direct naar inhoud van 3.3 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Buitengebied Roerdalen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG02

3.3 Cultuurhistorie en archeologie

In de regio zijn vele restanten van de bewoningsgeschiedenis in de grond bewaard gebleven. Het gaat bijvoorbeeld om vuursteen (9000 jaar oud). Andere vondsten van latere periodes zijn geslepen vuurstenen bijlen, bronzen bijlen, een zwaard, potscherven, urnen met crematieresten en bijzondere voorwerpen zoals munten en sieraden. Nabij het Roerdal werd in het Linnerveld bij archeologische opgravingen de oudste tekening (op een steen) van Nederland gevonden.

In de middeleeuwen ontstonden vluchtbergen en zogenaamde boerenschansen in moerassen en langs rivieren en beken waar in tijden van nood de bevolking en het vee naar toe konden vluchten. De 'bolberg' bij Posterholt, naast de tegenwoordige Leigraaf, is een voorbeeld.

Ook in het dal van de Rode Beek tussen de Keulsebaan en Vlodrop Station, bevinden zich restanten van een dergelijke versterking met grondwallen. Daarnaast zijn er binnen de gemeente nog vele kastelen, landgoederen, hoeves en typisch Limburgse boerderijen van recenter datum te vinden. Vermeldenswaardig is vooral de kasteelruïne van Montfort, in 1263 verkreeg Montfort al stadsrechten. Voorbeelden van kastelen en landhuizen zijn Kasteel Daelenbroek bij Herkenbosch en het Stenen Huis bij Vlodrop, Huis Frymerson en Huis Hoosden bij St. Odiliënberg, landgoed Rozendaal bij Montfort en landgoed Aerwinkel bij Posterholt/Reutje.

Tot slot bevinden zich vele karakteristieke boerenhoeves binnen het plangebied waarvan de hoeve De Voorhof (bij de kasteelruïne Monfort), de Oudenhof, Borgshof en De Donk bij Posterholt, de Tonnedenhof bij Melick, de Beatrixhof bij Herkenbosch en de hoeves Moorsel en de Triest bij Vlodrop.

Er wordt onderscheid gemaakt in historisch grondgebruik, occupatiegeschiedenis en archeologie.

Grondgebruik

Het plangebied omvat een landschap dat van oudsher sterk agrarisch van aard is. Grote delen van het gebied waren lange tijd ook voor het landbouwkundige gebruik niet geschikt, hetzij omdat ze hiervoor te droog waren (hooggelegen stuifzandgebieden) hetzij omdat ze daarvoor te nat waren (laaggelegen broekgebieden). De kernen liggen, van oudsher op de overgangen tussen hoog en laag, tussen droog en nat.

In de loop van de eeuwen is het grootste deel van de gronden in agrarisch gebruik geraakt, mede doordat veel van de gronden voor akkerbouw geschikt waren. In het algemeen was sprake van een gemengde agrarische bedrijfsvoering van akkerbouw en veehouderij. Naast de bouwlandcomplexen met hun es-achtige verkaveling (met daarop aansluitende straatdorpen en -gehuchten) naast de weidegronden in de beekdalen en in andere laaggelegen plekken in het landschap, bleven nog grote complexen woestliggende gronden over. De natte gebieden werden als weidegronden voor het vee en als hooiland gebruikt. De uitgestrekte heidegebieden werden vaak gezamenlijk gebruikt voor het weiden van schapen en winnen van plaggen en strooisel ten behoeve van de verbetering van de bouwlanden.

Op de allerdroogste delen werd, eind vorige eeuw en begin deze eeuw, bos aangeplant voor mijnhout om zandverstuiving te voorkomen.

Occupatiegeschiedenis

Grote delen van het plangebied zijn reeds eeuwenlang in agrarisch gebruik, waarbij nederzettingen in eerste instantie op de hogere gronden langs beken en rivieren zijn ontstaan. De oeverwallen van de grote rivieren waren van oudsher geschikte landbouwgronden en waren relatief vrij van de invloed van de rivier. Wel waren de rivieren van groot belang voor het onderhouden van handelsbetrekkingen.

Limburg kent in ieder geval sinds de Romeinse tijd een vestigingsgeschiedenis. Melick is als Mederiacum bekend van de Peutingerkaart, een middeleeuwse kopie van een Romeinse kaart uit de 4e eeuw. Op de Lorberg in Melick is een Romeinse villa gelokaliseerd en op de overgang akkergebieden-vroegere heide zijn in Melick Romeinse grafvelden gevonden.

Recent werd langs de Vlootbeek bij Montfort een grote muntvondst gedaan uit de Romeinse tijd. Op de Steenheuvel in de Meinweg zijn recent Celtic Fields, prehistorische akkercomplexen ontdekt.

Ook is van St. Odiliënberg bekend dat dit al in de 8e eeuw is ontstaan als koningsgoed van de zogenaamde Pippinieden, een Frankische adellijke familie die diverse landgoederen heeft opgebouwd in noordelijke richting langs de Maas.

De aanwezigheid van een koningschap impliceert dat ook in die tijd al een agrarische samenleving aanwezig was waar het koningschap op was gebaseerd.

Archeologie

Het plangebied bestaat voor een deel uit gronden die reeds lang in gebruik zijn, zoals de gronden langs de Roer en de Vlootbeek. Het is dan ook niet verwonderlijk dat aan deze gronden door het RCE (Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed) een hoge archeologische verwachtingswaarde wordt toegekend. In grote lijnen hebben alleen de echt laaggelegen gebieden (Roerdal en Lagere Zandgrondengebied) een lage verwachtingswaarde.

Binnen het plangebied liggen archeologisch waardevolle terreinen zoals deze zijn opgenomen op de archeologische verwachtingswaardenkaart. Het betreft in hoofdzaak vindplaatsen met steentijdvondsten. Daarnaast zijn er waarnemingen bekend uit andere perioden zoals de ijzertijd, Romeinse tijd en middeleeuwen.

Opgaven voor het bestemmingsplan

  • Bescherming van de cultuur-historische landschappelijke waarden. Het betreft de landschappelijke openheid, de landschappelijke beslotenheid in de vorm van bossages, houtwallen en lanen en de geomorfologische waarden in de vorm van hoogterrassen en steilranden langs waterlopen en bouwlanden.
  • Bescherming van cultuurhistorische en archeologische waarden mede via omgevingsvergunningen. Basis hiervoor zijn de bescherming zoals deze in de vigerende bestemmingsplannen reeds zijn opgenomen en de archeologieverordening.