Plan: | Buitengebied Roerdalen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG02 |
Provinciaal Omgevingsplan Limburg
Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL2006) is een structuurvisie als bedoeld in de Wro. Het bevat de beleidsuitgangspunten op het gebied van wonen en werken, waterhuishouding, milieu en verkeer en vervoer. Het is tevens een economisch beleidskader, aangezien het de hoofdlijnen van de fysieke onderdelen van het economische en sociaal-culturele beleid bevat. Het POL2006 is een plan op hoofdlijnen waarbij nadere concretisering in uitvoeringsprogramma's plaatsvindt.
Thema's uit het POL zijn:
De provincie onderkent op grond van de aanwezige kenmerken en waarden in combinatie met de ontwikkelingsmogelijkheden een basis voor een gebiedsgerichte aanpak op meerdere niveaus: stedelijke gebieden naast landelijke gebieden, en daarop voortbordurend het onderscheiden van (negen) perspectieven. Dit vertaalt zich in visies op de ontwikkeling van beleidsregio's. Realisatie van de ontwikkeling(en) en borging van de kwaliteit en vraagt een actieve opstelling, niet alleen van de provincie maar vooral ook van de regionale partners.
De perspectieven
De variatie in gebiedskenmerken vormt de basis voor een gebiedsgerichte aanpak. Daarbij worden negen perspectieven onderscheiden met uiteenlopende visies op ontwikkelingsmogelijkheden (P1 t/m P9).
Figuur 2.1 POL, kaart 1 perspectieven
In het buitengebied van Roerdalen zijn de volgende perspectieven onderscheiden:
- Ecologische hoofdstructuur (EHS, P1):
Het beschermen en realiseren van een samenhangende robuuste structuur van natuur- en bosgebieden en verbindingen daartussen staat centraal. Voor ontwikkelingen die de wezenlijke kenmerken en waarden van deze gebieden aantasten of de nagestreefde natuurontwikkeling belemmeren geldt het 'nee, tenzij'-regime. Als dergelijke activiteiten toch worden toestaan moet compensatie plaatsvinden.
- Provinciale ontwikkelingszone groen (POG, P2):
Het beleid is gericht op het versterken en ontwikkelen van natuur- en landschapswaarden. De aanwezige waarden zijn richtinggevend voor ontwikkelingen op andere terreinen. Daarnaast ook om het in stand houden van een goede toeristisch-recreatieve structuur en een op het landschap georiënteerde landbouw.
- Veerkrachtige watersystemen (P3):
De ontwikkeling van deze gebieden is allereerst gericht op het bieden van ruimte aan water. Daarbinnen zijn er goede mogelijkheden voor ontwikkeling van de grondgebonden landbouw en recreatie. In het Maasdal is de Beleidslijn Grote Rivieren een belangrijk regulerend instrument.
- Vitaal landelijk gebied (P4):
De inrichting van de gebieden wordt in belangrijke mate bepaald door de landbouw met een van gebied tot gebied verschillende aard en dichtheid aan omgevingskwaliteiten. Er zijn ook ontwikkelingsmogelijkheden voor de toeristische sector, verbrede landbouw en kleinschalige dienstverlenende bedrijven. De bedrijven kunnen zich verder ontwikkelen, al zijn er wel beperkingen voor de niet-grondgebonden landbouw.
- Ontwikkelingsruimte voor Landbouw en toerisme (P5a):
De inrichting van de gebieden wordt in belangrijke mate bepaald door de landbouw, waarbij plaatselijk omgevingskwaliteiten ook aan de orde kunnen zijn. Er zijn ontwikkelingsmogelijkheden voor de toeristische sector, verbrede landbouw en kleinschalige dienstverlenende bedrijven. De bedrijven kunnen zich verder ontwikkelen, al zijn er wel beperkingen voor de niet-grondgebonden landbouw.
Figuur 2.1 geeft op hoofdlijnen de ligging van de perspectieven aan. Binnen deze gebieden kunnen op kleine schaal functies (woonbebouwing, infrastructuur, bedrijven) voorkomen die niet volledig passen bij het beoogde perspectief. Op bestemmingsplanniveau vindt verdere detaillering plaats.
