behorend tot stuifzandbos, zijnde bosvegetatie bestaande uit een combinatie van natuur- en cultuurbossen.

11.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. het bouwen van gebouwen is niet toegestaan, met uitzondering van bestaande gebouwen;
  • b. de maatvoering van de bebouwing dient te voldoen aan de eisen die in de navolgende tabel zijn gesteld:
Bouwwerken   Maximale goothoogte in m   Maximale bouwhoogte in m   Maximale oppervlakte in m²   Maximale inhoud in m³  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erfafscheidingen   -   2   -   -  

11.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 11.2 sub ten behoeve van het bouwen van hogere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits:
    • 1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 6 m.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) van het bevoegd gezag op en in de in lid 11.1 bedoelde gronden de volgende werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren:
    • 1. Het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem.
    • 2. Het diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen, allen dieper dan 0,60 m onder maaiveld, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd, alsmede de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van bestaande drainage.
    • 3. Het vellen en rooien van houtgewas en andere opgaande beplanting;
    • 4. Het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, watergangen, greppels, kolken en overige natuurlijke oppervlaktewateren, alsmede het anderszins verlagen van de waterstand.
    • 5. Het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m².
    • 6. Het verwijderen van onverharde wegen of paden.
    • 7. Het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur.
  • b. Het in sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
    • 1. waarvoor op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden is verleend;
    • 2. welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren en hiervoor een vergunning is verleend;
    • 3. welke het normale onderhoud en beheer betreffen.
  • c. De in sub a bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien:
    • 1. de ontwikkeling en het behoud van de natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast;
    • 2. die werken of werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband met het natuurbeheer dan wel de recreatieve functie.