De provincie Limburg heeft een integrale POL-herziening in voorbereiding. In deze integrale herziening worden ook nieuwe inzichten met betrekking tot de EHS meegenomen.
Limburgs kwaliteitsmenu (2010)
Het Limburgs Kwaliteitsmenu is een verplicht instrumentarium voor gemeenten om noodzakelijke of wenselijke ontwikkelingen in het buitengebied te kunnen combineren met gewenste kwaliteitsverbetering van datzelfde buitengebied. Om dit doel te bereiken dienen gemeenten het kwaliteitsmenu op gemeentelijk niveau uit te werken en in het gemeentelijke beleid, de structuurvisie, vast te leggen.
Het kwaliteitsmenu is van toepassing op (niet onaanvaardbare) ontwikkelingen buiten de, rond de plattelandskernen getrokken, contour die middels een bestemmingsplanwijziging mogelijk worden gemaakt. Het kenmerkende voor de bedoelde ontwikkelingen is dat het (nieuwe) functies zijn die een nieuw ruimtebeslag leggen op het 'maagdelijke' buitengebied en/of met nieuwe verstening en verglazing gepaard gaan. Het gaat dan om nieuwe woningen, nieuwe woongebieden, uitbreidingen van agrarische bedrijven, nieuwe agrarische bedrijven, glastuinbouw, recreatieve en toeristische functies, niet-agrarische bedrijven en bedrijventerreinen De contouren blijven, ook met de introductie van het Limburgs kwaliteitsmenu, van kracht.
Het Limburg kwaliteitsmenu is in de ontwerp Structuurvisie 'Roerdalen 2030' uitgewerkt in een kwaliteitsmenu voor Roerdalen. Dit kwaliteitsmenu wordt verwerkt in het bestemmingsplan.
Provinciale beleidsregel teeltondersteunende voorzieningen en hagelnetten 2011
De provincie Limburg heeft beleidsregels vastgesteld voor teeltondersteunende voorzieningen en hagelnetten. Het provinciaal beleid is uitgewerkt in de Structuurvisie 'Roerdalen 2030' en wordt verwerkt in het bestemmingsplan.
Provinciaal Waterplan Limburg
Vanuit de kaderstellende rol heeft de provincie Limburg het strategisch waterbeleid op hoofdlijnen vastgelegd in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL). Het Provinciaal Waterplan 2010-2015 is een aanvulling op het POL, met als doel een herijking en uitwerking van het waterbeleid uit het POL2006, op basis van bovengenoemde Europese en nationale kaders. Dit waterplan heeft een looptijd van zes jaar, parallel aan de looptijd van het Stroomgebiedbeheerplan Maas.
Belangrijkste aanvullingen ten opzichte van POL2006 zijn:
Het Provinciaal Waterplan 2010-2015 heeft de status van een regionaal waterplan, zoals omschreven in de Waterwet en is een opzichzelfstaande structuurvisie op grond van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Het plan bevat specifieke ambities en beleidsregels gericht op de doorwerking en uitvoering van waterbeleid. Het Provinciaal Waterplan 2010-2015 is onderdeel van het POL planstelsel, met daarbinnen POL2006 als het omgevingsplan op hoofdlijnen.
In het bestemmingsplan dienen met betrekking tot de waterhuishouding, de meanderzone en het inundatiegebied van de Roer en de milieuzone Roerdalslenk beschermd te worden.
Provinciaal verkeers- en vervoersplan Limburg (PVVP)
Het PVVP is een aanvulling op het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL). Verder is het PVVP de regionale vertaling en uitwerking van het rijksbeleid (Nota Mobiliteit) volgens de Planwet Verkeer en vervoer. Het PVVP verwoordt het beleid voor de periode 2007-2012. Verder is er in verband met de noodzaak van een langetermijnaanpak en continuïteit een uitwerking in maatregelen gegeven tot en met 2015 en een doorkijk tot 2020.
Waterbeheerplan Roer en Overmaas
Het Waterbeheerplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-2015 is het centrale beleidsplan van het Waterschap. Het bevat de beleidsvoornemens voor de periode 2010-2015. Daarnaast wordt er een globale doorkijk geboden naar de verdere toekomst. De visie van het Waterschap luidt: veilig, duurzaam, kostenbewust en democratisch aangestuurd functioneel waterbeheer door proactieve samenwerking, innovatie, klantgerichtheid en goed werkgeverschap.
Het Waterschap hanteert het uitgangspunt dat nieuwe verhardingen in principe worden afgekoppeld, met daarbij als richtlijn dat circa 10% van het oppervlak gereserveerd wordt voor water. Het Waterschap streeft naar 100% afkoppelen van het verharde oppervlak bij nieuwbouw, aangezien uit ervaring blijkt dat bij nieuwbouw vrijwel altijd een afkoppelmogelijkheid is. Voor het verantwoord afkoppelen van hemelwater hanteert het waterschap een voorkeurstabel, die aansluit bij de voorkeursvolgorde van de provincie Limburg. Deze voorkeurstabel is opgenomen in de brochure 'Regenwater schoon naar beek en bodem'. Hierin is opgenomen dat de voorkeur voor het afkoppelen van hemelwater uitgaat naar het infiltreren van het hemelwater in de bodem, waarbij het hemelwater afkomstig van schone dakoppervlakken rechtstreeks in de bodem geïnfiltreerd mag worden.
Infiltratie van hemelwater, afkomstig van overige verharde oppervlakken, dient minimaal te geschieden middels een bodempassage of, afhankelijk van het grondgebruik, niet te worden afgekoppeld.
Grondoppervlakken van bedrijven met de milieucategorie 3, 4 en 5 en daken waarop neerslag van stof- of roetdeeltjes terechtkomt, zullen in principe worden aangesloten op de riolering. De terreinen van bedrijven uit categorie 1 en 2 kunnen hetzelfde worden beoordeeld als woonwijken.
In paragraaf 4.3 is de watertoets opgenomen.
Reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg
Het Reconstructieplan is een nadere uitwerking van het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL). Kern van het reconstructieplan is uitvoering. Geen nieuw beleid dus, maar uitvoering van bestaand beleid. Het reconstructieplan combineert ruimtelijke en stimulerende instrumenten. Dat betekent dat niet alleen aangegeven wordt waar bepaalde ontwikkelingen niet of juist wel wenselijk zijn, maar dat ook geld en instrumenten ingezet worden om de ontwikkelingen in die gebieden in de juiste richting te sturen, bedrijven te ondersteunen in hun vernieuwing en vastgelopen processen los te trekken.
In het buitengebied van Roerdalen zijn drie zones aangeduid: extensiveringsgebied, verwevingsgebied en Landbouw Ontwikkelings Gebied (LOG)-Zoekgebied incidentele projectvestiging (zie figuur 2.2).
Figuur 2.2 Reconstructiezonering
In het reconstructieplan worden voor de verschillende zones regels gesteld met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden van intensieve veehouderijen:
Deze regels moeten in het bestemmingsplan opgenomen worden.
Contourenatlas Noord- en Midden-Limburg (2010)
In Limburg wordt op een ontwikkelingsgerichte manier gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van het buitengebied. Nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied dragen bij aan de verbetering van de kwaliteit van datzelfde buitengebied. Om deze beleidsdoelstelling te realiseren, heeft de provincie Limburg het Limburgs kwaliteitsmenu opgesteld. Dit menu biedt de gemeenten mogelijkheden om ontwikkelingen in combinatie met kwaliteitsverbeteringen te realiseren.
Voor de goede uitvoering van het kwaliteitsmenu door de gemeenten is het van belang om duidelijkheid te hebben over het toepassingsgebied. Het toepassingsgebied is het buitengebied van Limburg, buiten de rond de kernen getrokken contouren. Deze contouren zijn voor de Noord- en Midden-Limburgse gemeenten in deze contourenatlas opgenomen. Ook de begrenzing stedelijke dynamiek is van invloed op het toepassingsbereik van het Limburgs kwaliteitsmenu. Deze begrenzing is aangegeven in de provinciale structuurvisie, het POL2006 en de bijbehorende kaarten.
De gemeente Roerdalen heeft ervoor gekozen om voor de plangrenzen van de verschillende bestemmingsplannen in de gemeente grotendeels de grenzen van de contourenatlas aan te houden.